17 - 12 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op 11 dec. zijn
Rantwijck en anderen gecommitteerd om
een
nadere instructie voor de gezanten naar
Engeland
op
te
stellen, uitgebreid met de punten die de heren van
Holland inbrachten.
Deze nadere instructie wordt
goedgekeurd. De instructie dient bij de eerste gelegenheid door de
gezanten te
worden
uitgevoerd opdat de Nederlandse kooplieden de geleden schade
wordt
vergoed en hun wordt verzekerd dat ze in de toekomst vrij en
ongehinderd kunnen navigeren. De gecommitteerden van
Utrecht stellen als voorwaarde aan het
laatste punt - inzake bescherming en
handhaving - dat hieronder niet het verlenen van
represailles of dergelijke uitzonderlijke maatregelen wordt
verstaan. De
gecommitteerden verklaren hiermee niet akkoord te kunnen gaan
alvorens daartoe
speciale last van hun
principalen
te hebben ontvangen.
2
Brieven van
Languerack d.d. Parijs 4 dec. en van
resident
Aissema d.d. Hamburg 21
nov. behoeven geen resolutie.
3
De hoofdmannen van
Cadzand melden dat molenaar
Jan
Barentsen nog niet heeft voldaan aan
de
apostille van HHM d.d. 25 aug., ondanks de insinuatie daartoe op 31
oktober.
HHM apostilleren dat Molenaer alsnog binnen veertien dagen na insinuatie zijn repliek moet indienen.
4
Ida, de weduwe van
Wichart Janssen
van Giethoorn, woonachtig binnen de heerlijkheid Meeuwen
onder contributie, klaagt dat vier ruiters van
Heusden zes door haar grootgebrachte
runderen die zij naar
Brabant wilde drijven, in
beslag
hebben genomen. Ze verzoekt restitutie.
HHM vragen advies aan de RvS.
5
Op verzoek van
Cornelis Jansssen Hartichsfelt, raad en vroedschap van Rotterdam, wordt geschreven aan
Joachimi om de
teruggave te bevorderen van zijn schip en de lading bestaande uit
146 pijpen Spaanse wijn
en
104 zakken laurierbessen, afkomstig van
Madeira.
Deze zijn
door
de Engelsen in beslag genomen en naar
Bristol
gebracht.
6
Balthasar Coymans, koopman uit Amsterdam, verzoekt om een nader bevel aan
ontvanger
Reael te
Amsterdam om de
wissels te betalen die
Oosterwyck
trekt.
De gedeputeerden van
Holland
wordt verzocht dit te bevelen.
7
Door de gedeputeerden van de
WIC
wordt aangedrongen op een resolutie over ondersteuning met volk waarom onlangs is verzocht. Zij bieden aan in de vergadering of voor de commissarissen de voordelen van de voorgenomen onderneming te presenteren.
Deze zaak wordt door
Holland in beraad gehouden.
8
Ter vergadering compareren
Scholto Beninga en
Cyriacus Hisken,
gedeputeerden van de ridderschap en de steden Norden en Aurich,
alsmede de
derde stand van Oost-Friesland. Ze overhandigen hun
geloofsbrieven en dienen een propositie
in 1 waarin
wordt
gevraagd
om terugtrekking van het staatse garnizoen
uit
Emden en
Leerort.
HHM achten dat voor de staat van het land niet raadzaam.
Feith,
Noortwyck,
Ploos,
Walta,
Aelberts
en
Schaffer zullen echter met hen
en de
gedeputeerden van
Emden besprekingen voeren
over het verzoek in de propositie van Emden.
9
De RvS dringt er bij HHM op aan de betaling van de ongerepartieerden te verordenen. De gedeputeerden van
Holland wordt wederom verzocht om twee maanden en de
andere provincies om hun quoten in de zes maanden te
verschaffen.
10
Feith en
Ploos, op 15 dec.
gecommitteerd om de kwestie tussen de reders van de vijf
zoutschepen en de
WIC
te
schikken,
rapporteren dat die van de Compagnie verklaren geen andere last te
hebben
dan
te blijven bij de justitie.
De zaak wordt hierbij gelaten.