13 - 01 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Secretaris
Huigens adviseert namens de RvS over
Oost-Friesland. Het staatse leger zou vanwege een
onbeduidende kwestie als de inkwartiering van keizerlijke troepen
in
de dorpen nabij
Emden geen aanval op hen behoren
te
doen.
HHM verzoeken Z.Exc. de op
11 jan. besproken brief van
Ernst Casimir te beantwoorden. Zij staan niet toe dat het staatse
volk
buiten Emden tegen de aanhangers van de
keizer zal worden ingezet
behalve wanneer deze
Nesserland zouden willen
innemen. In dat
geval zou men mogen handelen naar de gelegenheid zich
voordoet.
2
Op het verzoek van
Susanna Cobbou, weduwe van
Pieter Staets,
bij leven raad
van Brabant, besluiten HHM haar het halve jaar te betalen
waarin haar man is overleden. Daarnaast krijgt zij nog een
half jaartraktement, aangezien anderen dit ook hebben
ontvangen.
3
Ontvangen is een brief van de burgemeesters en raden van
Rotterdam d.d. 11 januari. Zij verzoeken HHM de
weduwe
van
Jan Calff te laten volstaan
met haar borg van 5.111
gld.
11
st. zonder dat zij gehouden is aan de haar bij
resolutie van 18 dec. 1627 opgelegde juratoire cautie.
HHM geven de brief aan de gedelegeerde rechters, die de hoofdzaak mogen afhandelen of anders over
de borgstelling adviseren.
4
De overste, officieren en kapiteins van de drie oude Franse regimenten en twee ritmeesters verzoeken betaling van de helft van hun pensioen, conform het besluit van 27 maart 1627.
HHM winnen hierover advies in bij de RvS.
5
Naar aanleiding van het voorstel van
Gruis van 10 jan. laten HHM de provincies bezenden die in
gebreke zijn gebleven met hun
betaling van de afdanking van de vier schepen.
6
De RvS adviseert d.d. 7 jan. over het voorstel van ritmeester
Eeckeren van 5 januari. Aangezien hem in het leger hoop is gegeven
op promotie en er goed over hem wordt gedacht, mag zijn
compagnie
haakbusschutters worden veranderd in een van kurassiers.
HHM volgen dit advies. Eeckeren mag zijn compagnie op 1 april omvormen tot een van kurassiers. Na
monstering krijgen zij ook betaald als kurassiers.
7
Over de gevraagde uitleg van de resolutie van 30 dec. 1627 betreffende de vergoedingen van de reizende raden ter Admiraliteit bepalen HHM dat deze zullen ingaan op de dag van het besluit. De resolutie geldt niet met terugwerkende kracht of voor eerdere reizen.
8
Er is nog niet besloten over het rapport van 3 jan. aangaande de bespreking met
Carleton.
Rantwyck,
Noortwyck,
Vosbergen en
Ploos zullen dit met Z.Exc.
bespreken.
9
HHM geven de balans van inkomsten en uitgaven ontvangen van de
weduwe Berck aan de
heren die eerder de declaraties van
Berck onderzocht hebben.
10
HHM verlenen ordonnantie op de declaratie van de bode op Keulen
Michiel Poppen van 95 gld. 7 st. aan portokosten op brieven uit
Keulen.
11
D'Espesses compareert en dient een propositie in over de
kwestie van de alliantie met
Frankrijk.
1
Eergisteren heeft de ambassadeur het antwoord van HHM dat
Nordwick en
Ploys hem hadden overhandigd aan
zijn
koning gezonden.
Twee uur na het vertrek van de koerier heeft hij de brieven
van
Z.M. ontvangen waarover gisteren met
Oranje is gesproken. In
hoofdlijnen was de
inhoud
als volgt:
Z.M. is het er niet mee eens dat de Nederlandse ambassadeurs andere voorwaarden willen stellen dan in het verdrag met
Langherack staan. Als HHM op enigerlei wijze het
verdrag willen vernieuwen, dan ziet Z.M. de ambassadeurs liever
niet
komen. Arriveren zij toch, dan zal Z.M. zich verplicht voelen hun
geen
goed onthaal te geven.
HHM moeten het algemeen belang in het oog houden en de verschillende belangen goed afwegen. Zij moeten zich niet te veel vervreemden van de affectie van de koning, die zo nodig is voor deze staat.
Aangezien D'Espesses opdracht heeft gekregen snel antwoord te halen, vraagt hij HHM zo spoedig mogelijk te antwoorden.
HHM geven de propositie aan de RvS die deze hier morgen met Z.Exc. zal bespreken.