24 - 01 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De binnengekomen
Simon van der Does bericht dat resident
Wederhagen met een mandement van
het
Hof van Holland
bij
ontvanger-generaal
Doublet beslag
heeft
laten leggen op voor hem bestemd geld. HHM hebben Doublet op 15
jan.
een
betalingsopdracht gegeven voor Van der Does. Van der Does verzoekt
anders te
beslissen dan het Hof.
In aanmerking genomen dat alleen HHM en de RvS juridische bevoegdheid hebben over Generaliteitsgeld ontbieden HHM ontvanger-generaal Doublet. Zij geven hem opdracht ondanks het arrest van het Hof het geld aan Van der Does te betalen.
HHM zullen het bovenstaande aan het Hof schrijven met het verzoek het arrest in te trekken en zich te onthouden van verdere procedures. Zij verzoeken de heren van
Holland gelijkluidende brieven aan het Hof te schrijven.
2
RvS adviseert d.d. 22 jan. over door hem en HHM ontvangen stukken aangaande
Casper Simonius Ritz en
Dirck van Leeck. Zij
zijn als gevangenen hiernaartoe gebracht vanwege de Gulikse
executie.
HHM laten ontvanger
Renssen de gevangenen weer naar
Emmerik
[Emmerich] brengen.
Daar zullen zij door hem worden bewaakt totdat de verschenen
contributies van het
Gulik
[Jülich] zijn
betaald.
De gevangenen zijn
gehaald
op grond van het akkoord met de Land van
graaf van
Schwarzenberg van 23 okt. 1624, op 29 maart
1625 goedgekeurd door de
keurvorst van
Brandenburg, waarvan Leeck en Rits een kopie
krijgen.
Conform de resolutie van 15 jan. schrijven HHM gouverneur
Diden niets met gevangenen wegens de
contributie te doen dan hen te laten bewaken. Renssen krijgt op
zijn
verzoek assistentie van soldaten zodat hij verder executie kan
doen en
de genoemde gevangenen bewaken. Hij mag de gevangenen niet naar
buiten laten
gaan zonder kennisgeving aan de RvS.
De heren van
Groningen willen de genoemde gevangenen conform het advies van de RvS
liever hier laten blijven en
niet naar Emmerik terugsturen.
3
HHM lezen het verzoek van kolonel
Varick en de officieren onder zijn bevel. De officieren zijn buiten
de laatste repartitie van de RvS gehouden en de
Staten van Gelderland
betalen
hun
niet zoveel als de
onderofficieren van andere regimenten. Toch hebben zij al enige
jaren
geleden hun commissie van Z.Exc.
gekregen op grond waarvan zij voortdurend in de legers en elders
voor
deze Staten hebben geëxerceerd. Zij verzoeken een gepaste
regeling en betaling door de Staten van Gelderland of
op andere wijze.
HHM laten de onderofficieren van kolonel Varick door de RvS evenveel betalen als hun collega's in de regimenten van
Brederode en
Pinsen.
4
HHM schrijven het
Hof van Gelderland
de officieren te gelasten het ijs op de
Waal en de
IJssel te breken zodra deze
rivieren bevriezen.
5
HHM laten resident
Aissema de stukken geschut terugzenden die zij aan de
koning van Denemarken hebben
geleend
en nog in
Bremen liggen.
6
Markies
D'Estiaux levert een rekening in die hij van
Gosuinius Meurskens heeft gekregen. Hij
beklaagt
zich hierover.
HHM stellen de rekening ter hand van de RvS die na het horen van de partijen een besluit mag nemen.
7
VOC-bewindhebber
Brouwer heeft een voorstel gedaan.
Aangezien de
VOC
genegen is de
kwestie
Saint-Malo conform eerdere resoluties te
laten
beslissen door de hoven van justitie in
's-
Gravenhage
verzoekt hij kopieën van alle stukken die de Fransen hebben
gegeven en
van de deductie die HHM daarbij zullen voegen.
HHM zullen kopieën van de Franse stukken leveren maar niet van de deductie. Aanvankelijk is immers bepaald de stukken van de tegenpartij met een deductie in te leveren zodat een proces kon worden voorkomen.
8
Hofmeester
Mortaigne geeft een staat van de meubelen die nog ten huize van de
koning van Bohemen zijn. Daarnaast
vraagt hij een vergoeding voor het reinigen en onderhouden van
enkele
meubelen, hetgeen hij zeven of acht jaar heeft gedaan.
Van der Meer en
Rode zullen de staat
onderzoeken.
9
HHM verzoeken
Schagen en
Schaffer het voorstel
van
Louis de Geer met hem of met
Carl van Gelder te bespreken. De
Geer
heeft
voorgesteld
geld aan de
koning van Denemarken
over
te maken met assignatie op de
koning van
Zweden voor hetgeen hij de Republiek schuldig is.
10
HHM bespreken het vertrek van de ambassadeurs naar
Frankrijk en
Engeland nu de
wind gunstig is.
Zij laten de vier ambassadeurs vandaag vertrekken zodat zij morgenvroeg op zee kunnen.
Sommelsdijck mag een of twee chirurgijns meenemen op 's lands kosten voor
de
verzorging van zijn bij een ongeluk verwond been. Als Sommelsdijck
zich
desondanks excuseert zullen de overige drie heren hun reis
voortzetten terwijl Sommelsdijck hen na vier dagen of
eerder
zal volgen.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
11
HHM krijgen bericht dat
Sommelsdijck zich verontschuldigt de reis binnen enkele dagen te
ondernemen omdat zijn artsen hem dit afraden.
Zij
vinden het onverantwoord als hij zich op zee begeeft.
HHM houden toch vast aan het genomen besluit en zullen Sommelsdijck dat schriftelijk toezenden.
HHM laten de
Admiraliteit te Rotterdam
berichten of er op de
Maas of in het
Goereese Gat nog een schip is
waarmee Sommelsdijck over ongeveer vijf dagen zou kunnen volgen.
Dat
schip zou langs
Scheveningen moeten gaan aangezien
het door grondijs niet langer op de Maas kan varen.