31 - 03 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Willem Brouwer, oud-burgemeester van Middelburg, en mr.
Cornelis
Stavenisse, burgemeester van Zierikzee, compareren.
Volgens de
door hen overhandigde brief van de
Staten van
Zeeland
d.d. 21 maart zijn zij gecommitteerd namens
Zeeland in de vergadering van HHM te
verschijnen.
HHM verwelkomen Brouwer en Stavenisse met de verklaring dat hun komst aangenaam is.
2
François Neldorp, zoon van wijlen mr.
Jemes
Neldorp, voormalig
chirurgijn-generaal van Z.Exc. en alle Engelsen in staatse dienst,
verzoekt in zijn vaders plaats gesteld te worden.
HHM kijken de resoluties van 13 juli 1621 en 20 juli 1623 hierover na waarin hem zijn vaders plaats in het vooruitzicht is gesteld. Zij laten de RvS de benodigde akte of commissie verstrekken.
3
Eck,
Broechoven en
Haersolte hebben nader van die van
de
WIC
gehoord hoe de
Heren Negentien hebben besloten tot de uitrusting van
36 of
37 schepen met ongeveer achthonderd stukken geschut en bemand met
vierduizend
matrozen. Zij verzoeken daartoe nog bijstand van twaalfhonderd
soldaten
gedurende negen maanden.
Aangezien Z.Exc. zijn goedkeuring hecht aan het plan van de Compagnie stemmen HHM in met de gevraagde bijstand voor acht maanden mits de Compagnie zelf het volk zal aannemen en betalen. HHM zullen de soldij van het volk slechts terugbetalen wanneer het plan mislukt aangezien bij een geslaagde uitvoering de soldij uit de buit kan worden vergoed.
Walta stemt hiermee niet in.
4
In een remonstrantie klagen de
Bewindhebbers van de WIC
dat de
Admiraliteit in Zeeland
het beheer heeft genomen van een ter hoogte van
Lissabon door een van hun schepen opgebrachte prijs onder voorwendsel
dat
dit buiten de grenzen van het octrooi zou zijn. Omdat dit in strijd
is
met het 43ste artikel van hun octrooi verzoeken de remonstranten
HHM
die van de Admiraliteit te bevelen hun het beheer van de prijs te
geven.
HHM geven de remonstrantie aan de Admiraliteit in Zeeland om daarover te berichten.
5
Naar aanleiding van het bericht dat onder de papieren van
Sticke aangaande de Generaliteit niets is gevonden, geven HHM hem
de stukken en
papieren terug.
6
Naar aanleiding van een door gedeputeerden van de
Admiraliteit te Amsterdam
ingediende memorie machtigen HHM hen de naar de
Sont en
Danzig
[Gdansk] vertrekkende
oorlogsschepen te
gelasten al het salpeter in te laden dat de ambassadeurs aldaar
weten te verkrijgen. Als de ambassadeurs niets verwerven dan
mogen zij tevens het salpeter van particulieren innemen. Zij dienen
echter voorkeur te geven aan hetgeen namens het land wordt
ingeladen.
7
Aangezien eerder is bepaald commissaris
Hogenhouck naar
Glückstadt te zenden, laten HHM de
daartoe opgestelde en met Z.Exc. besproken instructie
paraferen door de
president en
ondertekenen door de
griffier.
Tevens laten HHM advocaat
Brasser zijn
broer
schrijven de
tweede wisselbrief van 10.000 rijksdaalder conform het akkoord van
...
1dec. 1627 gereed te maken
aan
Hogenhoeck mee te geven en hem het bedrag te betalen. Zo zal ook
ontvanger-generaal
Doublet
Hogenhouck
de op bevel van HHM verworven 100.000 gld. betalen.
8
De gedeputeerden te
Emden schrijven d.d. 15/25 maart onder meer over de door hen
genomen maatregelen om de kapiteins beter toezicht te laten houden
op
de
toevoer van levensmiddelen. Die van Emden zijn weinig tevreden dat
de
RvS de lichting van ruiters voor de
koning
van
Engeland binnen Emden heeft verboden.
Net als over de voorgaande brief, aangaande het verlenen van commissies aan particuliere kapiteins die op eigen kosten schepen willen uitrusten, vragen HHM hierover advies aan Z.Exc.
Secretaris
Huigens levert een brief in waarin kapitein
Erentreiter, commandant van Emden, eveneens
bericht over het ongenoegen van de magistraat van Emden over de
verhindering van de lichting. Hij vertrouwt erop dat HHM geen
inbreuk
maken op hun jurisdictie.
Ook dit bespreken HHM met Z.Exc.
9
Secretaris
Huigens dient een staat in van in het wapenmagazijn van de
Generaliteit in
Delft aanwezige wapens. Dit zijn
er bij
lange na
niet voldoende om de tienduizend man mee te bewapenen.
HHM laten de RvS met de heren van
Holland bespreken hoe zij de voor de lichting benodigde wapens uit
hun magazijn
kunnen leveren.
10
Graaf
Herman Otto van Bronchorst verzoekt een vergoeding voor de door hem in de heerlijkheid
Borculo geleden schade wegens de belegering van
Groenlo.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
11
De
keurvorst van Keulen schrijft d.d. Bonn 18 maart over
Jan
Vogel.
HHM zullen agent
Van der Veecken hierover nader horen.
12
HHM lezen de schriftelijke memorie2 van de gisteren door
Josephe Pallache gehouden propositie.
Afgelopen maandag brachten twee in
Amsterdam aangekomen zoutschepen Pallache brieven van zijn kinderen.
Daarin staat het bericht van de dood van koning
Mulay Zidan en de opvolging van de
kroon door
diens
zoon van ongeveer 26 jaar.
Voor
de reputatie van HHM en het respect van genoemde koning zou het
redelijk zijn volgens de vereiste procedure iemand af te
vaardigen
om Z.M. te feliciteren met zijn opvolging van de kroon en
condoleances
over te brengen wegens het overlijden van de koning. Tevens kan de
afgevaardigde Z.M. vragen alle overeenkomsten met HHM te handhaven
en
de Nederlanders met zijn beleid te begunstigen. Ook moet de nieuwe
koning de laatste brieven lezen die HHM hem hebben gegeven.
De remonstrant wil HHM dienen voor het algemeen belang. Hij is vastbesloten zijn reis te maken en Z.M. te berichten over zijn daden voor de overleden koning en hoopt ook met de huidige koning goed te handelen voor HHM. Ter confirmatie zal hij de nieuwe koning de brief geven van de vorige koning d.d. 3 juli 1621, waarbij Z.M. HHM toestemming heeft verleend voor de handel in salpeter.
Pallache hoopt bovendien dat HHM enkele heren afvaardigen om een besluit te nemen in deze zaak, want er is nog niets overeengekomen met
Elias Trip noch met iemand anders. Zoals hij via de
griffier heeft laten weten, komt
dit
mede omdat de kooplieden alles willen hebben.
Ten slotte hoopt Pallache dat HHM een goed en spoedig besluit nemen want er is weinig tijd.
HHM laten de aan hem meegegeven oude brieven aan de overleden koning bij Pallache zodat hij deze aan de jonge koning kan presenteren. Daarnaast krijgt hij de condoleancebrieven en felicitaties mee voor de nieuwe koning met het verzoek van zijn kant de alliantie in stand te houden waarin ook de Republiek niet zal tekortschieten.
13
HHM lezen een brief van de burgemeesters en regeerders van
Amsterdam. Zij verzoeken HHM hun ambassadeurs in
Frankrijk en de
gouverneur van en
agent in
Calais te laten zorgen voor teruggave van
het schip van
Abraham Ablin en
compagnie. Dit is door Duinkerkers gekaapt en vervolgens door twee
Nederlandse oorlogsschepen naar
Calais
gejaagd.
HHM gaan hiermee akkoord.
14
Carleton compareert en bedankt HHM voor de verklaring van twee
afgevaardigden dat zijn gedrag hun aangenaam zijn geweest. Hij
verzoekt bij zijn vertrek van dergelijke getuigenissen te worden
voorzien.
Verder verzoekt hij opnieuw antwoord te krijgen op zijn laatste propositie en geen uitvoer van schepen en munitie naar
Frankrijk toe te staan.
Pieter van
Beeck, koopman te Amsterdam, zou van
plan
zijn munitie daarheen te voeren in oorlogsschepen. Daarnaast
klaagt
hij dat de RvS het lichten van ruiters voor zijn
koning in
Emden
heeft
verboden
en verzoekt hij te bedenken hoe de door hem naar
Stade gestuurde levensmiddelen in deze stad
kunnen
worden gebracht.
HHM antwoorden hem passende recredentiebrieven te geven bij zijn vertrek. Zij zullen zijn propositie zo spoedig mogelijk beantwoorden en op de andere punten een passend besluit nemen. De
Admiraliteit te Amsterdam
wordt aangeschreven informatie in te winnen over het plan van Pieter van Beeck en te zorgen dat oorlogsschepen geen transport van goederen doen.