11 - 04 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Kapitein
Cassiopijn, commandant van Crèvecoeur, schrijft dat verschillende
personen misbruik maken van hun sauvegarde om in
Bokhoven te
wonen. Zij komen er nooit en hebben een winkel in
's-
Hertogenbosch. Daarnaast bezoeken sommigen
vijandelijke steden onder het voorwendsel een paspoort te hebben
om
hun goederen uit te voeren.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
2
HHM vragen de RvS advies over het verzoek van
Jan Roloffs,
Hendrick Hendrixen de
Hooch en
Tonis Hendrixen de
Hooch, vissers uit Geertruidenberg, om te mogen wonen in
Drimmelen.
3
Michiel Gommelraet, voormalig sergeant van kapitein
Alendorp, verzoekt betaling
van 2.373 gld. 3 st. Hij heeft dit bedrag op het woord van
ontvanger-generaal
Doublet betaald
aan
de erfgenamen van kapitein
Driesch.
HHM laten de RvS hierover beslissen.
4
HHM laten de RvS besluiten over het rekest van de
weduwe van
Jean de Neree,
voormalig predikant van het regiment
Châtillon. Zij verzoekt het jaartraktement
over
het jaar waarin haar man is overleden.
5
Jan Bastiaenssen, scheepstimmerman te Vlissingen, verzoekt 's lands schepen
te mogen blijven timmeren zoals hij ruim 24 achtereenvolgende jaren
heeft gedaan.
Cornelis Claessen,
equipagemeester van het Noorderkwartier, heeft hem hiervan
ontheven.
HHM geven het rekest aan de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
om de suppliant tevreden te stellen.
6
HHM lezen het verzoek van
Hendrick Gillis, burger van Amsterdam, waarin hij het door de erfgenamen van
Elschaten, inwoners van Goch,
tegen
hem ingediende rekest weerlegt. Gillis verzoekt HHM of hun
afgevaardigden hem recht van executie te verlenen, aangezien de
magistraat van
Goch dit weigert.
Essen en
Stavenisse zullen de
zaak onderzoeken en erover berichten.
7
Johan Christoff van den Bergh verzoekt opnieuw een traktement totdat hij HHM met zijn
uitvinding
kan tevredenstellen.
HHM zeggen hem 200 gld. toe.
Walta en
Schaffer zullen Van den
Bergh in het bijzijn van controleur
Van der
Mijlen nogmaals horen.
8
De
Raad van Vlaanderen
verzoekt nadere uitleg over de brief van 15 feb. Hij vraagt of HHM met hun resolutie willen afwijken van de
algemene rechten die hoger beroep van interlocutoire vonissen met
kracht van een definitief vonnis en in geval van nietigheid
toelaten.
HHM geven de brief aan
De Bie om deze te onderzoeken en daarover te berichten.
9
Inzake het heraald verzoek van
Varennes, kornet van
Rouillac, om
hoger beroep
houden HHM vast aan hun resolutie van 6 april.
10
De magistraat van
Emden verzoekt HHM d.d. 20 maart de servitiën van de
compagnieën te betalen. Deze lopen nu een heel jaar achter.
HHM laten de RvS hierover beslissen.
11
HHM bespreken het logiesgeld van de nieuwe lichting van tienduizend man, waarover enkele provincies hebben geschreven.
HHM besluiten dat de compagnieën worden gemonsterd en bewapend zodra deze ongeveer tweehonderd man sterk zijn. Vanaf dat moment zal het logiesgeld ingaan. Daarom zal de RvS de wapens zo spoedig mogelijk aan de compagnieën sturen.
12
Een brief van orateur
Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 5 feb. behoeft geen
resolutie.
13
HHM verlenen ordonnantie vanwege drie maanden traktement voor de Duitse klerk
Silvius.
14
HHM vragen de binnengekomen dr.
Pynacker waarom hij in zijn brieven schrijft dat er zaken geschieden
die hij niet op papier durft te zetten om niet in ongenade te
vallen
bij degenen die hij moet gebruiken. Pynacker antwoordt daarmee
niemand uit de regering te bedoelen maar kooplieden die over
Winant de Keiser hebben geklaagd
en
hem hebben tegengewerkt.
Vervolgens vragen HHM wat Pynacker heeft bedoeld met zijn aan Winant de Keiser geschreven brieven van 28 jan. 1624. Daarin schrijft hij dat als zijn tegoeden niet in gerechtigheid worden betaald, hij wijs genoeg is zichzelf schadeloos te stellen. Pynacker antwoordt daarmee bedoeld te hebben dat hij zich zou kunnen terugtrekken uit
Algiers om niemand te hoeven betalen.
HHM stellen een besluit hierover uit.
15
Elias Trip verzoekt hem niet de uitvoer van koper te weigeren indien
hij 's lands belastingen betaalt. Anders zou immers de koperhandel
uit
de Republiek verdwijnen.
De heren van
Holland schorten de bespreking hiervan op.
16
In een brief verzoekt de
vorst van Neuburg meer levensmiddelen dan hem eerder zijn toegekend.
HHM houden vast aan hun eerdere resolutie.