10 - 05 - 1628
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op verzoek van de
ambassadeur van Frankrijk laten HHM de
Admiraliteit te
Rotterdam
voor maandag of dinsdag een jacht met een
scheepskeuken gereedmaken om de ambassadeur en zijn
gevolg
naar
Lillo,
Antwerpen of elders
te
vervoeren. Verder zullen HHM zijn afscheid in acht nemen en
de door de
Republiek aan hem te verlenen recredentiebrieven uitvoerig
onderzoeken.
2
HHM spreken morgen met Z.Exc. over het sturen van de musketiers naar de voor het kruisen bestemde oorlogsschepen.
Van de zeekapiteins weten HHM dat de vijand zijn musketiers met draadkogels laat schieten. Zij gelasten de Admiraliteitscolleges van
Holland
,
Zeeland
en
West-Friesland
de staatse oorlogsschepen eveneens van draadkogels te voorzien opdat zij de vijand met gelijke munt kunnen betalen.
3
Ontvanger
Doublet verzoekt een spoedige betaling van een
geaccepteerde, vervallen en door resident
Aissema getrokken wisselbrief van 10.300
rijksdaalder.
HHM laten Doublet zich inspannen van de provincies de betaling te ontvangen van de maandelijkse subsidie voor de
koning van Denemarken. Daarvan zijn de decharges reeds
gepasseerd.
4
HHM geven
Gabriel d'Acosta uit medelijden voor de laatste keer 100 pond van 40 groten
per stuk.
5
Tomas van der Vloet verzoekt hout voor de restauratie van zijn huis
en de inwoners van
Waalwijk verzoeken de voor
herstel van hun opgebroken straten benodigde
kasseistenen te mogen
uitvoeren.
HHM vragen over beide verzoeken advies aan de RvS.
6
In een remonstrantie wordt gesteld dat er oplossingen zijn om de fraude inzake de konvooien en licenten op de
Rijn en
Maas tegen te gaan.
HHM verwijzen de suppliant naar de
Admiraliteit te Rotterdam
. Nadat de Admiraliteit hem heeft gehoord, kan zij HHM hierover adviseren.
7
HHM lezen het op 6 mei opgestelde advies van de RvS inzake de door de gedeputeerden te
Emden geschreven brieven.
HHM stellen een besluit hierover uit omdat zij het advies eerst nader met Z.Exc. willen bespreken.
8
De Deense commissaris
Martijn van der Meeden verzoekt HHM het
collier van
Engeland in bewaring te nemen. Zij
moeten dan wel een biljet verlenen om 100.000
rijksdaalder
met dit
collier
als onderpand te lenen aan
Z.M..
HHM stemmen hiermee niet in.
9
Noortwyck en de andere gedeputeerden berichten over de op 30 jan. 1626
door wijlen
Johan Berck ingediende
en
vanaf 1 okt. 1622 lopende declaratie.
HHM besluiten zoals in de marge van de rekening en declaratie is geapostilleerd.
10
HHM lezen de brief van commandeur
Quast d.d. Enkhuizen 7 mei over het veroveren van een Duinkerker.
De binnengekomen Quast verklaart nader vanwege de nachtelijke
duisternis
en andere ongunstige omstandigheden het scheepsvolk genade te
hebben
moeten
beloven. In het schip zijn zestien gevangenen, tien
gotelingen
en 66 gewonde en gezonde vijandelijk manschappen gevonden. Deze
zijn allemaal
aan de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
geleverd.
HHM ontvangen over hetzelfde onderwerp tevens een brief van de Admiraliteit in het Noorderkwartier d.d. 7 mei met veel bijlagen.
Bas en
Stavenis zullen alle
papieren onderzoeken en de commandeur nader vragen waarom hij
het
recht van
voetspoeling
niet heeft uitgevoerd. Op hun rapport zullen HHM een besluit nemen.
Zij
zullen daarbij acht slaan op de in de plakkaten op het
veroveren
van vijandelijke schepen gestelde premies.
11
Pieter Jansz. Schagen schrijft d.d. Alkmaar 5 mei dat de brenger van de brief een
uitvinding heeft gedaan om de staatse schepen tegen geringe kosten
schootvrij en onzinkbaar te maken.
HHM laten
Bas en
Stavenis de brief
onderzoeken, de persoon horen en daarover rapporteren.
12
De brieven van
Aissema d.d. 19/29 april behoeven geen resolutie.
13
Aangaande de brieven van de ambassadeurs in
Engeland d.d. 1 mei nemen HHM nog geen besluit.