23/05/1628

 
English | Nederlands

23 - 05 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM geven het antwoord van Derick Mulert, commandant te Gennep, d.d. Gennep 19 mei op hun brief van 6 mei aan de RvS om erover te besluiten.

2 Na een tweede bespreking over het vertrek van ambassadeur Carlille laten HHM de eerder daartoe afgevaardigde heren beleefd afscheid van hem nemen.

3 HHM lezen het heden opgestelde advies van de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit over het gisteren gedane verzoek van de afgevaardigden van Enkhuizen.
Conform het advies staan HHM die van Enkhuizen toe voor vijf maanden een goed schip met alle benodigde toebehoren te huren op kosten van de Generaliteit mits zij het zelf van proviand en bemanning voorzien. Na de vijf maanden moeten zij het schip afdanken en vóór volgend jaar moeten zij zelf over een ander schip beschikken want deze verhuur is slechts eenmalig.

4 Enkele binnengekomen scheepskapiteins klagen namens henzelf en op de Rijn, Maas en Waal in het ressort van de Admiraliteit te Rotterdam dienende collega's dat zij en hun matrozen ruim veertig maanden soldij en kostgeld tegoed hebben. Zij verzoeken HHM een spoedige betaling hiervan te regelen. De kapiteins hebben gehoord dat vier op de Waal gelegen schepen zullen worden betaald. Indien dit gebeurt terwijl zij worden overgeslagen, zal dat tot grote onlust leiden onder de onbetaalde matrozen.
HHM vragen hierover advies aan de aanwezige gedeputeerden van de Rotterdamse Admiraliteit.
De binnengekomen mr. Coenraedt Ruis en Willem Brasser bevestigen de klachten van de scheepskapiteins over wanbetaling. De vier schepen op de Waal zijn nog niet betaald omdat Ruis en Brasser het nog niet eens zijn met de RvS over de voet van betaling, het verplaatsen van de matrozen van de schepen naar de redoutes en hun onderhoud.
HHM laten Ruis en Brasser nader overleggen met de RvS en met de anderen onderling een nauwkeurige voet vaststellen voor de betaling van de vier schepen, het logeren van de matrozen op de redoutes en het onderhoud.

5 HHM stemmen niet in met het verzoek van overste Gent om een kopie van hun brief aan de keurvorst van Brandenburg d.d. 11 mei.

6 HHM resumeren de op 20 dec. 1627 geschreven en op 5 mei ontvangen brief van de bisschop van Trier waarin hij volgens bijgevoegde specificatie vrije uitvoer van de vastenkost verzoekt.
HHM wijzen dit verzoek af.

7 De gedeputeerden te Zwolle verzoeken d.d. Zwolle 11 mei zo spoedig mogelijk een groot bedrag daarheen te sturen [voor de troepen van Morgan].
HHM laten dit regelen door agent Carlaton indien dit nog niet is gebeurd.

8 Feit bericht wat de gedeputeerden van Emden in de in aanwezigheid van Z.Exc. gehouden bespreking hebben gemeld.
HHM zullen de zaak met het complete aantal leden morgen in aanwezigheid van Z.Exc. onderzoeken.

9 De binnengekomen secretaris Gunter verzoekt HHM in naam van de koning van Denemarken ontvanger-generaal Doublet te gelasten hem spoedig 31.978 pond 2 st. 8 d. te geven of hem met een behoorlijke obligatie te verzekeren dit bedrag binnenkort te betalen.
HHM laten Doublet voor Z.M. een obligatie op kosten van het land passeren ter waarde van 31.978 pond 2 st. 8 d., zonder rente in oktober te betalen.
Ten tweede verzoekt Gunter HHM Joost Brasser opdracht te geven in contant geld en niet in wapens 18.021 pond 17 st. 8 d. te betalen aan Z.M. ter voldoening van de in een eerder antwoord door hem beloofde 50.000 gld.
HHM vinden het door agent Josias van Vosbergen met Brasser gesloten contract aangaande het leveren van wapens rechtmatig. Dientengevolge mag Brasser vasthouden aan het contract. Indien de dienaar van Z.M. bij het opstellen van het contract fouten heeft gemaakt, zal hierin geduld moeten worden betracht.

10 Jan van der Lingen, ontvanger van de geconfisqueerde extraordinaris [goederen] in Vlaanderen, verzoekt de RvS de door HHM op 24 dec. 1627 verleende akte van commissie aan ene Guilliaume Mistdach tot ontvanger van de kerklanden Schoondijke, Nieuwerkerk, Gaternesse, Sint Christoffelskapelle en Noormanskapel in te trekken. Deze akte is immers negen dagen later verleend nadat Van der Lingen zijn commissie als ontvanger-generaal van de genoemde goederen in Vlaanderen had ontvangen.
HHM laten de zaak onveranderd.

11 Volgens thesaurier-generaal Van Goch heeft de RvS nader gesproken met de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam aangaande het afdanken van de vier schepen op de Waal en het verdelen van de hiervan afkomstige matrozen over de redoutes. Na een bespreking met Z.Exc. en die van de Admiraliteit heeft de RvS op 1 mei hierover een besluit genomen dat niet wordt uitgevoerd. Volgens Z.Exc. en de Admiraliteit zouden de matrozen op de redoutes te eten moeten krijgen van hun kapiteins maar de RvS vond dit te grote gevolgen hebben. Daarover hebben zij overeenstemming bereikt.
HHM laten de RvS nader met Z.Exc. spreken over het schaften van de matrozen en daarover berichten.