09 - 06 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Een brief van de gezanten in
Frankrijk d.d. Parijs 26 mei behoeft geen resolutie.
2
Na overleg met Z.Exc. besluiten HHM de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges voor een korte periode heen te zenden.
3
Henricus Mispelboom, predikant, en de andere afgevaardigden van de kerk te
Ginneken in de
Baronie van Breda
vragen
autorisatie om in het land te mogen collecteren voor het herstel
van hun
kerkgebouw.
HHM weigeren dit.
4
Naar aanleiding van het verzoek van de burgemeesters en die van de kerkenraad te
Groenlo om een gulle gift voor de opbouw van hun kerk verwijzen HHM
hen naar de
Staten van
Gelderland
.
5
HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie van de door
Dirck van Bleiswijck op reis naar
Amsterdam en het
Noorderkwartier gemaakte kosten à 389
gld.
6
HHM lezen het door de ingelanden van het
Oude Land van
Steenbergen ingediende rekest.
Vervolgens hebben afgevaardigden die van
Kruisland,
Oud Kromwiel en
Nieuw Kromwiel
gehoord.
HHM laten zowel die van Kruisland en Oud Kromwiel en Nieuw Kromwiel als de supplianten bijdragen aan de dijk. Deze moet worden aangelegd om het gebied voor inundatie te behoeden. De ingelanden van de landen moeten de dijk gezamenlijk aanleggen. Daarvoor wordt hun hetzelfde octrooi verleend als de ingelanden van de drie verenigde polders onder Steenbergen op 20 mei is toegezegd.
7
HHM resumeren de brief van
Ernst Casimir d.d. Groningen 18/28 mei.
Na overleg met Z.Exc. laten HHM kapitein
Godtfried zur Muchlen met zijn krijgsvolk in staatse dienst aannemen. Dit op
voorwaarde dat twee kapiteins van de nieuwe lichting met weinig
volk
gelast worden niet
meer
dan honderd man voor hun compagnieën te werven. Bovendien
worden
de gages van
de
officieren van Muchlen uit de contributies betaald, opdat het land
geen
nieuwe lasten krijgt.
8
HHM laten de RvS in aanwezigheid van de heren
Versteech,
Mandemaecker en
Moermont de aanbesteding van de
op 20
april ter bescherming van
Bergen op Zoom en
Steenbergen
voorgestelde werken voortzetten. Conform de resolutie zullen de
provincies
Holland
en
Zeeland
het hiervoor benodigde geld
opbrengen.
Aangezien de RvS eerder heeft verklaard dat de aanbesteding meer gaat kosten dan is beraamd, zullen de heren van
Friesland en
Groningen met goedkeuring van hun
lastgevers consenteren indien de werken langs de grenzen van hun
provincies ook doorgang vinden en betaald worden wanneer deze
eveneens
te duur uitvallen.
9
Na lezing van het rekest van de ingelanden van het
Oude Land,
Westland en de
Sint
Omcommerspolder, gelegen onder
Steenbergen,
geven HHM toestemming dat de aannemers van de nieuwe dijk bij
Steenbergen
vrij de daartoe benodigde houtdelen en kordewagens
vervoeren.
10
HHM geven de memorie van
Arent van Dalen, ontvanger te Heusden, voor
advies aan de RvS.
11
Abraham Jansz. Wens, werkmeester te Dordrecht, heeft tussen de 12.000 en 13.000
gld. tegoed voor aangenomen en voltooide werken voor het land. Hij
vraagt de helft contant en de andere helft door omzetting van
zijn
ordonnanties in rentegevende obligaties op het land te
krijgen.
HHM laten de RvS de suppliant tevredenstellen zoals eerder bij anderen is gebeurd.
12
Aangaande het verzoek van de Franse kapiteins uit het regiment van
Candale wachten HHM op antwoord van de
Staten
van Zeeland
, waarop deze zijn gerepartieerd.
13
Ludolph ter Vile, rentmeester van de domeinen van Z.Exc. te Bredevoort,
verzoekt sauvegarde voor de arme burgers van
Lingen om
op het platteland te mogen verblijven.
HHM gaan hiermee niet akkoord voordat zij het advies van de
Staten van Friesland
en
Groningen
hebben gehoord.
14
HHM melden de binnengekomen
Philippe Calandrini dat verschillende steden klagen over wanbetaling van het
onderhoud en de servitiën van de troepen van generaal
Morgan.
HHM verplichten Calandrini dit te regelen en de door hun afgevaardigden opgestelde rekening van het aan de troepen bij hun aankomst verstrekte voorschot over te nemen. Daarnaast moet hij de door ontvanger
Doublet boven de ontvangen 10.000 gld. uitgegeven 858 pond
terugbetalen.
Calandrini verklaart reeds opdracht tot betaling van het onderhoud en de servitiën van de Engelse compagnieën te hebben gegeven. Hij weigert echter de onder de genoemde troepen aanwezige Schotten te betalen. Verder zegt Calandrini dat agent
Carlaton de genoemde rekening zou overnemen. Hij acht zich
niet verplicht de 858 gld. terug te betalen aangezien deze voor de
Schotten zijn uitgegeven.
HHM besluiten dat Calandrini krachtens de akte obligatoir het onderhoud en de servitiën van de troepen van Morgan geheel moet betalen. Wanneer er door slechte betaling wanorde of onheil ontstaat, dan zal men alles op hem en zijn goederen verhalen. Tevens moet Calandrini de genoemde rekening overnemen en het voorschot daarvan aan ontvanger Doublet betalen.
15
HHM nemen geen besluit op het bericht van de RvS dat de op
Zeeland
gerepartieerde compagnieën van de nieuwe lichting nog niet zijn bewapend.
16
Afgevaardigden van de
Admiraliteit te Rotterdam
melden dat de op hun repartitie naar
Oost-Indië uitgevaren en onder leiding van
Leeremijte staande matrozen zijn teruggekomen.
Het College verzoekt ernstig betaald te worden voor hun periode in
dienst
van
het land. In totaal is dit 35.000 pond, hetgeen het College zelf
niet voorradig heeft.
HHM spreken hierover met de aanwezige afgevaardigden van de
VOC
om hen over te halen de betaling van de matrozen op zich te nemen. Dit wordt dan afgetrokken van het door hen verschuldigde konvooigeld.