15 - 06 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De voormalige rechters in de zaak
Amboina
[Ambon] verzoeken HHM de gedelegeerde rechters te gelasten hen
definitief of voorlopig te berechten, aangezien hun
aanklagers niet compareren en dit ook niet willen.
HHM stellen een besluit hierover uit totdat hun gezanten in
Engeland hun brief van 2 juni hebben beantwoord.
2
Gysbrecht van Werchoven verzoekt namens de voerlieden van
Utrecht
om betaling van in 1625 gedane wagendiensten voor het leger.
HHM geven het rekest voor advies aan de RvS.
3
Willem Keer, samoreusschipper en burger van Culemborg, verzoekt paspoort
om twee schepen turf naar
Emmerik
[Emmerich] te mogen brengen
en
te verkopen, mits hij daarvoor 's lands belasting betaalt.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
4
Cornelis Adriaensz. Coorencooper en
Adriaen Stevensz.,
inwoners van Leur, verzoeken tegen betaling van 's lands belasting
550
kapraven, 450 houtdelen en acht hoed kalk te mogen uitvoeren voor
het
herstel van hun huizen, schuren en stallen.
HHM wijzen dit verzoek af.
5
Op verzoek van orateur
Haga schrijven HHM de
Admiraliteit te
Amsterdam
te regelen dat hij zijn traktement over 1628
ontvangt, aangezien dit reeds in januari had moeten gebeuren.
6
Susanna Eems de Bloyere verzoekt een redelijk bedrag ter betaling van een
ordonnantie van 360 gld. Zij bezit deze ordonnantie
ten laste van de Staten van
Brabant op naam van
haar
grootvader
Henderick de
Bloyere.
HHM geven het rekest voor advies aan de superintendent van de bede van Brabant.
7
De RvS adviseert d.d. 15 mei over het rekest van mr.
Walter Whijterstone, predikant van het uit
Brielle en
Vlissingen afkomstige
regiment. Volgens de Raad moet er worden vastgehouden aan het
besluit
van 14 dec. 1627 toen HHM de suppliant uit goedwilligheid 200 gld.
hebben gegeven voor al zijn aanspraken.
HHM nemen dit advies over.
8
Naar aanleiding van de herhaalde klachten en remonstranties van de
Kleefse raden over de handelingen van kapitein
Mulart, commandant te Gennep,
ontbieden HHM Mulart om daarover te worden ondervraagd.
9
HHM ontvangen een geloofsbrief van
Friedrich, hertog van Sleeswijk-Holstein, voor
Theodorus
Rodeborch d.d.1
1 mei en lezen een krachtens deze ingediende propositie.
2
De hertog maakt zich ernstig zorgen over de Nedersaksische oorlog. Hij is een vredelievend vorst en heeft vanaf het begin van de oorlog tussen de
keizer en de
koning van Denemarken
alles geprobeerd om deze te voorkomen en de neutraliteit te
behouden opdat hij tussenbeide kon blijven komen. De oorlog is er
toch
gekomen. In de Nedersaksische
Kreits en elders verkeren nu ook de gebieden en
domeinen van de hertog in onrust. Ook tijdens dit onheil wil hij
goede contacten blijven onderhouden met de Staten-Generaal, opdat
zijn onderdanen
het
voordeel van vrije handel en scheepvaart blijven houden. Rodeborch
verzoekt HHM namens de hertog dit schriftelijk te
verklaren en aanbevelingsbrieven te verlenen
voor de Deens
koning opdat deze de vrije handel en scheepvaart evenmin belemmert.
Daarnaast vraagt hij HHM hun
commissaris in de
Sont op te dragen bij Z.M. een gunstig besluit te bevorderen.
De heren van
Holland schorten de behandeling van deze propositie op.
10
Noortwijck en de andere afgevaardigden berichten de
administrator van Maagdenburg in
's-
Gravenhage te hebben begroet. Hij heeft HHM
bedankt
voor de eer en zich verontschuldigd hen niet eerder te hebben
kunnen
begroeten, hoewel hij al geruime tijd in
Leiden
is
geweest. Tevens dient hij
een propositie in.3
HHM nemen hierover nog geen besluit.
11
De teruggekeerde gezanten uit
Zweden en
Polen zijn in aanwezigheid van
Z.Exc. begonnen aan het rapport
van
hun handelingen.
Vanwege de wijdlopigheid laten HHM hen morgen verder berichten.