10 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: | |
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het op 8 aug. opgestelde advies van de RvS over het op 31 juli ingediende rekest van twee edellieden uit Lotharingen. Na overleg met Z.Exc. acht de Raad het niet nuttig hun voorstel aan te nemen, aangezien de supplianten ieder een voorschot van 6.000 gld. vragen. Hierdoor lijkt het erop dat zij meer uit zijn op hun eigen voordeel dan op dat van de Republiek.
HHM nemen dit advies over.
2
Een op het bij de Maas gelegen schip Den Vliegenden Draeck geschreven brief van vice-admiraal
Jasper Lieffhebber d.d. 7 aug. behoeft geen resolutie.
3
HHM nemen kennis van een brief waarin resident
Aissema d.d. Hamburg 18 juli aan
Duyck schrijft dat de
keizer de magistraat van
Hamburg per brief ernstig heeft verzocht
onmiddellijk alle papieren en goederen van de
administrator van Maagdenburg te
geven. Daarbij
zijn verschillende brieven van HHM en
Maurits over de oorlog in
Duitsland. Aissema vraagt of het niet nuttig zou
zijn
de magistraat te verzoeken deze papieren en goederen in hun
bezit te
houden.
HHM laten
Noortwyck de inhoud van de brief met Z.Exc. bespreken en erover
berichten.
4
Mr.
Bartholomeus van Segwaert, voormalig raad van de Admiraliteit te Rotterdam, wil
de tweede termijn van het bedrag waartoe hij is veroordeeld
betalen: de helft contant en het restant over een jaar.
HHM houden vast aan hun eerdere resoluties hierover.
5
In een rekest meldt
Pieter Denisz., koopman te Amsterdam, twee 32-ste delen in twee voor de
kaapvaart uitgeruste schepen, De Bloeme
en
het schip met kapitein
Pieter de
Grave, te hebben verkocht aan
Jan
de
Bleecker, inwoner van Vlissingen. Denisz. verzoekt de
koop te mogen ontbinden en alles te herstellen in de oude
toestand,
aangezien hij daarbij meer dan twee keer aanzienlijk is
bedrogen.
HHM verwijzen de suppliant naar de ordinaris rechter in
Holland.
6
HHM vragen advies aan de RvS over het verzoek van
Cornelia Anraets, weduwe van
Andries van
Beringen, om zes
hoed kalk, zesduizend stenen en honderd houtdelen te mogen
uitvoeren,
mits zij daarover belasting betaalt en indien nodig borg stelt.
7
HHM wijzen het verzoek van
Abraham du Fort om reisgeld voor zijn voorgenomen reis naar
Schotland af.
8
In een rekest meldt
Hans Wiederhuijsen uit Amsterdam het plan van de vijand te hebben ontdekt om
met acht door de
graaf van Wacke
in
Oostende uitgeruste schepen de Nederlandse
Moskoviƫvaarders aan te vallen. Ook heeft hij de kapiteins die de
soldaten op deze schepen zouden leiden hierheen gebracht.
Wiederhuijsen vraagt hiervoor om een onkostenvergoeding van 108
gld.
en
een beloning naar inzicht van HHM.
HHM geven de suppliant 80 Kar.gld. naast de eerder door hem ontvangen 50 gld. Zij vragen de
VOC
en
WIC
hem een goede dienstbetrekking aan te bieden.
9
Jacob Gerridtsz. Aernhem, ordinaris bode van HHM, toont aan en verklaart onder ede
dat
hij tot tweemaal toe in dienst van het land een mast op zijn hoofd
heeft gekregen. Ook is hij van zijn paard gevallen, wat hem een
hoofdbreuk opleverde waardoor hij vier Ć vijf jaar
achtereen
een plaatsvervanger heeft moeten laten reizen voor de helft van
zijn loon.
HHM laten de suppliant als ordinaris bode vervangen door
Jasper Ameijde. Deze krijgt een salaris als bode en moet de hiertoe
vereiste
eed afleggen in handen van de RvS.