12/08/1628

 
English | Nederlands

12 - 08 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De RvS adviseert d.d. 9 aug. over het op 8 aug. ingeziende rekest van Cornelis Beliarts, inwoner van Terheijden. De Raad meent dat men de gewenste uitvoer kan toestaan, mits de suppliant 's lands belasting betaalt en borg stelt opdat het materiaal niet naar andere bestemmingen wordt vervoerd.
HHM nemen dit advies over.

2 Twee brieven van commies Cracou d.d. Kopenhagen 16 juli en d.d. Elseneur [Helsingør] 30 juli behoeven geen resolutie.

3 Op verzoek van Christoffel van Sichem, plaatsnijder en inwoner van Amsterdam, depêcheren HHM voor hem ordonnantie van 82 gld. 14 st. Hij krijgt dit voor het snijden van verschillende figuren ten behoeve van de munt.

4 HHM lezen een rekest van de voogden van de vijf minderjarige kinderen van wijlen Gillis Bollaerts, inwoner van Rotterdam. Bollaerts had op 31 mei 1626 een ordonnantie ten koste van de Admiraliteit te Rotterdam gekocht van kapitein Antonis Lieffhebber. De voogden verzoeken HHM de betaling hiervan te regelen, aangezien het College dit heeft nagelaten.
HHM verzoeken het Admiraliteitscollege de supplianten zo spoedig mogelijk te betalen.

5 De burgemeesters van Amsterdam schrijven d.d. Amsterdam 9 aug. ter aanbeveling van het rekest van Pieter Beck, koopman en poorter van hun stad. Beck vraagt om een voorschrijven aan de gouverneur van Lünen en de licentmeester aldaar, opdat deze de teruggave regelen van zestien stukken koper. Deze waren in Münster op acht karren geladen om daarvandaan over Keulen naar Aken [Aachen] te worden vervoerd en zijn in Lünen in beslag genomen, terwijl de vereiste tollen en licenten waren betaald.
HHM verlenen het voorschrijven.

6 In een rekest meldt Johan van Liebergen, koopman te Rouen in Frankrijk, grote kosten te hebben moeten maken om conform de resolutie van HHM voor de Admiraliteit in het Noorderkwartier het proces te voeren tegen de borgen van Nicolaes Compaen, gepardonneerd zeerover. Van Liebergen heeft hierin gevraagd om vergoeding van de door Compaen in 1624 uit het schip van Elie Boucheret uit Dieppe gestolen 1.500 Moorse dukaten en goederen ter waarde van 8.120 pond. Nu het vonnis kan worden gewezen hebben HHM echter op basis van valse en verdraaide informatie verklaard dat de genoemde borgen krachtens hun borgstelling niet aansprakelijk zijn, zoals zij Compaen niet aangaande de borgtocht mogen aanspreken. De Admiraliteit in het Noorderkwartier is gelast zich hieraan te houden. Van Liebergen verzoekt HHM om te regelen dat dit College conform hun eerdere resolutie recht en justitie doet, ondanks de aan de borgen verleende apostille.
HHM geven het rekest voor advies aan Huijgens en Clant.

7 In een rekest meldt mr. Gillis van Brecht in 1625 door Bergen op Zoom te zijn aangenomen om deze stad in de pesttijd als pestmeester te dienen. Daarbij is hem toegezegd dat de stad de medicijnkosten à 798 pond zou betalen, maar dit is niet gebeurd. Van Brecht verzoekt HHM de magistraat te gelasten hem dit bedrag te betalen.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te besluiten.

8 HHM lezen het rekest van George Gordon, Jean Lambey en Joan Meuwe. Deze Schotse edellieden zijn medeontdekkers van een voorgenomen vijandelijke aanslag op Bergen op Zoom, welk verraad Louijs de Saulguere als eerste heeft gemeld aan Z.Exc.
HHM geven de supplianten eenmalig een onkostenvergoeding van 200 gld., waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd.

9 De Gecommitteerde Raden van Zeeland schrijven d.d. Middelburg 9 aug. de Staten van Zeeland op 21 aug. te hebben uitgenodigd. Dit opdat deze de consenten zullen dragen voor het onderhoud van het regiment van Candale, vier compagnieën soldaten van het regiment van Hauterive en dertien vanen ruiters, inclusief de legerlasten en het logiesgeld.

10 Op verzoek van de weduwe van Elbert Adriaen van Hertevelt, voormalig heer van Nuland, verlenen HHM haar voorschrijven aan de koning van Denemarken. Dit opdat Z.M. admiraal Went, bevelhebber van diens vloot op de Elbe, gelast de door hem in beslag genomen goederen aan de suppliante terug te geven.

11 Gouverneur Rihoven verzoekt d.d. Bergen op Zoom 9 aug. enkele soldaten van zijn garnizoen tevreden te stellen inzake het rantsoen voor een door hen gevangen jezuït. Deze is vrijgelaten krachtens het op 3 aug. met de vijand overeengekomen verdrag inzake de wederzijdse ruil van de gevangenen te water.
HHM geven de soldaten 600 gld. van het land, waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd.

12 Naar aanleiding van het verzoek van de kooplieden op Moskovië zeggen HHM hun behalve de twee oorlogsschepen in Amsterdam de inzet toe van de onder de Admiraliteit in het Noorderkwartier ressorterende kapitein Fem Gerridtsz.. Deze moet in plaats van Jacob Hermansz. Dolphijn de Nederlandse Moskoviëvaarders beschermen tegen het voorgenomen plan van de vijand.

13 HHM lezen het vandaag opgestelde advies van de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges over het op 29 juli ingediende rekest van commandeur Quast. Zij menen dat de suppliant maandelijks 60 gld. boven zijn ordinaris traktement van 30 pond zou moeten krijgen over de periode waarin hij commandeur op de kust van Vlaanderen is geweest.
HHM nemen dit advies over. Zij gelasten de Admiraliteit in het Noorderkwartier de suppliant het extraordinaris traktement te betalen.

14 Agent Mibassen schrijft d.d. Calais 5 aug. dat de Fransman Pelerin van Honfleur de met een lading leisteen en andere koopmansgoederen uit Plymouth gekomen Henderick Jopsz. van der Gors heeft opgebracht en als rechtmatige buit beschouwd. Ook is in Calais de met een lading koren en rogge uit Colchester in Engeland gekomen Henderick Gillis van der Veer opgebracht en gepoogd tot rechtmatige buit te verklaren. Mibassen heeft de informatie hierover aan de gezanten in Frankrijk gezonden. Verder verzoekt Mibassen HHM hem nog een jaar in dienst te houden. Bovendien vraagt hij gelast te worden om regelmatig de gezanten in Parijs te berichten en informatie te verschaffen over de aanhoudingen van schepen door Fransen, opdat deze erover bij de koning kunnen klagen.

15 De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam compareren. Zij berichten het verzoek van HHM te hebben ontvangen om de vier halve kanonnen met toebehoren aan de Staten van en de stad Utrecht terug te geven. Staten en stad hadden ieder twee kanonnen met een akte van restitutie geleend voor het onder L'Ermythe uitgevaren en nu teruggekeerde schip Hollandia. De afgevaardigden hebben Staten en stad echter overgehaald de lening van de vier halve kanonnen in dienst van HHM voor zes maanden te verlengen, mits deze mutatis mutandis opnieuw een akte van restitutie krijgen.
HHM verlenen de gewenste akte voor de genoemde heren van Utrecht.

16 HHM resumeren hun op 5 aug. genomen besluit over de vergoeding van Louys de Saulguer voor de ontdekking van het voorgenomen verraad tegen Bergen op Zoom.
In plaats van 600 gld. en 12 gld. per maand extraordinaris traktement boven de betaling van zijn onkosten in de herberg betalen HHM De Saulguer eenmalig 1.000 gld. Hiervan wordt hem in plaats van de 600 gld. ordonnantie gedepêcheerd.

17 De heren Camholt en Witfelt, respectievelijk burgemeester en secretaris van Emden, compareren en dienen een brief in van de burgemeesters en raad van Emden, hun lastgevers, d.d. 24 juli. Krachtens deze brief danken zij HHM voor de door hen betrachte kosten en moeite. Daarnaast verklaren zij dat het behoud van hun staat, religie, goed en bloed naast God geheel afhankelijk is van HHM. Zij verzoeken de commandanten van Emden en Leerort te gelasten de uitvoer en invoer van en naar deze plaatsen toe te staan, zoals voor de blokkade gebruikelijk was.
Ten tweede vragen zij om de voor de bezetting van de Eems gezonden schepen terug te roepen.
Ten derde vragen zij de commandant van het garnizoen in Emden te gelasten de buiten op de forten gelegen soldaten in dienst van de stad door staatse soldaten te laten bijstaan tegen de vijandelijkheid van de keizerlijke troepen en hen te beschermen tegen mogelijke aanvallen.
HHM verklaren zich onder alle omstandigheden goede vrienden van de stad Emden te betonen. Inzake de eerste twee punten houden zij vast aan hun gisteren genomen besluit. Het derde punt laten zij Veltdriel met Z.Exc. bespreken.

18 De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier compareren. Conform de resolutie van 7 aug. heeft hun College een groot deel van de op hem gerepartieerde oorlogsschepen naar de kust van Vlaanderen gestuurd. De equipagemeester is gelast nog een schip te huren, waarmee de overige levensmiddelen de komende week eveneens naar de kust kunnen worden vervoerd. Een kapitein van een op het College gerepartieerd jacht heeft echter gezegd toestemming te hebben gekregen van luitenant-admiraal Dorp om in Zeeland aan wal te gaan en daar zijn schip te bevoorraden.
HHM manen de afgevaardigden zo spoedig mogelijk de genoemde kapitein te schrijven niet naar Zeeland te varen maar net als de andere schepen langs de kust zijn bevoorrading af te wachten.

19 De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier berichten over het op 12 juli ingediende rekest van Willem Stevensz. Het College heeft de suppliant ontslagen als kapitein van een roei-jacht, omdat hij niet conform de regels van het land voldoende borg kon stellen voor zijn getrouwheid en eventuele schade aan Nederlanders en neutrale landen. Tevens zou de kans groot zijn geweest dat de suppliant zich op zee niet binnen de grenzen van zijn commissie zou gedragen. Indien hij zich wel aan zijn commissie zou houden, wilde de suppliant niet langs de kust van Vlaanderen maar langs de kust van Spanje zijn fortuin zoeken. Dit druist rechtstreeks in tegen de bedoeling van het College en het aanvankelijk door de suppliant gedane voorstel.
HHM nemen hierover geen besluit.