24 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM arresteren de gisteren genomen resolutie over de door de commiezen-generaal ingediende punten.
Stavenis verklaart echter namens
Zeeland
hiermee niet verder in te stemmen zonder
goedkeuring van zijn lastgevers.
2
De gezanten in
Engeland schrijven d.d. Londen 21 aug. dat de Oost-Indiëvaarders nog
niet zijn vrijgelaten en dat de voor het ontzet van
La
Rochelle bestemde vloot nog niet is uitgevaren.
HHM nemen hierover geen resolutie.
3
Een brief van commandant
Erentruiter d.d. Emden 26 juli behoeft geen resolutie.
4
Huygens,
Bruninxs,
Stavenis,
Rode,
Eysinga,
Haersolte en
Schaffer moeten uit de door de
commiezen-generaal ingediende memorie, de door de pachters van het
kwart ingediende stukken en de resolutie van
Holland
over de memorie een
concept
opstellen ter verbetering van de ordonnantie op de verpachting. Na
onderzoek van het concept moet dit aan de provincies worden
gestuurd.
5
HHM vragen advies aan de RvS over het verzoek van
Johan Hacket, commandant van Ravenstein, om terugbetaling van 1.000 gld.
Dit bedrag zegt hij tijdens zijn bevelvoering aan spionnen
en
andere geheime personen te hebben betaald om de plannen van de
vijand te
achterhalen.
6
HHM vragen de ter vergadering verschenen afgevaardigden van de Admiraliteiten te
Rotterdam
,
Amsterdam
en
Dokkum
of zij ook voorstellen willen doen waaraan aandacht moet worden besteed bij de verpachting van het kwart. Zij antwoorden er geen opmerkingen over te hebben.
7
Kelffken,
Verboom,
Stavenis,
Rode,
Veltdriel,
Almeloe en
Schaffer zullen vanmorgen om elf uur op het
stadhuis hier in aanwezigheid van de afgevaardigden van de
Admiraliteitscolleges met de schepenen en secretaris van
's-
Gravenhage het kwart van de konvooien en
licenten
verpachten. Dit gebeurt op de oude voet en zonder executie te doen.
Op
het hoogste bod mogen zij 1.000 gld. stellen. De pacht dient zo
hoog
mogelijk te worden gebracht zonder deze tot een precies bedrag te
beperken. Dit laten HHM aan de genoemde heren over. Van de 1.000
gld.
wordt ordonnantie gedepêcheerd.
De heren van
Friesland en
Groningen vragen HHM om de
aanwezigen bij de verpachting te
zeggen dat het konvooi of licent op de uitvoer van kanterkaas
of
stapelkaas in hun provincies tot nog toe niet per gewicht maar
per aantal wordt verpacht. In
Friesland wordt per honderd naar
Bremen uitgevoerde kazen voor zes schippond en
naar
Hamburg voor vijf schippond aangeslagen. In
Groningen worden tien grote of twintig middelgrote
kazen voor één schippond aangeslagen. Ook mag er volgens de heren
geen wijziging komen in de belastinginning van het ingevoerde
Lüneburgse zout.
HHM weigeren dit en laten de verpachting slechts gebeuren conform de ordonnantie en de ampliatie daarvan. Hierop verklaren de heren van Friesland en Groningen dat hun lastgevers vasthouden aan de vele jaren gebruikelijke en nageleefde wijze en niet toestaan dat de pachters hierin verandering aanbrengen.
8
Het verzoek van de kaaskopers uit
Friesland bij de licentbetaling van de kaas gelijkgesteld te worden
met hun collega's in
Groningen wijzen HHM af.
9
Barent Taepkens verzoekt op zijn eerdere commissie als extraordinaris
commies-generaal te mogen aanblijven en in dit ambt te worden
bevestigd. Anders
wil
hij in hetzelfde ambt opnieuw worden aangesteld over alle
Admiraliteitscolleges.
HHM schorten een besluit hierover op.
10
Na de retroacta te hebben gelezen inzake het op 21 aug. ingediende rekest van
Joan van Raesfelt c.s. besluiten HHM dat men de door de drost en 24 etten van
de
Landschap
Drenthe in deze zaak gevolgde ordinaris
rechtsgang niet mag belemmeren. De partijen moeten echter op 1
dec. in 's-
Gravenhage compareren voor de
afgevaardigden van HHM om hun onderlinge geschillen indien mogelijk
bij te
leggen.
11
HHM vragen de binnengekomen
Aert Meuris, boekverkoper in de Papenstraat te 's-Gravenhage, in wiens
opdracht hij Schryvens van de Rooms keyserlycke
majesteits
Biechtvader
drukt en verkoopt.
1
Hierin
staan
verschillende lasterlijke aantijgingen tegen de
hertog van Buckingham. Meuris
verklaart hierop
dat hij het geschrift heeft gekregen van de heer
De
Glarges, pensionaris van Haarlem. Hij
meende
dat De Glarges gelast was het werk te doen drukken.
HHM verbieden Aert Meuris uitdrukkelijk exemplaren van dit geschrift te verkopen en laten hem de verspreide exemplaren terugnemen. Ook gelasten zij hem dergelijke zaken voortaan na te laten.