22 - 09 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Pabo Broersema en de syndicus
Scato
Gockinga, afgevaardigden van de Ommelanden, compareren.
Krachtens hun door de jonkers, hoofdelingen, eigenerfden en
gevolmachtigden opgestelde credentiebrief d.d. Groningen 14 aug.
dienen zij een propositie in.1
Schaffer vraagt of de afgevaardigden van de stad
Groningen over deze propositie voor HHM met die
van de
Ommelanden
in discussie mogen
treden.
HHM nemen hierover geen besluit.
2
HHM nemen geen besluit over een brief van de gezanten in
Frankrijk d.d. Parijs 8 september.
3
Secretaris
Huygens compareert en bericht dat de RvS de brief van de
heer van Dyden, commandant te
Emmerik [Emmerich],
inzake de arrestatie van de keizerlijke en (keur)vorstelijke
commissarissen heeft onderzocht. De Raad adviseert de commandant te
schrijven
dat deze goed werk heeft geleverd, maar niettemin de commissarissen
moet vrijlaten. Hij mag hun niet laten merken dat HHM hebben
ingestemd
met hun aanhouding of dat zij hem opdracht hebben gegeven hen
vrij
te laten.
HHM nemen dit advies over.
4
Het door secretaris
Huigens namens de RvS verstrekte advies in aanmerking genomen,
stemmen HHM in met het op 11 sept. gedane verzoek van de
Palts-Neuburgse raden.
5
De
Admiraliteit te Dokkum
bericht d.d. Dokkum 4/14 sept. dat
Christiaen Craen uit Friedewald in het graafschap Nassau op
commissie van
Hendrick Wint
en
Marquard Rantsou, commandant
namens
de
koning van Denemarken in
Glückstadt, met een smakschip tegen de vijand is uitgevaren. Hij
heeft
twee schepen van Nederlanders veroverd, waarvan het ene op weg was
naar
Bremen en het andere naar
Hamburg.
Craen is daarvoor gevangengenomen en naar
Dokkum
gebracht.
HHM laten het College Craen behandelen als een piraat en hem straffen conform 's lands wetten.
6
De
heer van Dyden bericht d.d. Emmerik [Emmerich] 18 sept. overtuigd te zijn
dat hij het
door hem aan
de compagnie van
Soppenbroeck
voorgeschoten geld terugkrijgt. Toch blijft hij deze compagnie
liever niet betalen.
Op advies van Z.Exc. en de RvS schrijven HHM de
Kleefse regering de compagnie van Soppenbroeck
te betalen van de lopende contributies.
Ook meldt Dyden dat de
paltsgraaf van Neuburg een brief d.d. Gressenich 12 sept. aan de magistraten en
ambtmannen van de steden
Xanten,
Kalkar,
Goch,
Kranenburg en van
Griet [bij
Kleef],
Griethausen,
Uedem en andere
nabijgelegen plaatsen heeft geschreven. Hij heeft hun gelast
acht
compagnieën van elk driehonderd soldaten in te legeren en de kost
te
geven. De troepen zullen door overste
Neerschen in dienst van de
keizer worden geworven.
Op advies van Z.Exc. en de RvS schrijven HHM aan de genoemde magistraten en ambtmannen dat deze het volk van het regiment van Neerschen niet moeten inkwartieren. Dit is immers in strijd met de neutraliteit, waaraan de
aartshertogin, HHM en de (keur)vorsten van
Brandenburg en Neuburg zich dienen te houden en
die door verschillende
brieven is bekrachtigd. Zo niet, dan zijn HHM genoodzaakt benodigde
maatregelen
te treffen in het nadeel van de genoemde steden.
7
Op advies van de RvS antwoorden HHM als volgt op de brief van de
Kleefse regering d.d. Emmerik [Emmerich] 11 sept. inzake haar
nominatie van
twee personen waaruit zij met goedkeuring van HHM een
plaatsvervanger van
Jan Retzer als controleur-generaal
wil kiezen. Zolang de Kleefse regering hun resolutie en
antwoord op
de propositie van ambtman
Aher
niet strikt
nakomt, kunnen HHM hierop niet ingaan. Ook antwoorden zij te
hebben begrepen dat
de
Kleefse regering de compagnie van
Soppenbroeck nog niet heeft betaald.
8
De
RvS
compareert en zegt geen geld te hebben om de resolutie van 19 sept. inzake de voerlieden uit
Gelderland uit te voeren, noch om de 12.000 gld. te betalen om het gat
in de lange krib langs het
Kleefse Spui conform de
resolutie van 20 sept. te laten
maken. Dit tenzij
HHM er bij de provincies nader op aandringen om spoedig hun quoten
in de
legerkosten en fortificaties op te brengen.