26/09/1628

 
English | Nederlands

26 - 09 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM geven een brief van de koning van Denemarken d.d. Kopenhagen 22 juli aan Noortwyck en Schaffer om deze te bespreken met Z.Exc.

2 Nobel bericht over een brief van de burgemeesters van Rotterdam d.d. Rotterdam 25 september. Deze melden dat hun burger Jan Jansz. Boer een van de gevangenen op het door vice-admiraal Quast bij Scheveningen overmeesterde schip van de Duinkerkers is geweest. In januari is hij met de schipper Tonis de Vogel overvallen en in gevangenschap naar Duinkerke gebracht. Krachtens het op 3 aug. te Roosendaal gesloten verdrag van de gevangenenruil kon Boer niet worden worden vrijgelaten, aangezien hij geen geld had om zijn proviand te betalen. Om deze redenen verzoeken de burgemeesters hem uit de gevangenis te ontslaan.
HHM laten deze zaak beslissen door Z.Exc.

3 HHM geven de declaratie van Jan de Mortange vanwege het tussen 10 en 14 mei aangeboden defroyement van Carlil, ambassadeur van de koning van Engeland, aan de RvS om erover te besluiten.

4 HHM geven de declaratie van Oosterwijck inzake de onkosten, daggelden en ontvangen bedragen voor zijn reis naar Venetië aan thesaurier-generaal Van Goch om erover te berichten.

5 De bewindhebbers van de Austraalse Compagnie verzoeken HHM een billijke beloning te geven voor het ontdekken van de Straat Le Maire. Ook moeten zij voortaan regelen dat de supplianten zonder bemoeienis en belemmering van de VOC , de WIC en anderen volledig kunnen gebruikmaken van hun octrooi. De bewindhebbers zijn bereid hun in Nederland aangekomen schepen en goederen ter beschikking en rechtspraak van HHM te stellen, zodat die van de VOC en alle anderen hun vermeende aanspraken niet op zee of tijdens de reis maar voor de Staten-Generaal ter sprake moeten brengen. Als anderszins het octrooi van de WIC van kracht blijft, dan moeten de supplianten voor het ontdekken van de Straat Le Maire en het ontberen van hun octrooi een redelijke vergoeding te krijgen.
HHM laten Eck, Bruninxs en Veltdriel dit rekest nader onderzoeken. Zij moeten de partijen horen en proberen deze tot overeenstemming te brengen. Als dit niet lukt, dienen zij een advies op te stellen en over alles te berichten.

6 HHM lezen het rekest van de reders van de vijf schepen uit Hoorn die in mei 1627 door de schepen van de WIC zijn belemmerd om op Ilha de Maio zout in te laden. Zij verzoeken HHM deze zaak aangaande de Nederlandse handelsvrijheid zonder vorm van proces te laten schikken door commissarissen of bemiddeling van rechtsgeleerden en kooplieden. Tot de uitspraak zou de betaling van het invoerrecht over het reeds uit de in het West-Indische octrooi vermelde plaatsen ingevoerde en nog in te voeren zout moeten worden uitgesteld.
HHM laten Eck, Brunincx en Veltdriel dit rekest nader onderzoeken. Zij moeten die van de WIC horen en erover adviseren.

7 HHM lezen een namens de ambassadeur van Venetië ingediende memorie. Hierin wordt verzocht Phillips Sivet, eigenaar van het huis waarin de ambassadeur woont, opdracht te geven een schouw en een vensterluik in het raam van diens slaapkamer te maken.
HHM verzoeken Rode om de huurcedel te onderzoeken. Daarna moet hij Sivet gelasten te laten maken waartoe hij krachtens deze verplicht is.

8 Op verzoek van Cornelis Claesz. Pietaels, voormalig burgemeester van Medemblik en ongeveer vier jaar geleden naar Holstein verhuisd, verlenen HHM hem voorschrijven aan de koning van Denemarken. Pietaels wil zijn roerende goederen en andere zaken uit Holstein vervoeren en enkele tonnen zout invoeren om slachtvee te zouten.

9 Namens kolonel Ciscil wordt bericht dat hij blijft aandringen op betaling van de tijdens zijn verlof vervallen gages als ritmeester en kapitein van de infanterie.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

10 Op verzoek van HHM zullen de heren van Holland conform de resolutie van 21 sept. de gevangengenomen Duinkerkers streng beveiligd binnendoor van 's- Gravenhage naar de Admiraliteit in het Noorderkwartier laten brengen.

11 Schaffer bericht dat de afgevaardigden van Groningen en Ommelanden hun voorstellen over enkele conflicten afzonderlijk hebben ingediend. Beide partijen hebben kopieën van de ander ontvangen. Schaffer vraagt of de partijen in de vergadering van HHM over en weer gehoord kunnen worden, opdat de voorbereidingstijd kan worden beperkt.
HHM zullen de heren van stad en Ommelanden hierover morgen horen, waarna een passend besluit zal worden genomen.

12 Inzake het rekest van George Keir, vaandrig van de compagnie van kapitein Arskijn, machtigen HHM de RvS diens echtgenote Petronella van Voijsen hierover te horen. Met haar instemming moet de Raad het lijfpensioen zo voordelig mogelijk afkopen.

13 Op verzoek van Anna Schungels, weduwe van Gysbrecht op ten Berge, voormalig commandant te Ootmarsum, verlenen HHM haar voorschrijven aan het Hof van Oost-Friesland. De suppliante wil een spoedige afhandeling van haar lopende zaak tegen Raba Diderich van Ovelacker c.s.

14 De RvS adviseert d.d. 13 sept. over het op 12 aug.1 ingediende rekest van de weduwe van Guilliam van de Camer. De Raad meent dat de vijand aangaande de confiscaties strenger is dan men denkt. Aangezien HHM bovendien eenmaal hebben besloten ten gunste van de suppliante, kunnen zij dit nogmaals doen.
HHM nemen dit advies over.

15 Op verzoek van de inwoners van Eindhoven, Helmond, Gemert en andere onder contributie gelegen plaatsen stemmen HHM in met hernieuwing van de op 25 juni 1627 verleende akte. Krachtens deze mogen zij hun laken naar Goch brengen of laten brengen en het na het bleken weer terugbrengen.

16 De president bericht dat Joost Brasser blijft aandringen op betaling van de aan commissaris Hoogenhouck naar Glückstadt meegegeven wisselbrief van 10.000 gld. 2 Deze wissel is 31 mei vervallen en moet betaald worden van het uit Friesland gekomen subsidiegeld voor de koning van Denemarken.
HHM stellen een besluit hierover uit. Intussen bekijken zij hoeveel geld er nog door de provincies wordt opgebracht ten behoeve van de genoemde subsidie.

17 Agent Mibassen bericht d.d. Calais 19 sept. verdacht te zijn geweest van voorgenomen verraad tegen Calais en de citadel, waarvoor hij beledigingen heeft moeten ondergaan.
HHM bespreken de brief met Z.Exc. en besluiten daarna wat hiervoor de beste oplossing is.

18 Joannes Retzer bericht d.d. Emmerik 16 sept. enkele soldaten naar de richter in Emmerik [Emmerich] te hebben gestuurd, opdat deze de kwitanties van de lopende Kleefse contributies laat zien. Ook meldt Retzer dat de kerkelijke contributies in het Land van Kleef niet worden geïnd, omdat de Kleefse regering vreest in ongenade van de keizer te vallen. Ten slotte heeft Retzer in Soest [in Westfalen] een substituut aangesteld.
HHM sturen Retzer een afschrift van het aan ambtman Aer gegeven antwoord en het namens hen gegeven antwoord op de brief van de Kleefse raden van 21 sept., voor zover dit op hem van toepassing is. Zij manen hem zijn dienst als controleur te blijven voortzetten en conform zijn commissie regelmatig te berichten over de staat van de inning van de lopende contributies in de Kleefse en andere landen.

19 Eck en de andere afgevaardigden berichten conform de resolutie van 20 sept. de stukken en retroacta aangaande het door Govert Govertsz. Boormaecker ingediende rekest te hebben onderzocht. Zij vinden het rekest gegrond.
HHM laten de Admiraliteit te Rotterdam de suppliant met zijn tegenpartij ontbieden om hen indien mogelijk overeenstemming te laten bereiken. Zo niet, dan moet het College HHM berichten, zodat zij een passend besluit erover kunnen nemen.

1 Dit moet 12 sept. zijn.
2 Dit moet 10.000 rijksdaalder zijn.