11 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM bespreken of zij de
Heren Zeventien
nogmaals zullen schrijven hun aan Z.Exc. gedane belofte na te komen door enkele afgevaardigden naar
Engeland te sturen. Hun moet worden gelast daar in aanwezigheid van de
staatse ambassadeurs de geschillen met de Engelse Compagnie bij te
leggen.
HHM wachten de komst af van
Joachimi. Van hem willen zij weten of de genoemde deputatie is
samengesteld. In ieder geval zal deze conform de eerdere resolutie
op
kosten van de
Compagnie moeten worden gezonden.
2
Resident
Aissma bericht d.d. Hamburg 29 sept. het volgende:
I Op last van HHM heeft hij een wisselbrief van 10.300 rijksdaalder op ontvanger
Reael getrokken ten behoeve van het garnizoen te
Glückstadt.
II De keizerlijken hebben hun troepen voor deze stad met enkele compagnieën versterkt.
III Er is een vredesvoorstel bedacht tussen de
keizer en de
koning van
Denemarken.
IV
Stralsund wordt afgesloten.
V In
Lübeck wordt onderhandeld over de handelssociëteit op
Spanje.
VI Overste
Wallenstein heeft een uit
Pruisen gekomen
en door een keizerlijk oorlogsschip in
Rostock
opgebracht Hollands schip terstond vrijgelaten.
HHM zullen deze brief bespreken met Z.Exc.
3
De
president vraagt of men ondanks de afwezigheid van de afgevaardigden
van de
Admiraliteit in Zeeland
de
besprekingen over de beveiliging van de zee kan
voortzetten.
HHM zullen de komst van de genoemde afgevaardigden nog korte tijd afwachten.
4
De
Admiraliteit te Rotterdam
bericht d.d. Rotterdam 9 okt. twee afgevaardigden naar
Brielle te hebben gestuurd. Deze moeten regelen dat de beschikbare
oorlogsschepen naar zee terugkeren en het voor
Scheveningen gelegen vijandelijke schip aanvallen.
Laatstgenoemd schip berooft de vissers.
Hierover hoeven HHM geen besluit te nemen.
5
Beaumont en
Ploos berichten het op 7
okt. opgestelde advies van de
Generaliteitsrekenkamer
nader te hebben
onderzocht. Dit betreft de
geroyeerde posten waarvan de
Admiraliteit in
het
Noorderkwartier
op 4 okt. had verzocht om deze door
haar
ontvanger in rekening te mogen
laten
valideren.
HHM laten de afgevaardigden naar aanleiding van hun rapport een advies opstellen.
6
In een rekest meldt
Henrick Gysbertsz., schipper en inwoner van Maasbommel, een partij haring en
stokvis vanuit
Nijmegen te hebben verkonvooid naar
Keulen. Met deze partij op karren geladen stuitte
hij
in de buurt van
Wissel op een groep
soldaten uit het
garnizoen
van
Rees. Deze hielden de schipper en zijn lading
aan
omdat tussen de genoemde karren een konvooi van de vijand was
aangetroffen. De
suppliant vraagt HHM om de geconfisqueerde goederen vrij te
verklaren
en hem te verlossen van een obligatie van 415 gld. die hij in Rees
aan
rantsoen ten behoeve van de genoemde soldaten heeft moeten
ondertekenen.
HHM geven het rekest voor advies aan de RvS.
7
De RvS adviseert d.d. 9 okt. over het op 3 okt. ingediende rekest van
Hendrick Gillisz., burger van Amsterdam. De Raad meent dat de aan de
commandant van Emmerik gegeven
last
op de
commandant van Nijmegen
mag
worden overgedragen. Dit geldt ook voor alle andere commandanten
door
wie
de suppliant het beste geholpen denkt te worden, doch niet in het
algemeen voor alle commandanten conform zijn verzoek. Bovendien
dient
de aan de commandant van Emmerik verstrekte last eerst
te worden
vernietigd.
HHM nemen dit advies over.
8
HHM laten de RvS besluiten over het verzoek van de voerlieden in
Gelderland om betaling van door hen in 1626 en 1627 te velde verrichte
diensten.
9
Met kennis van zaken wijzen HHM het verzoek af van
Charles de Saint Martyn, voormalig luitenant van kapitein
Meuillet.
10
Pieter van Allevrunden en
Clarebout, beiden
kapiteins op een pleit in dienst van HHM, verzoeken om betaling
voor
hen en hun matrozen.
HHM zullen dit bespreken met de aanwezige afgevaardigden van de
Admiraliteit te Rotterdam
.
11
De erfgenamen van
Margarieta de Coninck antwoorden op het op 30 aug. ingediende rekest van
Jan Adriaensz. van der Burch en
Symon Adriaensz. van Groenewegen.
Zij
vinden dit rekest ongegrond en nadelig voor de litispendentie voor
het
gerecht van
Terneuzen. Hierom zou het verzoek
moeten
worden afgewezen en zouden de supplianten de kosten van dit
storende
voorval
moeten betalen.
HHM geven dit antwoord aan de tegenpartij om er binnen zes dagen op te reageren.
12
Weduwe
Catharina van Riemsdijck verzoekt haar zoon
Erasmus
van Brederode bij een compagnie infanterie in staatse
dienst
onder te brengen en hem een soldatengage te geven.
HHM machtigen de RvS om de zoon in de compagnie van kapitein
Meteren te benoemen en hem het salaris van een adelborst te laten
ontvangen.
13
De burgemeesters en raden van
Hoorn verzoeken d.d. Hoorn 6 okt. het voor HHM lopende proces
tussen
Jan Aelbertsz. Raven c.s. en
consul
Cornelis Wits zo spoedig
mogelijk te beëindigen of te laten besluiten door gedelegeerde
rechters.
HHM verzoeken de commissarissen het proces in behandeling te nemen en erover te berichten.
14
Op verzoek van de heren van
Holland en
Groningen geven HHM hun kopieën van de
conceptantwoorden op de op 18 sept. namens
Stralsund
ingediende propositie en op het op 7 okt. gedane voorstel van de
resident van Denemarken.
15
Secretaris
Huigens compareert en meldt dat de RvS conform de resolutie van 8
okt. heeft gecontroleerd hoeveel buskruit er nog in voorraad is. In
het
magazijn van de Generaliteit ligt 27.000 pond en in dat van
Holland
achtduizend pond buskruit.
HHM verzoeken de Raad zoveel in te slaan als hij voor het land het meest voordelig acht.
16
Commandant
Dyden bericht d.d. Emmerik [Emmerich] 8
okt. de brief
van HHM aan de steden
Goch,
Kalkar,
Xanten,
Uedem,
Griet,
Griethausen en
Kranenburg met zekerheid te hebben laten
bezorgen.
Ook meldt
Dyden dat de
paltsgraaf van Neuburg
de
ambten in het vorstendom
Gulik
[Jülich]
heeft gelast enkele
compagnieën cavalerie in te legeren. Dit blijkt uit een
bijgevoegde
kopie van een brief van de paltsgraaf.
17
De RvS bericht over een aan hem gerichte brief waarin commandant
Dyden d.d. Emmerik [Emmerich] 8 okt. het volgende schrijft:
I In de katholieke kerken in
Emmerik
[Emmerich] is door gereformeerden gepreekt.
II De kerkenraad en predikanten van
Wezel zijn van hun renten en godshuizen beroofd en gereformeerden
mogen niet op de kerkhoven worden begraven.
III De gereformeerden in
Gulik
[Jülich] blijven verzoeken om de hun afgenomen kerken niet in gebruik
te laten nemen door de katholieken. Voordat deze de vruchten van
hun
capitulatie
mogen plukken, moeten eerst de gereformeerden in Wezel
genoegdoening
krijgen.
HHM geven deze brief met bijlagen aan de RvS om er na overleg met Z.Exc. over te adviseren.