14 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het rekest van voormalig fiscaal
Gerridt Berck, die door de gedelegeerde rechters vanwege zijn
misbruiken tot levenslange gevangenisstraf is veroordeeld. Berck
verzoekt uit
zijn beklagenswaardige hechtenis te worden vrijgelaten en wil op
last van HHM in
Beijerland en de Ring van
Putten
verblijven.
De bemiddeling ten behoeve van Berck van de afgevaardigden namens
Dordrecht in aanmerking genomen, laten HHM de suppliant uit gratie en
medelijden vrij en zetten zij hem gevangen in Beijerland en de Ring
van
Putten. Hiertoe moeten zijn vrienden echter wel een borg stellen
van
60.000 gld. opdat Berck daar naartoe vertrekt en er voortdurend
aanwezig blijft.
2
Naar aanleiding van het verzoek van
Abraham de Velaer, koopman te Amsterdam, geven HHM hem toestemming voor de
uitvoer van tien houten masten naar
Marseille.
Daarmee
worden de daar binnenkomende Nederlandse schepen met afgebroken
masten
hersteld. De Velaer moet dan wel op het kantoor van de
Admiraliteit te Amsterdam
borg
stellen en deze binnen een door het College te bepalen termijn
zuiveren.
3
De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten adviseren d.d. 13 okt. over de uitvoer van het van het eiland
Tortuga
[Île de la Tortue] afkomstige grove zout. Zij menen dat het land geen schade zal
ondervinden van de uitvoer, aangezien het zout niet kan worden
gezied in een pan.
HHM laten de Colleges de uitvoer van het genoemde grof zout toestaan en inlichtingen inwinnen hoeveel andere soorten grof zout in het land zijn. Als HHM deze informatie hebben, zullen zij erover besluiten.
4
Naar aanleiding van het verzoek van koopman
Elias Trip stemmen HHM in met de uitvoer van drieduizend kogels van 28
pond per stuk naar
Malta.
5
Naar aanleiding van het verzoek van
Willem Schenck geven HHM hem uit medelijden 25 gld., waarvan ordonnantie
wordt gedepêcheerd.
6
Het verzoek van
Jan Jansz. van Coesvelt om een door hem uitgebreide akte te laten uitvoeren, wijzen
HHM
af. Zij houden vast aan hun resolutie van 12 oktober.
7
Agent
Mibasse bericht d.d. Calais 8 okt. een wisselbrief op HHM te trekken
om binnen vier dagen na zicht 2.310 st.1 te betalen. Dit betreft een
jaartraktement à 1.000 gld. en voorschotten voor de uit
Vlaanderen afkomstige gevangenen en andere
onkosten à
1.397 gld. 2 st., conform de rekening daarvan.
HHM geven de brief met bijgevoegde rekening aan thesaurier-generaal
Van Goch. Hij moet deze onderzoeken en erover berichten.
8
Een brief van agent
Brederode d.d. Bazel 19 sept. behoeft geen resolutie.
9
Een brief van commissaris
Cracou d.d. Elseneur [Helsingør] 29 sept. behoeft geen
resolutie.
10
Resident
Aissma meldt d.d. Hamburg 24 sept. de volgende punten:
I Ontvanger
Reael kan de overgebleven 9.700 rijksdaalder van de in
Hamburg te trekken 50.000 gld. naar deze stad
sturen.
Daar kan dit bedrag getrokken worden.
II De vrijlating van admiraal
Reael wordt nog uitgesteld. Men zou hem proberen te ruilen tegen
de in
Glückstadt gevangengenomen
baron van
Schomberch. Eerdaags zal
Wallenstein
antwoorden op de brief van HHM.
III De in
Lübeck over de sociëteit gehouden vergadering van de
Hanzesteden is onverrichter zake uiteengegaan.
HHM nemen hierover geen besluit.
11
De
Admiraliteit te Dokkum
schrijft d.d. Dokkum 28 sept. dat het voor de Nederlanders het beste zou zijn wanneer het uitvoerverbod van zout van kracht blijft.
Desondanks blijven HHM bij het eerder conform het advies van de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges genomen besluit over de uitvoer van het zout uit
Tortuga
[Île de la Tortue].
12
HHM laten
Essen en
Noortwijck de gisteren
ontvangen en in het leger voor La Rochelle geschreven brief van de
koning van Frankrijk d.d. 19 sept.
onderzoeken. Zij moeten de retroacta aangaande deze zaak nakijken
en
erover adviseren.
13
De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges compareren en verzoeken reces te mogen nemen tot maandagavond. Zij willen hun Colleges op de hoogte stellen van enkele tijdens de bespreking over de beveiliging van de zee behandelde punten.
HHM stemmen hiermee in. Zij verzoeken de afgevaardigden om maandagavond terug te komen.
14
De
Admiraliteit te Rotterdam
heeft conform de resolutie van 12 okt. een lijst ingediend van soldij en kostgeld voor honderdtwintig man. Dit betreft de afgelopen zomer op twee pleiten onder kapitein
Pieter van Allevrunden en
Jan Claerbout ingezette
matrozen en de achttien man
onder kapitein
Cors Claesz. die op
de sloepen of
jachten achter de ordinaris trein van het leger hebben gediend. Ten
slotte bevat de lijst de extraordinaris soldij van de geweldige
en
zijn vier dienaren ten behoeve van het toezicht op en de discipline
van
de matrozen in de trein. Het totaalbedrag is 16.162 gld. 16 st. 4
d.
HHM geven de lijst aan thesaurier-generaal
Van Goch. Hij moet deze vergelijken met de staat van oorlog en
erover
berichten.
15
Noortwijck bericht voor eigen gebruik een koets uit
Engeland te hebben laten komen. De
Admiraliteit te Rotterdam
weigert
deze te laten afleveren voordat er inkomend konvooi over is
betaald.
HHM laten Noortwijck zijn koets invoeren zonder daarover konvooi of licent te hoeven betalen.
16
Raadpensionaris
Duyck brengt een brief d.d. Parijs 30 sept. te berde. Ambassadeur
Aerssen bericht hierin dat
verschillende personen bezig zijn een
bestand
met de vijand voor de Republiek te regelen.
HHM vragen de raadpensionaris om deze brief met Z.Exc. te bespreken.
17
De
president bericht met Z.Exc. de gisteren ontvangen brief van de
ambassadeurs in
Frankrijk van 30 sept. te hebben
besproken. Deze meent dat men eerst de afloop van [het beleg van]
La
Rochelle dient af te wachten voordat zinvol over de
herroeping
van de ambassadeurs kan worden besloten.
HHM laten de kwestie hierbij.
18
HHM lezen de declaratie van
Sijmon van der Meijden, generaal van de Munt, van zijn wedden, vacaties en
reiskosten tussen 1 juli 1627 en 30 september. Ook lezen zij de
door het
merendeel van de generaals ingediende remonstrantie. Deze
beweren hierin dat het onmogelijk is hun dienst te doen conform de
resolutie van 16 september. De generaals vragen HHM om dit besluit
te
herzien. Na een gesprek met hen kunnen zij een beslissing nemen in
dienst van het land en ter
voorkoming van buitensporigheden.
HHM geven de remonstrantie aan de
thesaurier-generaal om deze te onderzoeken en erover te berichten.
19
De RvS adviseert d.d. 12 okt. over de op 10 okt. ingediende memorie van commissaris
Hoogenhouck. De Raad meent dat Hoogenhouck moet worden
gelast slechts de 3.880 soldaten te betalen die hij eerder in
Glückstadt heeft betaald. Ook zou hij de
betaling
van
de verdedigingswerken mogen voortzetten, doch met mate.
HHM nemen dit advies over en verzoeken Hoogenhouck naar Glückstadt te vertrekken. Zij zullen regelen dat de 8.000 gld. wordt nagestuurd. Dit bedrag is toegezegd om boven de ontvangen 42.000 gld. door Hoogenhouck mee te nemen.
20
Naar aanleiding van de memorie van
Gerrardt van Schoonhoven en
Joost Brasser gelasten
HHM ontvanger-generaal
Doublet om
hun
drie
maanden rente van de voorgeschoten hoofdsom van 99.000 pond te
betalen,
te vervallen op 16 oktober.
21
De RvS adviseert d.d. 6 okt. over het op 9 dec. 1627 ingediende verzoek van
Andries Davidts om de helft van het door
Cornelis van
Milanen ontvangen traktement van 22 pond per maand te
krijgen. De Raad meent dat dit niet kan worden toegekend.
HHM nemen dit advies over.
22
In een brief d.d. 's-Gravenhage 10 okt. beveelt de
Raad van Brabant
het door de buiten
Brabant uit Brabantse ouders geboren mr.
David
de Ruiter ingediende rekest aan. De Ruiter verzoekt
herstel van zijn
geboorterecht, waardoor hij geschikt wordt verklaard als ingeboren
Brabander alle ambten in Brabant te mogen bedienen,
hoewel
hij daar vanwege de oorlog niet is geboren.
HHM stemmen in met het verzoek. Zij laten in de verschuldigde vorm een akte voor de suppliant depêcheren zonder dat dit een precedent creëert. Verder zal het herstel van het geboorterecht van Brabanders nader worden onderzocht zodat er een regel voor kan worden opgesteld.
23
Beaumont bericht conform de resolutie van 19 sept. met de
president van de Hoge Raad te
hebben
gesproken. Deze heeft geantwoord dat de
Raad
niet op de hoogte was van een overdracht
door HHM van
het proces van
Guillaeme van de
Weege
als curator van
Jacques van
Belle c.s. tegen
Nicolaes
de
Wale
Rogiersz. c.s.
HHM verzoeken de Hoge Raad het proces te willen aannemen en beide partijen een spoedige rechtsgang te verlenen.
24
HHM arresteren het antwoord op de op 18 sept. namens
Stralsund gedane propositie van
Rostock.
2
HHM verzoeken de burgemeesters en raad van Stralsund dapper voort te gaan met hun acties tegen de openlijke gewelddadigheden van hun vijand. Deze dienen niet slechts het behoud van de stad en zijn privileges maar van de vrije handel en scheepvaart op de
Oostzee en
Noordzee en de gehele evangelische wereld
welke de Katholieke Liga wil vernietigen. Gezien het terugtrekken
van
de
vijand menen HHM echter dat de aanvankelijke nood van Stralsund
grotendeels is
verdwenen.
Bovendien zullen de burgemeesters en raad wel begrijpen dat de
kosten van de Republiek vanwege de langdurige oorlog tegen
Spanje
bijzonder zijn toegenomen. Van haar bondgenoten of van de
Hanzesteden heeft de Republiek geen hulp gekregen.
Integendeel: boven hun vermogen ondersteunen HHM ook nog de
koning van Denemarken met een fors
maandbedrag. Deze koning houdt zijn vijand in de andere gebieden
bezig,
waardoor Stralsund enigszins wordt verlicht.
Vanwege de financiële toestand van de staat kunnen HHM dus niet meer subsidiegeld geven aan hun bondgenoten. Opdat zij echter wel op de hoogte blijven van de situatie in Stralsund, zullen zij een geschikte afgevaardigde sturen. Deze moet hierover nauwkeurig berichten, met name over de Oostzee, en aan alle beraadslagingen van de burgemeesters en raad deelnemen. Wanneer de situatie dit vereist, zullen HHM de verzochte bijstand nader overwegen. Voor zover de financiële toestand dat toelaat zullen zij een afdoende subsidie geven indien Stralsund opnieuw door de vijand wordt belegerd of harder wordt aangevallen.
25
HHM arresteren het antwoord op de op 7 okt. door de
resident van de
Deense koning gedane
propositie.
3
De bij het bondgenootschap beloofde subsidies zijn conform de wens van de koning bestemd voor het onderhoud van het in
Glückstadt aanwezige garnizoen. Dat is ongeveer acht weken niet of
nauwelijks betaald en heeft genoegen moeten nemen met proviand.
Aangezien het garnizoen daarover ontevreden is, vreest men dat op
de
langere duur de door de stipte wekelijkse soldijbetalingen
verkregen goede orde en discipline weer zullen verdwijnen en
wellicht
verslechteren. Een van de voornaamste koninklijke officieren in
Glückstadt heeft HHM hiervan op de hoogte gebracht.
Aangezien Z.M.
ook
in de zondag ontvangen brieven van 30 aug. verzoekt om betaling van
het
genoemde garnizoen zal de resident van mening zijn dat het
subsidiegeld
slechts hiervoor mag worden aangewend. HHM vragen hem dit met
aanbeveling aan Z.M. over te brengen.
26
Naar aanleiding van de ontvangst van
Beaugy, die als ordinaris ambassadeur van de
koning van Frankrijk in de Republiek zal
verblijven, sturen HHM hofmeester
Mortangie naar
Rotterdam.
Daar moet deze zo verantwoord mogelijk het defroyement regelen en
de ambassadeur
naar 's-
Gravenhage begeleiden.
Verder verzoeken
HHM
Z.Exc. om de ambassadeur met de koetsen in de buurt van
Rijswijk te ontvangen en hem namens hen conform
het
reglement te laten verblijven in het daartoe aangewezen
huis. Daar zullen de afgevaardigden van HHM de ambassadeur bezoeken
en
verwelkomen.
27
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
bericht d.d. Enkhuizen 11 okt. dat het uitvoerverbod van zout van kracht zou moeten blijven.
Desondanks stemmen HHM in met de uitvoer van het zout van
Tortuga
[Île de la Tortue].
28
De afgevaardigden
Bruininxs en
Rode berichten het op 2
okt. door
Willem van der Sluyse
ingeleverde model van een watermolen te hebben onderzocht. Zij
vinden
het er goed uitzien.
HHM verlenen Van der Sluyse voor negen jaar octrooi in de gebruikelijke vorm voor de watermolen, mits dit een nieuwe uitvinding betreft en hij de molen binnen een jaar in werking brengt.
29
HHM ontvangen twee brieven uit Algiers van
Pieter Maertensz. Coy van 18 en 24 juli. Hierin bericht Coy twee
wisselbrieven van 252 en 600 stukken van achten te hebben
getrokken. Hij verzoekt HHM deze te betalen.
HHM voegen de stukken toe aan de besognes inzake de
Levantse handel om deze nader te onderzoeken.
30
Namens de burgemeesters en regeerders van
Enkhuizen meldt
Bruininxs dat deze
burgemeester
Trompet zover hebben
gekregen conform het bevel van de
WIC
4.000 gld. met rente te doen betalen. De
Bewindhebbers beweren dat hij voor dit bedrag in de boeken van de
Kamer Enkhuizen
geregistreerd
staat.
De magistraten moeten dan wel de persoon op wie Trompet zijn actie
wil
overdragen verkiesbaar stellen als bewindhebber van deze Kamer.
HHM nemen deze verklaring aan. Zij laten de persoon verkiesbaar stellen, mits de magistraat van Enkhuizen het met deze kandidaat eens is.
31
Aelbertsz. bericht conform de resolutie van 7 aug. met
Antwerpen in
Amsterdam te zijn
geweest. Met veel moeite is in de
Kamer
Amsterdam
uiteindelijk de 21-jarige rekening van de
VOC
gesloten en ondertekend
onder
vermelding van alle bijgevoegde beperkingen. De aanspraken van de
opnemers
Housepied en
Aert Gyselis op vijf
jaarsalarissen zijn echter onopgelost gebleven. De Bewindhebbers
verklaren deze niet te hoeven betalen.
HHM laten
Van der Dusse en
Beaumont met Aelbertsz.
de genoemde aanspraken onderzoeken, de retroacta erover nakijken en
erover adviseren.