23 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De uit
Amsterdam teruggekeerde ambassadeur
Joachimi bericht dat de
Heren
Zeventien
hem hebben gemeld de volgende personen naar
Engeland
te hebben afgevaardigd:
Symon de
Rijcke namens de
Kamer Amsterdam
,
Gerrard Welhouck, namens de kleine
Kamers van
Holland en
West-Friesland,
en
De Haze namens de Kamers van
Zeeland
. De Bewindhebbers zijn
bezig
nog meer personen aan te stellen van wie zij menen dat deze aan de
deputatie moeten worden toegevoegd.
HHM laten over de deputatie en de verdere aanstelling van afgevaardigden berichten aan hun extraordinaris gezanten in Engeland, opdat deze er gebruik van kunnen maken. Verder verzoeken zij hun nogmaals om een schriftelijke belofte van
Z.M. te verkrijgen dat de genoemde afgevaardigden vrij mogen
bewegen, verblijven en terugkeren. Zij mogen niet worden
lastiggevallen,
ook al blijven de tussen de VOC en de Engelse Compagnie gerezen
conflicten onopgelost.
2
Commissaris
Hartman schrijft d.d. Glückstadt 10 okt. dat een dag eerder het
leger voor
Glückstadt is opgebroken en naar
Krempe getrokken. Verder bericht Hartman dat het
garnizoen in Glückstadt niet langer tevreden is met een halve
lening en
levensmiddelen. Indien er geen spoedige subsidie komt, kan het
garnizoen gaan muiten.
HHM laten de
president deze brief bespreken met Z.Exc. Ook moet hij met hem over
het vertrek
van
Hoogenhouck spreken, aangezien
deze dit uitstelt vanwege het ontbreken van een
oorlogsschip om hem naar Glückstadt te brengen.
3
De
baron van Gent bericht d.d. Arnhem 9 okt. het regiment van de
keurvorst van Brandenburg niet op
de
been te kunnen houden, vanwege het verleende uitstel voor vier
maanden
achterstand van de contributies. Verder meldt hij dat ontvanger
Onckel
vanwege de lopende
Kleefse contributie 11.000
rijksdaalder heeft
ontvangen. Ten slotte verzoekt Gent om een voorschot van drie
maanden onderhoud van het genoemde regiment. Zo kunnen HHM het
gehele
beheer van de contributies in handen krijgen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
4
De RvS adviseert d.d. 20 okt. over het op 4 okt. ingediende rekest van graaf
Johan Maurits van Nassau. De Raad meent dat men de verzochte terugbetaling niet moet
doen.
De obligatie en andere bewijsstukken in aanmerking genomen schenken HHM de graaf ondanks het advies van de Raad 8.000 gld., in vier jaar te betalen in gelijke delen. Daartoe moeten de originele obligatie en andere stukken aangaande de aanspraken wel worden ingeleverd en ingetrokken.
5
De aanwezige afgevaardigden van de
Admiraliteit in Zeeland
compareren. Zij verzoeken het volgende:
I Acht oorlogsschepen aan het College toe te voegen ter beveiliging van de binnenwateren, of de tekorten door de andere Colleges te laten aanvullen.
II HHM de staat van oorlog te water te laten herzien en het Zeeuwse College net als de andere Colleges nog drie schepen te laten krijgen. Deze worden dan ingezet voor het konvooi van de koopvaarders van
Zeeland.
HHM laten de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges in
Rotterdam
,
Amsterdam
, het
Noorderkwartier
, Zeeland en
Friesland
dit
verzoek bespreken met Z.Exc.
6
De dienaren van justitie van het
Hof van Holland
vragen een vergoeding voor het vervolgen van de uit het door vice-admiraal
Quast op het strand gejaagde Duinkerkse schip afkomstige
officieren en
matrozen.
HHM laten de RvS hierover beslissen.
7
De burgemeesters en raden van
Delft schrijven d.d. Delft 9 okt. een aanbeveling voor het rekest
van hun burger
Cornelis Jansz. van der
Graeff. Deze vraagt voor twintig jaar octrooi aan om door
hem
in allerlei soorten en kleuren te maken en bakken marmerstenen
exclusief te mogen verkopen.
HHM stemmen in met het octrooi voor tien jaar in de gebruikelijke vorm, mits het een nieuwe uitvinding betreft. Bovendien moet de uitvinding binnen een jaar werken.
8
HHM resumeren het op 19 okt. vastgestelde plakkaat op de bewapening en bemanning van de koopvaardijschepen en voegen expliciet toe aan de artikelen over het bewapenen van de buizen en andere haringschepen dat het door de koopvaardijschepen meegevoerde metalen geschut wordt gerekend naar grote van de kogels die het schiet. Zo kan het worden vergeleken met de ijzeren stukken met even zware kogels. Verder zullen de metalen bassen in plaats van steenstukken worden meegenomen.
9
HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie à 74 gld. 12 st. van deurwaarder
Jan van Herdersum. Het betreft diens voorschotten aan arme en andere
behoeftige personen van 31 aug. tot 20 oktober.