25 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Naar aanleiding van de memorie van
Laurens Rostock, gezant van Stralsund, geven HHM hem toestemming om
zesduizend pond buskruit en 22.000 pond lont te mogen uitvoeren.
Hiervoor dient hij slechts een kwart van het konvooi te betalen.
Bovendien
machtigen HHM ontvanger-generaal
Doublet om voor de gezant in
Amsterdam op 's lands krediet 5.000 gld. te
lenen,
in aftrek van het op 20 okt. in geval van grote nood aan
Stralsund beloofde subsidiegeld. De
president zal Z.Exc. verzoeken een
geschikte afgevaardigde aan te wijzen om conform de resolutie van
14
okt. naar Stralsund te worden gestuurd.
2
De RvS adviseert d.d. 17 okt. over het op 13 okt. ingediende relaas van Sir
William Balfour dat men Balfour een gouden keten van ongeveer
1.000 gld. mag schenken. Ook mag Z.Exc. hem toezeggen bij de
eerstvolgende gelegenheid aan hem te zullen denken.
HHM verwijzen deze kwestie naar de RvS om erover te beslissen.
3
De
Admiraliteit te Amsterdam
bericht d.d. Amsterdam 14 sept. over het op 18 aug. ingediende rekest van
Jan Gerridtsz. Wobma. Vanwege de buitengewone ijver van de suppliant bij het
helpen van zijn
vader als chercher
heeft het College hem in 1626 100 gld.
en in
1627 en 1628 120 gld. gegeven. HHM kunnen ervan verzekerd zijn dat
het
land hiervoor goede diensten heeft ontvangen.
HHM geven de brief en het rekest voor advies aan de
Generaliteitsrekenkamer
.
4
Naar aanleiding van de memorie van kolonel
Morgan, generaal van de troepen van
Z.M. van
Engeland naar Glückstadt, schrijven HHM de burgemeesters
en
raden van
Enkhuizen deze soldaten van schepen
te voorzien waarmee zij naar
Glückstadt kunnen
worden vervoerd. Verder
moeten zij regelen dat er geen onvrede ontstaat tussen de soldaten
en de
bevolking. De burgemeesters
en
raden mogen het land echter niet met de kosten
hiervan opzadelen.
5
Georgius Clerck, voormalig predikant te Bergen op Zoom, verzoekt een
traktement van 200 gld. per jaar voor zijn onderhoud zolang hij nog
geen nieuwe plaats heeft.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te beslissen en te regelen dat de suppliant wordt onderhouden totdat hij wordt beroepen.
6
HHM lezen het rekest van
Francois van Embise, ruiter van een compagnie onder ritmeester
Momochos. Deze heeft een geschil
met
Maria van Embise en
Susanna Routart over de erfernis en
goederen van
Lucretia Routart. De
suppliant verzoekt te worden gemachtigd om 1.100 gld. van zijn
erfportie te
mogen
ontvangen van
Victor de Hooge.
HHM verwijzen de suppliant naar de rechter.
7
De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges adviseren d.d. 24 okt. over het rekest van
Lenart Cornelisz. Raven. Zij menen dat de verzochte uitvoer wellicht in het nadeel
van de Republiek zou kunnen worden aangewend, zodat er mede vanwege
de
schadelijke gevolgen bezwaar tegen moet worden gemaakt.
HHM nemen dit advies over.
8
Naar aanleiding van het rekest van
Anna Pots, weduwe van kapitein
Andries
Breder, schenken HHM haar 25 gld., waarvan ordonnantie
gedepêcheerd wordt. Zij mag HHM dan echter niet meer
lastigvallen.
9
Johan en
Carlo Smissaert,
kooplieden te Amsterdam, verzoeken een door de vijand van hen
gestolen
fluitschip in
Oostende te mogen terugkopen en naar
de
Republiek te brengen. Zij vragen om het schip in ieder geval vrij
te
verklaren wanneer dit uit Oostende komt en door Nederlandse
oorlogsschepen wordt aangevallen.
HHM gaan hierop niet in. Zij zullen aan niemand toestaan schepen uit de havens van
Vlaanderen naar de Republiek te brengen of daarvandaan afkomstige en
veroverde schepen vrij te verklaren.
10
In een rekest meldt
Franceline degli Affettadi, dochter van
Cosmo,
voormalig heer van
Gistel, dat de in
Breskens in
Vlaanderen gelegen
Gistelarepolder
toebehoort aan het sterfhuis van haar vader en op naam is gesteld
van
haar op vijandelijk gebied wonende broer. De polder is echter in
beslag genomen
door de ontvanger van de confiscaties te
Sluis. De
suppliante verzoekt HHM dit beslag op te heffen en de
ontvanger te gelasten zijn handen ervan af te trekken.
HHM geven het rekest aan de
Raad van Vlaanderen
. Deze moet informatie inwinnen en erover adviseren.
11
HHM wijzen het verzoek af van de weduwe en twee kinderen van
Jacob de
Hase, voormalig ritmeester van een vaan ruiters. Zij wil
een
jaarlijks pensioen vanwege de goede diensten van haar man.
12
Op verzoek van
Pieter Soutman, schilder van de
koning van
Polen en inwoner van Haarlem, verlenen HHM hem paspoort
om
vrij drie schilderijen naar vijandelijk gebied te mogen
meenemen.
13
Op verzoek van voormalig gezant
Cornelis Pynaecker vragen HHM de aangestelde commissarissen om diens zaak te
behandelen en te beëindigen.
14
HHM lezen het rekest van plaatsnijder
Willem Jacobsz. Delff. Deze voert een proces voor het gerecht van
Amsterdam tegen de boekverkopers
Joost Hondius en
Francois van den Hoeye, die de
door de
suppliant met octrooi van HHM uitgegeven portretten hebben
nagemaakt
van de
koning en
koningin van Bohemen, en de
prins en
prinses van
Oranje.
HHM verlenen de suppliant voorschrijven aan het Amsterdamse gerecht opdat hij een spoedige rechtszaak krijgt. Intussen dienen de platen van Hondius en Van den Hoeye te worden teruggehaald, zodat de suppliant het volledige effect van zijn octrooi geniet.
15
Evert Cornelisz. c.s. vragen voor dertig jaar exclusief octrooi aan voor drie
nieuwe uitvindingen om:
I Blauwachtig tarwe en graan zuiver te maken.
II Alle graansoorten van stof en vuil te ontdoen.
III Alle soorten meel te zeven.
De heren van
Holland stellen een besluit hierover uit, omdat zij het rekest eerst
willen onderzoeken.
16
HHM lezen het rekest van
Rutger van den Boetzelaer tot Toutenburch en Batingen als echtgenoot van
Henrica
Ripperda, weduwe van Gerard van den Clooster. Hij heeft
800
Kar.gld. tegoed van de magistraat van
Emden en
verzoekt HHM om de
aanwezige
afgevaardigden van deze stad te gelasten de schuld te voldoen of
hen
hier
gevangen te houden totdat hij genoegdoening heeft gekregen.
HHM laten
Schaffer dit met de genoemde afgevaardigden van Emden bespreken en
hun ernstig te verzoeken de suppliant tevreden te stellen.
17
In een rekest meldt
Guilliaume van Levin de Famars, kolonel van het Waalse regiment, maandelijks slechts 300
pond te ontvangen, hoewel zijn voorgangers respectievelijk 400 en
500
gld. betaald kregen. Hij verzoekt net als andere kolonels 400 gld.
per
maand te krijgen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
18
De
Admiraliteit te Rotterdam
adviseert d.d. 20 okt. over het op 12 okt. ingediende rekest van kapitein
Pieter Jansz. 't Aersgat. De Raad meent dat HHM de suppliant vanwege zijn goede
diensten naar eigen inzicht een maandelijks traktement zouden
kunnen
geven
gedurende de rest van zijn leven of totdat hij weer is
hersteld.
HHM kennen de suppliant 20 gld. per maand toe totdat het College hem weer in actieve dienst kan gebruiken. Zij machtigen de raden om de suppliant maandelijks ordonnantie van dit bedrag te depêcheren.
19
HHM lezen de op 5 en 13 okt. opgestelde adviezen van de RvS en de
Admiraliteit te Rotterdam
over het op 19 sept. ingediende rekest van de schout en inwoners van het dorp
Besoijen.
Conform deze adviezen geven HHM de supplianten toestemming hun vee op de markt te brengen en anderszins te gebruiken in vijandelijke of neutrale gebieden. Dan moeten zij wel op de kantoren met hun eerdere paspoorten bewijzen dat dit vee langs de
Oude Maas te
Drongelen en Besoijen is geweid. Wanneer
de supplianten bij de uitvoer naar
's-
Hertogenbosch of
Breda tevoren geen Bosch' licent hebben betaald,
moeten zij bij het afgeven van de paspoorten het restant
betalen.
20
Johan Danckaerts heeft als procureur van
Gooswinus
Meurskens, gedaagde in een
beroepszaak, ter griffie geantwoord op de eis van kapitein
De
Loge. Vanwege
bij de eerste rechtsgang uiteengezette en later nog nader te
bespreken
redenen voert hij niet-ontvankelijkheid van appèl aan. Hij
verzoekt te
regelen
dat het desbetreffende vonnis van de RvS wordt goedgekeurd. De
gedaagde
eist de proceskosten en andere door het hoger beroep geleden en nog
te
lijden schade en rente et cetera.
21
De
Generaals van de Munt
hebben bericht dat Mantuaanse en Montferratse daalders nog veel slechter van gehalte en gewicht zijn dan de Frankfurter rijksdaalders waarvan zij zijn nagemaakt. De munten zijn minstens 12 st. per stuk minder waard dan goede rijksdaalders.
HHM zullen de munten bij plakkaat verbieden, waarop de Mantuaanse en Montferratse daalders zullen worden afgebeeld.
22
HHM zeggen de binnengekomen afgevaardigden van de
Admiraliteit te Rotterdam
het vreemd te vinden dat de matrozen van de afgedankte pleiten zich op last van het College voor de deur van hun vergadering bevinden.
Het College zal ervoor zorgen dat de matrozen naar
Rotterdam vertrekken.
23
Olphert Barentsz.,
Hertevelt en ontvanger
Johan Doublet compareren. Zij
berichten
dat de burgers van
Breda die tijdens het beleg
geld
hebben verstrekt aan het garnizoen aldaar bij de RvS
aandringen
op betaling.
HHM nemen hierover geen beslissing.
Verder melden de comparanten dat de
hertog van Bouillon een obligatie van 12.000 gld. heeft ten laste van de
ontvanger-generaal vanwege soldijbetalingen gedurende de periode
waarin
zijn compagnie ruiters op de Generaliteit was gesteld. Bouillon
verzoekt de obligatie uit te betalen aangezien de personen van wie
hij
het bedrag heeft geleend hun rentedragende lening niet langer
willen
voortzetten.
HHM machtigen de ontvanger-generaal om de genoemde 12.000 gld. af te lossen, mits hij hetzelfde bedrag ten laste van de achterstallige provincies leent. Verder gelasten zij de ontvanger een overzicht te maken van het op rente geleende geld voor het regiment
Candale, de dertien vanen ruiters en de vier compagnieën van het
regiment
Hauterive. Na
bestudering
van deze lijst moet hij de in gebreke blijvende provincies tot
betaling
doen manen.