01 - 11 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM resumeren het op 21 aug. opgestelde advies van de RvS over het op 11 aug. ingediende verzoek van die van
Emden.
Na overleg met Z.Exc. laten HHM de Raad conform zijn advies de
commandant te Emden gelasten met staats
garnizoen in naam van Emden heimelijk de op de buiten de stad
gelegen
forten gelegerde Emdense soldaten te steunen tegen aanvallen van
de keizerlijken.
Deze steun
mag alleen defensief en niet offensief zijn. De Raad moet de
commandant
ernstig verzoeken deze opdracht voor iedereen geheim te houden en
behoedzaam te werk te gaan, opdat de stad hierdoor geen gevaar
loopt.
2
De
president bericht dat
Overlander,
afgevaardigd voor het verbeteren van de
Rijn en
IJssel, blijft
aandringen op een aanzienlijk bedrag waarmee de gedeeltelijk
aangevangen werken ter begunstiging van deze rivieren kunnen worden
bekostigd.
HHM verzoeken de RvS om de betaling van deze werken te regelen.
3
De
president bericht te hebben vernomen dat de ondiepten in de
IJssel achteruitgaan: waar voorheen zandbanken
waren, zijn diepten ontstaan, en op veel plaatsen waar diepte
was,
zijn zandbanken gevormd.
HHM vragen de RvS of het niet nuttig zou zijn voor het weghalen van de zandbanken het door
Van Wesel uitgevonden instrument te gebruiken. De Raad heeft dit
instrument eerder in
Delft geïnspecteerd.
4
De onlangs genomen resoluties over de verplaatsing van de kruisers en de naar de kust van
Spanje te sturen schepen geven HHM aan Z.Exc.
5
Desgevraagd door HHM meldt de binnengekomen ontvanger
Johan van IJck dat de matrozen die afgelopen zomer op de pleiten en sloepen
hebben gediend zijn betaald. Ook zegt hij op verzoek van het
College
een overzicht van zijn
inkomsten en uitgaven te
hebben
ingeleverd. Dit is deze laatste week echter uitgebleven, omdat Van
IJck
toen in dienst van het College in
Haarlem en
Amsterdam is geweest. Conform de brief van HHM van
9
sept. heeft hij zijn rekening tot 1627 in orde gebracht, maar de
ontvanger
kan deze niet inleveren omdat verschillende rekeningen van de
konvooimeesters uit het ressort van het College niet zijn
opgenomen.
HHM laten de Colleges in Rotterdam,
Amsterdam
en
Zeeland
alsnog zo spoedig mogelijk regelen dat de rekeningen van alle ontvangers tot en met 1627 naar de
Rekenkamer
worden gebracht.
6
In een rekest melden
Paul de Wilm en
Cornelis van Leeuwen
30.000 en 32.000 rijksdaalder tegoed te hebben van HHM. Deze
bedragen
hebben zij als voorschot op het subsidie aan de
koning van Denemarken
respectievelijk
betaald
aan commissaris
Van der Meede en
secretaris
Gunter. De Wilm en Van
Leeuwen verzoeken HHM de
ontvanger-generaal
te gelasten deze bedragen met de rente vanaf de vervaldagen
terug
te
betalen.
HHM besluiten dat de supplianten nog even geduld moeten hebben met de terugbetaling. Tot die tijd ontvangen zij de rente over de twee leningen vanaf de vervaldag. HHM verzekeren hun er bij de provincies op te zullen aandringen dat deze hun quoten in de overgebleven vervallen subsidie naar het kantoor van de ontvanger-generaal brengen, zodat de supplianten daarvan kunnen worden betaald.
7
Een brief van orateur
Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 2 sept. behoeft geen
resolutie.
8
Naar aanleiding van hun op 30 nov.1 gedane rapport over de schulden van de Admiraliteiten verzoeken HHM
Essen en de andere afgevaardigden om deze te onderzoeken. Zij
moeten er een
verdeling van maken en nader berichten over de regeling en
betalingstermijnen ervan.
9
Van der Dusse bericht dat enkele in
Veere in
Zeeland gevangenzittende soldaten van het fort van
Blankenberge slecht behandeld zouden worden. Als
tegenmaatregel worden Nederlandse gevangenen in Blankenberge
strenger en slechter behandeld.
HHM laten de baljuw van Veere de soldaten aldaar wat beter behandelen, opdat de Nederlandse gevangenen in Blankenberge daardoor enige verlichting krijgen.
10
HHM lezen de rekesten van de op 28 okt. door hen als plaatsvervangers van mr.
Willem Martini gezamenlijk tot ordinaris raden in de
Raad van Brabant
verkozen mr.
Augustyn Baccart en mr.
David de Ruiter. Zij verschillen
van
mening over de préséance in de Raad.
Voordat HHM hierover besluiten, vragen zij advies aan de Raad van Brabant.
11
Aangaande de zaak van
Govert Govertsz. Boormaecker tegen
Gerridt Evertsz. Roos
laten HHM de
Admiraliteit te
Rotterdam
zo spoedig mogelijk de voor het goede gedrag
van kaperskapitein
Gerridt
Willemsz. van Nieucoop gestelde cautie van 10.000
gld.
en de
door
diens reders gestelde cautie van 12.000 gld. opsturen. Deze
bedragen dienen
als
garantie voor degenen die de kapitein ten onrechte op zee zou
hebben
beschadigd. Verder moeten de door HHM opgedragen regeling en voet
waarnaar
deze cauties zijn gesteld en alle over deze zaak genomen resoluties
worden opgezocht. Hierna zullen HHM een
passend besluit over de zaak nemen.
12
In een rekest meldt
Melchior de Moucheron, schildknaap, eerder met HHM een akkoord te hebben gesloten
inzake het kantoor van assurantie. Hij verzoekt dit te handhaven
ondanks
alle gedane en nog volgende voorstellen.
HHM zullen dit verzoek in acht nemen wanneer alle concepten aangaande de assurantiekamer bij hen zijn ingediend.
13
HHM laten
Schaffer de instructie resumeren voor de namens hen naar
Stralsund af te vaardigen commissaris. Daartoe
dient
hij hun antwoord op de door de
gezant van
Stralsund ingediende
propositie na te kijken. Verder moet Schaffer met Z.Exc. bespreken
of in
plaats van
Didrich van Halewyn
niet
de in de Sont verblijvende
Carel van
Cracou kan worden ingezet.
14
Secretaris
Volbergen adviseert d.d. 31 okt. over de brief van de
Gecommitteerde
Raden in het Noorderkwartier
. Hij is ervan op de
hoogte dat
Jan Jansz. Leijns,
Dirck Jacobsz. Osch en
Pieter Adriaensz. Thoorenburch
c.s.
pachters zijn geweest van de heffing op het dennezout in
Noord-Holland.
Conform een beschikking van HHM d.d. 29 jan. 1616 is hun 2.926 pond
kwijtgescholden, waarna over de verdeling van dat bedrag een
conflict
is gerezen voor de genoemde Raden. Deze hebben hierover uitspraak
gedaan,
maar
geen acht geslagen op de vermeende ongelijkheid van het delen in
de
door Thoorenburch en Leins gemaakte kosten om de kwijtschelding te
verkrijgen. Het zou nuttig zijn als de partijen wordt gelast een
behoorlijke, geverifieerde specificatie in te dienen van alle
gemaakte
kosten, zodat met een repartitie kan worden onderzocht wat ieder
van
hen daaraan moet bijdragen overeenkomstig het aantal jaren dat men
de
pacht heeft gehad. Hiermee kunnen de partijen aanstonds naar
de
Gecommitteerde Raden worden verwezen, zodat deze er een passende
uitspraak over kunnen doen.
HHM nemen dit advies over.
15
In een op 30 okt. opgesteld advies meldt de RvS conform de beschikking van HHM te hebben gesproken met kolonel
Morgan over de afrekening van 10.000 rijksdaalder. Dit bedrag heeft
hij conform de door
Calandrini
getekende liquidatie tegoed van de
koning
van Engeland. De Raad vindt het niet raadzaam Morgan geld
te betalen naar aanleiding van zijn voorstel om deze afrekening aan
HHM te
geven. Het zou immers nadelig zijn voor het land om de
terugbetaling
daarvan weer te innen van de koning.
HHM nemen dit advies over.