13 - 11 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Naar aanleiding van het rapport van
Bruininxs aangaande de met Z.Exc. gehouden bespreking over het
konvooieren van de in
Enkhuizen gelegen schepen
met
haring voor
Rouen schrijven HHM de
Admiraliteitscolleges te
Rotterdam
,
in
Zeeland
en in het
Noorderkwartier
. Deze moeten de
in
hun kwartieren gelegen schepen met voor Rouen bestemde haring
voor
de zekerheid laten begeleiden door zoveel mogelijk
beschikbare
konvooiers. De konvooischepen moet speciaal worden gelast goed
onderling contact te houden wanneer zij elkaar op zee treffen en de
schepen verdedigen tegen Fransen, Engelsen en alle
anderen.
Zij mogen niet toestaan dat de koopvaardijschepen worden
gevisiteerd.
HHM machtigen Z.Exc. om de voor het kruisen bestemde eskaders van Rotterdam, Zeeland en het Noorderkwartier zich in de buurt van de zeegaten van hun kwartieren te laten ophouden, zodat zij de vertrekkende schepen met haring tot voorbij
Cap de la Hève kunnen helpen begeleiden. Als dit is gebeurd, moeten de
eskaders terugkeren naar hun gebied en mogen zij deze uitzondering
niet
herhalen.
Aangezien HHM hebben vernomen dat het eskader van vice-admiraal
Lieffhebber op 25 nov. geen levensmiddelen meer zal hebben, gelasten zij
de Admiraliteit te
Rotterdam te regelen dat het land hierdoor geen schade
ondervindt.
2
Een in het bij de Maas gelegen schip Den Vliegenden Draeck geschreven brief van vice-admiraal
Lieffhebber d.d. 10 nov. behoeft geen resolutie.
3
De
graaf van Tilly verzoekt d.d. Stade 29 okt. dat de
Staten van Groningen
een door hen op grondgebied
van het stift
Münster gelegde dijk afbreken.
HHM sturen deze brief aan de Staten van Groningen. Deze moeten er zo spoedig mogelijk over berichten.
4
Wilhelmus Sylvius verzoekt ordonnantie van drie maanden traktement als klerk
van de Duitse depêches en een loonsverhoging of promotie.
HHM stemmen in met het eerste verzoek en stellen een beslissing over het tweede uit.
5
HHM stemmen niet in met het verzoek van
Philipp Christoph, keurvorst van Trier d.d. Koblenz 16 okt. om vrij vastenkost te mogen laten
uitvoeren conform een daarvan opgestelde lijst.
6
HHM stemmen niet in met het verzoek van
Georg Frederick, keurvorst van Mainz d.d. Aschaffenburg 29 april om vrij zijn
vastenkost te mogen uitvoeren conform een ingeleverde
lijst.
7
Conform het op 10 nov. opgestelde advies van de RvS over het rekest van
Phillips Vogel,
Johan Hack en
Burchardt Gruijter geven HHM dit
verzoek aan kapitein
Wolff. Zij
gelasten Wolff de waarheid over de hierin genoemde zaak
aan
hen te berichten. Als HHM dit bericht hebben gezien, zullen zij
verder
passende maatregelen nemen.
8
Op verzoek van de vrouwen, ouders en vrienden van de samen met
Luytgen Dellemes uit Enkhuizen door de Turken veroverde en in
Algiers als slaven verkochte matrozen verlenen HHM
hun
voorschrijven aan de
bassa en
divan van
Algiers en aan resident
Pieter Maertsz. Coy. Dit opdat
deze
matrozen worden vrijgelaten.
9
Gouverneur
Ryhoven en zijn echtgenote
Emmerentia van
Ravesway
vragen octrooi om te mogen beschikken over de
leengoederen van de suppliante
in
Holland,
Zeeland en
Utrecht, met de clausule deze tegelijk
te mogen overdragen.
HHM verwijzen de supplianten naar de Staten van de genoemde provincies waarin de goederen liggen.
10
HHM geven de declaratie van de door hofmeester
Johan de Mortaigne in hun opdracht tussen
16 en
20 okt. gemaakte onkosten vanwege het defroyement
van de
Franse ambassadeur aan
thesaurier-generaal
Van
Goch. Hij moet deze onderzoeken en erover berichten.
11
In een rekest meldt
Bernhardt Braem dat de soldaten in
Groenlo de deurwaarder
van het mandement van appèl van HHM hebben geslagen. Ook is de
partij
wijn in kwestie nog in
Wezel. Braem verzoekt HHM
zijn beroepszaak tegen de soldaten van Groenlo te hervatten en
hierin
recht te spreken, zodat de wijn niet kan bederven.
HHM geven het rekest aan de
fiscaal. Deze moet het onderzoeken en erover berichten.
12
Z.Exc. heeft een brief te berde gebracht van commandant
Erentruijter d.d. Emden 19 oktober. De commandant bericht hierin dat
kapitein
Rosschel, aan wie zijn betaalheren
- de
Staten van Friesland
-
tijdelijk
verlof hebben verleend, in dienst van de
koning
van Denemarken is getreden om tweeduizend musketiers te
werven.
Daarbij heeft Rosschel zonder toestemming van HHM, Z.Exc. of de RvS
enkele musketiers gelicht uit Erentruijters in
Emden gelegerde
compagnie.
HHM geven deze brief voor advies aan de RvS.
13
Agent
Carlaton compareert en dient een brief in
van de
koning van
Groot-Brittannië, geschreven in zijn paleis d.d. 27
oktober. Hierin verzoekt Z.M. zes of acht soldaten te mogen
lenen van iedere Engelse compagnie in staatse dienst. Met deze
mannen
wil hij het naar
Glückstadt vertrekkende regiment
van
kolonel
Morgan versterken. Met
koninklijke woorden belooft hij voor iedere door HHM uit te lenen
man
twee
mannen te sturen zodra zijn vloot is teruggekeerd van de kust van
Frankrijk. De agent heeft hieraan toegevoegd dat
Z.M.
al drie maanden soldij voor het genoemde regiment heeft
overgemaakt.
Verder verzoekt Carlaton bespoediging van de deputatie [van de
VOC
] en een antwoord op zijn propositie aangaande
Amboina
[Ambon].
HHM geven deze brief aan de RvS om er na overleg met Z.Exc. over te adviseren.
14
Essen en de andere afgevaardigden berichten conform de resolutie
van 11 nov. een bespreking met de aanwezige gedeputeerden van de
VOC
te hebben gehad.
Laatstgenoemden hebben
de volgende punten verzocht:
I Geloofsbrieven voor hun afgevaardigden naar
Engeland.
II Uittreksels van de rapporten van de ambassadeurs die in 1619, 1621, 1622 en 1623 bij
Z.M. zijn geweest, voorzover hierin VOC-zaken aan bod komen.
III De betaling te regelen van de onkosten van hun deputatie.
De afgevaardigden van HHM hebben hun hierna echter de resolutie bekendgemaakt, waarin dit punt wordt afgewezen.
IV De gedelegeerde rechters in de zaak
Amboina
[Ambon] te blijven verzoeken daarin een passend besluit te nemen.
Ook de aangeklaagde rechters hebben aangaande dit laatste punt audiëntie verzocht bij de afgevaardigden van HHM en de argumenten van de VOC hierover ondersteund.
HHM stemmen in met het eerste en tweede punt, weigeren het derde punt conform hun eerdere besluit en nemen het vierde punt in overweging.
15
Z.Exc. heeft HHM op de hoogte gebracht van een brief van
Ernst Casimir d.d. Groningen 23 oktober. Hierin verzoekt de stadhouder 26
paarden ten behoeve van de
hertog van
Friedland vrij te mogen laten uitvoeren. Hij hoopt dat
zijn
onderdanen daardoor in
Duitsland worden begunstigd
door
de hertog.
HHM stemmen in met de vrije uitvoer van de 26 paarden ten gunste van Ernst Casimir. Zij verzoeken hem hierbij aan de hertog om de vrijlating van admiraal
Reael te vragen. HHM zijn immers verzekerd dat diens vrijlating
van de
hertog afhankelijk is.