20 - 11 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
graaf van Buccleugh verzoekt krachtens een akte expectatief het eerst
vrijkomende kolonelschap te krijgen en daarbij boven iedereen de
voorkeur te
genieten. Dan zal het op 20 juli 1627 van 1.200 naar 2.000
gld. verhoogde lijfpensioen worden beëindigd.
HHM laten de
president dit rekest bespreken met Z.Exc. Hij moet hem voorstellen dat
zij
overwegen ermee in te stemmen om de openbare toezegging te
doen nakomen en het land van de betaling van een jaarlijks
pensioen
te verlossen.
2
De aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten adviseren d.d. 18 nov. over het op 14 nov. ingediende rekest van de kapiteins van het
College te Amsterdam
als volgt:
I De supplianten - en alle anderen die in 1625 de
Franse koning voor
La Rochelle hebben gediend - moeten
voor alle
op deze schepen aanwezige Fransen niet meer krijgen dan
zij gewoonlijk conform hun lijst voor iedere matroos ontvangen.
II Voor de officieren of ongenode gasten die in de kajuit van de kapitein hebben gegeten wordt 10 st. per dag betaald en voor hun dienaren evenveel als voor de matrozen.
III De aanspraken op de verzochte extra stuiver kostgeld voor matrozen van de kapiteins moeten worden afgewezen, evenals de aanspraken op rente over tot nog toe onbetaald kostgeld.
Verder zouden de supplianten verplicht moeten worden te bewijzen in wiens opdracht, wanneer en hoeveel soldaten zij op hun schepen hebben gehad. Daarvan kunnen de van Z.M. gekregen levensmiddelen of betalingen worden afgetrokken.
HHM nemen dit advies over. Zij machtigen de Admiraliteit te Amsterdam om met de supplianten af te rekenen, mits zij aan hen bericht voordat er wordt betaald.
3
De keurvorsten van
Mainz en
Trier verzoeken conform
de oude lijst hun ordinaris vastenkost vrij stroomopwaarts over de
Rijn te mogen brengen.
HHM stemmen hiermee niet in.
4
Guilliaume Morreau c.s., met commissie van de
koning uitgevaren Franse matrozen en soldaten,
verzoeken spoedig de teruggave te regelen van het door hen op de
Engelsen veroverde en naar
Rotterdam gevaren schip. De supplianten vragen HHM
om de
Engelsen te gelasten hun handen ervan af te trekken.
Ook lezen HHM het tegenverzoek van
Willem Peggesley uit Harwich in Engeland, schipper en mede-eigenaar van het
door de Engelsen genomen schip. Hij verzoekt HHM te verklaren dat
hij
zijn schip met lading mag houden en naar eigen inzicht
beschrijven.
HHM geven het rekest voor advies aan de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges.
5
De heren van
Gelderland berichten dat agent
Carlaton
het door het kwartier
Veluwe verrichte transport
van
de
wagens voor de troepen van kolonel
Morgan weigert te betalen. Dankzij dit
transport konden de
uit
Stade gekomen soldaten een spoedige reis
maken.
Ook weigert de agent de daggelden van commissaris
Snouck op eenzelfde voet te
betalen
als de andere commissarissen die hij heeft
ingezet om
Morgans troepen naar
Enkhuizen te begeleiden.
HHM machtigen de RvS om
Philippe Calandrini de transportkosten te laten betalen conform de regels van
het land. Ook moet hij Snouck net als de andere ingezette
commissarissen behandelen, mits eventuele buitensporigheden in
diens
declaratie worden beperkt.
6
De
raadpensionaris van Holland brengt een brief ter sprake van ambassadeur
Oosterwyck d.d. Venetië 3
november.
Hierin bericht de ambassadeur over de hoge prijs van het koren in
Venetië. De gemeente heeft de
hertog op straat nageroepen de
korenprijs te laten verlagen of anders te mogen barsten.
De afgevaardigden van de provincies zullen hun lastgevers op de hoogte brengen van de hoge korenprijs in
Italië.
7
Vice-admiraal
Jan Dirxsz. 't Lam en diens commandeur
Jan
Berchout komen binnen. Zij zijn met elf
door
de
VOC
op kosten van het land
uitgeruste schepen uitgevaren ter nadere beveiliging van de zee en
dienen hun journaal en de besluiten met de tijdens hun reis
geschreven
en ontvangen brieven en antwoorden in.
HHM laten
Bas,
Beaumont en
Eysinga het journaal en de
besluiten
onderzoeken om te controleren of 't Lam en Berchout zich hebben
gehouden aan hun instructie.
8
Op verzoek van
Georg Jansz. Clinck c.s. verlenen HHM hun voorschrijven aan de
grootvorst van Moskovië en diens
vader, de
patriarch, om van hen
toestemming te krijgen voor de uitvoer van koren en salpeter. Op
verzoek van
Elias Trip c.s.
verlenen
HHM hun eenzelfde voorschrijven.
9
HHM zullen een antwoord op de brief waarin de
koning van Frankrijk melding maakt van de overgave van
La
Rochelle nader resumeren. Zij zullen uitzoeken wat zij
hierover aan hun ambassadeurs in
Frankrijk zullen
schrijven.
10
Naar aanleiding van het bericht dat de vloot van admiraal
Pieter Hein nadert machtigen HHM Z.Exc. om de schepen langs de kust
van
Vlaanderen hierop bij het passeren goed te
laten letten. Ook moeten deze een helpende hand
bieden wanneer
schepen van de vloot zijn afgeraakt of reddeloos zijn geworden.
11
Naar aanleiding van hun resolutie van 18 nov. aangaande de zaak van
Roussel vragen HHM nader advies aan Z.Exc. en de RvS. Bovendien
laten zij
Ernst Casimir aan
Roussel vragen om met zijn soldaten naar de
Elbe te
vertrekken, waartoe hij hem met passende middelen moet helpen. Als
Roussels
troepen langer in
Rheiderland verblijven, zijn HHM
genoodzaakt zijn daden in het oog te houden.
12
HHM schorten een besluit op over het verzoek van de
administrator van Maagdenburg. Deze vraagt een voorschot op de door de
Engelse koning aan de
koning van Denemarken beloofde
subsidie en een bijdrage aan zijn eigen onderhoud.
13
De afgevaardigden van de
Admiraliteit te Amsterdam
compareren. Zij tonen het door vice-admiraal
Van Berchem geschreven bericht over de namens de
Deense koning aan commies
Cracou gedane klachten. Berchem zou in
Flekkerøy een Hollands schip met een lading
eikenhout
hebben ontzet van de inbeslagname door de officieren van de koning.
Dit
hout
was tegen het bevel van de koning ingeladen.
HHM laten de kwestie hierbij.
14
De afgevaardigden van de
Admiraliteit te Amsterdam
verzoeken HHM de konvooien voor tabak niet naar de waarde maar naar het gewicht te laten betalen. Daartoe stellen zij voor 1 st. 4 p. per pond te heffen. Ook vragen zij voor de uitvoer naar het platteland van
Salland evenveel licent te laten betalen als voor de goederen naar
het platteland van
Zutphen en
Drenthe.
HHM stemmen in met een kopie van het concept van de tabak voor de heren van
Holland en
Zeeland. Het tweede punt laten zij door
de afgevaardigden
op schrift stellen.