23 - 12 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Henricus Weijnandus, predikant op de nieuwe Langakkerschans, verzoekt HHM om een
traktement bovenop de 35 stuivers per week die hij krijgt. Hij kan
daarvan met vijf kinderen niet leven.
Het verzoek gaat voor advies naar de RvS.
2
Hartwyckes zur Burgh, arme student, wordt op diens verzoek 15 gld. 8 st.
toegekend
van het geld dat in het kistje op de kamer van HHM onder de tafel
van
de
griffier staat. Het geld is
een
schenking van
Golstien aan commies
Schas, waarvan HHM
hadden besloten dat Schas die niet behoorde te krijgen.
3
Door de
president wordt geïnformeerd of de provincies gereed zijn om zich uit
te spreken over de verantwoording van de vijf speciën.
Beaumont verklaart namens
Zeeland
nog niet gereed te
zijn.
HHM wachten hun resolutie af.
4
De gedeputeerden van
Holland, verzocht zich uit te spreken over de punten die door
Joachimi op 12 en 15 dec.
zijn gepresenteerd, verklaren nog niet
gereed
te zijn.
De zaak wordt opgeschort.
5
Op de eerst mondeling en
later schriftelijk gepresenteerde propositie van
Lopes d.d. 10 nov. committeren HHM enkele
personen om
na overleg met Z.Exc. hierover te rapporteren.
6
De voor HHM verschenen commissaris
Hoogenhouck wordt door de
president
aangezegd dat hij conform de gisteren
genomen resolutie naar
Glückstadt moet
terugkeren en pas mag terugkomen als hij daartoe een order van HHM
heeft ontvangen. Aan de
Admiraliteit te
Amsterdam
is reeds geschreven om een oorlogsschip of
-jacht gereed te maken om Hoogenhouck daarmee naar Glückstadt
te
brengen. Het schip is gelast daarna op de
Elbe te
blijven liggen ten dienste van Hoogenhouck.
7
Raadpensionaris
Duijck deelt HHM de inhoud van een brief van ambassadeur
Oosterwyck mee d.d. 1
december. Deze bevat de mededeling dat hij op 10 dec. per wissel
2.500
gld. ten laste van HHM zou trekken.
HHM zullen de wisselbrief als deze arriveert accepteren. De gedeputeerden van
Holland wordt verzocht deze door ontvanger
Reael op de vervaldag te
Amsterdam te laten
betalen.
8
Noortwyck en andere gedeputeerden rapporteren krachtens de resolutie
van 20 dec. kapitein
Van der Parre te hebben
voorgehouden
dat
luitenant-admiraal
Dorp naast zijn
brief van 30 aug. HHM een lijst heeft toegestuurd met de namen van
de
kapiteins, die zonder zijn medeweten waren weggelopen. Daaronder
zou
ook Van der Parres naam voorkomen. Bovendien liet de
luitenant-admiraal in
een brief d.d. 15 sept. weten dat zeker vijf oorlogsschepen
met
de kust van
Vlaanderen als bestemming
Vlissingen hadden aangedaan, waaronder het schip
van
Van der Parre. Van der Parre heeft tot zijn verdediging ingebracht
dat
hij wel moest binnenlopen. Hij moest zijn schip
repareren nadat het door de vijand tijdens een slag zware schade
was toegebracht. Daarna was hij door de
Admiraliteit in
Zeeland
gelast om
Rosencrantz, ambassadeur van de koning van
Denemarken, en de
graaf van Argil,
alsmede de
echtgenote van
ambassadeur Pauw met een grote
vloot
koopvaarders naar
Londen te konvooieren. Aldaar
is
hij een maand in arrest gehouden. Tot bewijs van zijn betoog toont
hij
twee attestaties, de een d.d. 18 okt. gepasseerd voor
Gideon Moris, notaris te
Vlissingen en
de ander d.d. 8 dec. voor
Peter
Rutten, notaris te Amsterdam.
HHM overwegen het advies van Z.Exc. dat deze kapitein een reprimande moet krijgen over zijn weglopen en het feit dat hij zich in
Engeland in arrest heeft laten houden. HHM besluiten dat de kapitein
zich naar het schip onder zijn bevel moet begeven om daarop dienst
te
doen. Zij zullen zijn zaak nader overwegen.
9
De gedeputeerden van
Holland wordt verzocht zich nader te verklaren op de uitvoer van
kabels, schijfgaren, pek, teer en hennep, alsmede op de voering
door
schippers op zee. Zij verklaren deze zaak nog in beraad te
hebben.
Een resolutie wordt opgeschort.
10
Het verzoek van
Jaecques de Cerclaes, onderstalmeester van de hertogin van Brabant, om een
paspoort voor hem en zijn dienaar om met de
noodzakelijk bagage naar de Republiek te reizen wordt voor
advies
aan de RvS gegeven.
11
HHM lezen het vandaag opgestelde advies van de aanwezige gedeputeerden ter
Admiraliteit te Rotterdam
,
te Amsterdam
,
in Zeeland
en
Dokkum
over het op 23 nov. ingediende verzoek van
Hillebrant Quast.
Conform van het advies besluiten HHM dat de suppliant zich zal moeten tevredenstellen met 60 gld. per maand (een dubbel kapiteinsgage) indien hij kan bewijzen dat hij in die tijd alleen heeft gecommandeerd over 's lands schepen.
12
HHM lezen het vandaag opgestelde advies van de aanwezige gedeputeerden ter
Admiraliteit te Rotterdam
,
te Amsterdam
,
in Zeeland
en
Dokkum
over het op 24 nov. ingediende rekest van
Hillebrant Quast. Deze verzoekt om betaling van de levensmiddelen en andere
noodzakelijkheden, door de suppliant verstrekt in kracht van de
akte
van luitenant-admiraal
Hautein in
1625,
aan enkele Franse kapiteins in het vervolgen van de vloot van
Soubise.
HHM besluiten conform dit advies de suppliant 1.194 gld. te betalen die hij aan
Mantin en ridder
Pontincourt heeft
verstrekt
conform de overlegde specificatie en attestatie.
13
HHM resumeren de resolutie van 15 dec. op de absentie van de kolonels, de luitenant-kolonels en de kapiteins in staatse dienst.
HHM geven een nadere verklaring van deze resolutie, namelijk dat de kolonels zes korte maanden en de luitenant-kolonels elk drie lange maanden met toestemming zullen mogen absenteren. Verder blijft de resolutie ongewijzigd.
14
Op de aanbeveling van de RvS die door secretaris
Huigens ter vergadering naar voren wordt gebracht zullen de
gedeputeerden
het formeren van de instructie voor de nieuwe
ontvanger-generaal in de namiddag
behandelen en
tot een besluit komen.
Bruininx vervangt daarbij de zieke
Bas.
15
Aangezien mevrouw van
Brederode, douairière van Potlitz, van de
keurvorst van Brandenburg noch van de
Kleefse raden te Emmerik de aanspraken van wijlen
haar
man heeft kunnen verkrijgen ondanks alle inspanningen daartoe,
besluiten HHM aan de Kleefse regering te schrijven hun
gedeputeerden
dinsdag over veertien dagen n.s. hierheen te sturen. Deze moeten
zijn gelast en
geïnstrueerd op de verschillende aanspraken en op het
invoeren van de middelen op de consumptie te
Emmerik,
Rees,
Gennep en
Ravenstein. HHM schreven hun daarover al op 19
december.
16
HHM horen het rapport van
Essen en andere gedeputeerden die hebben beraadslaagd met
de aanwezige gecommitteerden van de Admiraliteiten over het
formeren
van de staat van oorlog te water voor 1629.
HHM keuren deze staat goed en zullen nader besluiten op de overwegingen die door de gecommitteerden van de Admiraliteiten naar voren zijn gebracht en die op deze staat van oorlog pro memorie staan aangetekend.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
17
Eck deelt de inhoud mee van een brief van admiraal
Pieter Hein d.d. Falmouth 17
dec. aan de bewindhebbers van de
WIC
. Hein meldt onder meer met
vijftien schepen in in
Falmouth te zijn
gearriveerd en dat een gedeelte van
zijn vloot nog in
Plymouth ligt. Hij hoopte met de
eerste
gelegenheid naar het vaderland te komen.
18
Ontvangen is een brief van de gezanten in
Engeland d.d. Londen 14 dec. met daarnaast verschillende stukken
betreffende de kwestie
Amboina
[Ambon],
alsmede de door de
koning van Groot-Brittannië
gepubliceerde wijziging in het plakkaat op de toevoer van
oorlogsmunitie en levensmiddelen naar
Frankrijk.
Er wordt geen resolutie genomen.
19
De gezanten in
Engeland hebben voor port van bovengenoemde brief met bijlagen aan
bode
Jeronimus Bex 40
gld. toegezegd.
Hiervan zal ordonnantie worden gedepêcheerd.
20
Ontvangen is een brief van
Ernst Casimir d.d. Leeuwarden 19 dec., met het antwoord op de brief van
HHM d.d. 8 dec. en daarnaast een kopie van het patent dat door de
Admiraliteit te Dokkum
aan
kapitein
Corts van het
oorlogsschip is
gestuurd.
Er wordt geen resolutie genomen.
21
Op de brief van de
Admiraliteit te Dokkum
d.d. 8 dec. aan
Ernst Casimir, inhoudend dat de konvooimeester van
Bourtange klaagt dat kapitein
Hettinga, commandant te Leerort in
afwezigheid
van
Coenders, alle goederen en
koopwaren die de
Eems
opvaren tegenhoudt.
HHM zullen de kapitein schrijven hun mening hierover kenbaar te hebben gemaakt aan de
Staten van Friesland
en dat hij dezelfde orders en bevelen in deze moet opvolgen.
22
De
Gedeputeerde Staten van Friesland
verzoeken d.d. Leeuwarden 9 dec. om orders op basis waarvan zij commandant
Hittinga op Leerort kunnen bevelen inzake het tegenhouden van
goederen en waren op de
Eems.
HHM laten weten dat de commandant alle goederen en koopwaren waarvoor 's lands rechten zijn betaald moet laten uitvoeren, uitgezonderd de goederen waarvan de uitvoer bij plakkaat verboden is.
23
Op het verzoek van
George Clinck c.s. besluiten HHM dat de brieven van voorschrijven aan de
grootvorst van Moskovië die hun
op 20
nov. zijn verleend, mogen worden gewijzigd.