29 - 12 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ter vergadering compareert agent
Van der Veecken. Uit kracht van zijn geloofsbrieven van de
keurvorst van Keulen d.d. Bonn 16
dec.
heeft hij eerst mondeling en daarna schriftelijk de propositie
1
ingediend
betreffende
de geschillen ontstaan tussen
Maximiliaen, graaf tot Brouchorst,
vrijheer tot Batenburch en de ridderschap en de steden van
Gelderland
. De heerlijkheid
Batenburg wordt gezien als een Gelders mede-lid
en
Gelderland wil Batenburg daarom aan het Duitse
Rijk onttrekken. De vrijheer brengt daartegen
in dat zijn heerlijkheid indirect en direct aan het Duitse Rijk
onderworpen
is.
HHM zullen de Staten van Gelderland schrijven zich vanwege de bewezen diensten van de voorgangers van de graaf niet te bars of extreem op te stellen, teneinde onenigheid met het Rijk te vermijden.
2
HHM horen het rapport van
Bleyswyck. Krachtens hun resolutie heeft hij de op 1 dec.
ingediende memorie van
Schoonhoven en
Brasser onderzocht, alsmede het contract
dat door HHM met hun is gesloten betreffende het overmaken van het
Venetiaanse secours en het gebruik van betalingen op deposito. HHM
begrijpen niet waarom er 468 pond 10 st. geëist wordt aan opgeld,
port en rente na de verschijndag van de 99.000 gld. waarvan in de
memorie sprake is, omdat in het genoemde contract van opgeld en
port
geen sprake is en omdat bovendien het geld door de heren van
Holland
conform de resolutie
slechts enkele dagen
na de
verschijndag door hun commies alhier in
's-
Gravenhage
is betaald.
3
Pieter Latfeur uit naam van
Jan Jansz.
Eusel, schipper van De
Fortuin dat nabij
Dover is gestrand,
wordt op diens verzoek een voorschrijven aan de
koning van Groot-Brittannië
verleend,
alsmede
aan de extraordinaris en ordinaris ambassadeurs in
Engeland, om het schip en de ingeladen goederen
terug te krijgen.
4
Resident
Aissma bericht d.d. Hamburg 3 dec. onder andere dat de
prins van Wallenstein een dag
heeft bepaald voor
de
op handen zijnde pacificatie tussen de
koning
van Denemarken en de
keizer.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
De burgemeesters en regenten van
Maaseik vragen
Jan Morra, die
zegt commissie van de
Admiraliteit te
Rotterdam
te hebben, te verbieden om karren in deze
stad
te visiteren. Hij zou gelast moeten worden deze buiten de stad te
visiteren op dezelfde voet als voorheen.
Dit rekest gaat naar de Admiraliteit te Rotterdam om informatie en voor advies.
6
Ontvangen is een brief met berichten van de gezanten in
Frankrijk d.d. Parijs 26 december.
Er wordt geen resolutie genomen.
7
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
verzoekt d.d. Enkhuizen 29 nov. om in verband met de lange, trouwe dienst van
Frederick van Braeckel, controleur van de licenten te Zwolle, akte te verlenen aan
diens zoon
Anthonis van Braeckel,
om
zijn vader na diens dood in het ambt op te volgen. Hij heeft
krachtens twee resoluties van hetzelfde College d.d. 7 juni 1619 en
16
aug.
1624 zijn vader bij absentie en ziekte getrouw vervangen.
HHM zullen akte van commissie in de beste vorm laten depêcheren voor Anthonis van Braeckel.
8
Bas en andere gedeputeerden rapporteren dat zij krachtens de
resolutie van 29 nov. de instrumenten, wapens en
vuurwerken
hebben geïnspecteerd die kapitein
William
Douglas heeft uitgevonden en doen maken. Proeven hebben
uitgewezen dat de musketten die door Douglas gereed zijn gemaakt,
driemaal zo snel geladen en gelost kunnen worden.
HHM verzoeken en machtigen Z.Exc. en de RvS om de instrumenten nader te onderzoeken en te oordelen of deze voor het land te gebruiken zijn en erop toe te zien dat het land er geen schade van ondervindt. Verder worden zij door HHM verzocht Douglas zijn uitvinding onder water bij een schip als springgeschut te laten uitproberen. Een schip zal met dat doel voor
Scheveningen of daaromtrent een musketschot uit de kust worden
gelegd.
9
HHM lezen het verzoek van
Mathijs Treurniet, inhoudend dat HHM bij resolutie op 4 dec. hebben verklaard
dat een goed middel zou worden beraamd ter betaling van de door hem
aangenomen fortificatiewerken te
Blauwgaren,
Steenbergen et cetera. De
ontvanger-generaal zou worden gesproken om de
suppliant voorlopig een flink bedrag te geven, maar dat is tot op
heden niet gebeurd. Treurniet verzoekt HHM alsnog order te stellen
om
tenminste de rente van het geld dat hij tegoed heeft te betalen.
De
hoofdsom van circa 70.000 gld. zou geconverteerd mogen worden van
ordonnanties in obligaties.
Commies
Verhaer, binnen ontboden, wordt aangezegd 10 of 12.000 gld. te
betalen aan de suppliant uit het middel van de paspoorten. Indien
er
zoveel niet in kas is, moet Verhaer het tekort of desnoods de hele
som lenen
en aan de
president rapporteren
wanneer hij dit bedrag bijeen heeft. Verhaer belooft dit te
doen.
10
Guilliame van Couwenburch, kamerbewaarder van HHM, verzoekt HHM in verband met
zijn ziekte hem door zijn zoon in zijn ambt te laten assisteren
of hem dit naast hem te laten uitoefenen,
om hem, Guilliame, na zijn dood in het ambt te mogen opvolgen.
HHM besluiten dat
Pauwels van Couwenburch zijn vader mag assisteren in zijn ambt en hem na zijn dood
mag
opvolgen, met de bepaling dat Pauwels zolang zijn vader nog leeft,
geen gage ontvangt van het land. Samen met zijn vader zal hij de
emolumenten voor het kamerbewaarderschap samen met
mede-kamerbewaarder
Jan van Herdersum moeten
delen.
Hierop heeft Pauwels de eed afgelegd.
11
HHM hebben het betrouwbare bericht ontvangen dat de
graaf van Carlisle binnen enkele dagen vanuit
Brussel naar
's-
Gravenhage zal komen.
HHM zullen de graaf als ambassadeur van de
koning van Groot-Brittannië ontvangen, hem in hun huis onderbrengen en hem conform
de order van het land onthalen. Hofmeester
Mortagne wordt dit aangezegd en hij krijgt
opdracht voorbereidingen
te treffen.
12
Tijdens de vergadering compareren
De Rovre en
Hertevelt, raden van
State. Zij rapporteren dat het merendeel van de dorpen
ressorterend
onder
Antwerpen in navolging van alle andere
dorpen, met ontvanger
Bergaigne
die
daartoe is gemachtigd, ten overstaan van hem, De Rovre, regelingen
hebben getroffen conform de lijst die daarvan wordt overlegd, over
de
fortificatiegelden die de dorpen schuldig zijn van 9 april 1621
tot
9 april 1627. Jaarlijks bedragen deze tussen de 23.000 en 24.000
gld.
De RvS is nalatig geweest deze op te eisen en in te
vorderen. De dorpen van de kwartieren
Herentals,
Geel en
Mechelen hebben dit
geweigerd, zich daarbij baserend op een verbod van 4 nov. in een
brief namens
de
hertogin van Brabant aan hen.
Hierdoor zijn de
vrijwillige dorpen in navolging van de andere dorpen
overeengekomen niet te zullen betalen. De Rovre en Hertevelt geven
HHM
in beraad de onwillige dorpen met gepaste middelen van executie
te dwingen tot het opbrengen van hun achterstallen of tenminste
een overeenkomst naar evenredigheid te treffen naast de
vrijwillige
dorpen.
Er wordt geen resolutie genomen.
13
De Rovre en
Hertevelt delen HHM
mee dat de vijand voornemens is de dorpen in
Brabant
ressorterend onder deze staat die aan de vijand contributie
betalen,
te laten bijdragen aan een extraordinaris
subsidie die
door de drie Staten van Brabant ten dienste van de
koning van Spanje is geconsenteerd
voor 1628. Zij overleggen in verband hiermee een biljet met de
quotisatie
van de poorters van
Bergen op Zoom in de genoemde
extraordinaris subsidie.
HHM besluiten de RvS de invordering van deze quotisatie over de Brabantse dorpen van deze staat te doen beletten.
14
De Rovre en
Hertevelt refereren
eraan dat de RvS conform de resolutie van HHM d.d. 23 dec. het
verzoek
hebben onderzocht van
Jaecques de
Cerclaes, onderstalmeester van hare hoogheid. Ze zijn van
mening dat hem een paspoort verleend zou mogen worden om in
gezelschap
van de
prins van Portugal voor de
tijd
van veertien dagen tot
Culemborg maar niet verder
te
mogen komen, op voorwaarde dat 's lands gerechtigheid wordt
betaald.
Er wordt geen resolutie genomen.
15
De Rovre en
Hertevelt refereren
eraan dat de RvS naar aanleiding van het op 12 dec. ingediende
verzoek
van
Dirck Scheij van mening is dat men
hem arrest zou moeten verlenen op
de
goederen die de ingezetenen van
Keulen toebehoren
en
die gevonden worden in de frontiersteden die bezet worden door het
garnizoen van HHM. Wel moet hem duidelijk worden gemaakt dat hem te
Keulen justititie geweigerd is.
Er wordt geen resolutie genomen.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
16
Op de declaratie van
Van der Dusse in verband met zijn reis- en verblijfskosten van zijn reis
naar
Rotterdam van 28 nov. tot 30 nov. ten bedrage
van
22 gld. 10 st. wordt ordonnantie gedepêcheerd.
17
Tot het begroeten en verwelkomen van de heer
Roe, ambassadeur van de koning van Groot-Brittannië die
resideerde bij de Turkse regering te
Constantinopel
[Istanbul], worden
Noortwyck en
Ploos gecommitteerd.
18
HHM behandelen de instructie die is opgesteld voor ontvanger-generaal
Phillips Doublet. Een besluit wordt uitgesteld in verband met de overwegingen
van verschillende provincies en omdat die van
Holland
deze in eigen kring eerst nader wilden onderzoeken.
19
HHM lezen de memorie van
Cornelis Splinter, provoost-generaal, inhoudend dat hem enkele dagen geleden
door advocaat
Sille de akte van
machtiging van HHM ter hand is gesteld, d.d. 7 dec. om
Hendrick Jansz., korporaal van
ritmeester
Lindener, naar
Groenlo te halen. Deze heeft zich schuldig
gemaakt de
insinuatie van een apostille
van
HHM niet
aan te nemen of te pareren. Bovendien is hij de
deurwaarder
met getrokken degen nagelopen om hem te verwonden.
Splinter geeft HHM in overweging aan de
graaf van Limburg-Stirum als gouverneur van Groenlo te schrijven om de korporaal te
arresteren en deze naar
Zutphen te brengen om
daarvandaan
door de suppliant naar 's-
Gravenhage te worden
gehaald.
Na het aanhoren van de redenen waarom Sille zo lang heeft gewacht met het verkrijgen van een akte van machtiging, laten HHM de graaf van Stirum de korporaal arresteren, hem naar Zutphen brengen en HHM daarvan vervolgens op de hoogte stellen.