05 - 01 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM bestuderen de tekst van de alliantie tussen de
koning van Zweden en HHM met de aanvulling of verklaring over de hierin
beloofde
hulp, beide d.d. 5 april 1614.
Alvorens
te beslissen over vernieuwing van dit traktaat zal
Schaffer
met Z.Exc. spreken en hem laten informeren bij resident
Camerarius of hij door de koning
is
gelast hierover te onderhandelen, zo niet, of hij hem wil verzoeken
hiertoe gelast te worden.
2
Antonius Walaeus,
Festus Hommius en
Jacobus
Rolandus, door de Nationale Synode aangesteld tot het
vertalen van het
Nieuwe Testament, overhandigen HHM hun
vertaling van het Evangelie volgens
Mattheus.
Zij zullen hun werk voortzetten en vragen HHM een zelfde
vergoeding als
de vertalers van het Oude Testament.
HHM willigen dit verzoek in, met het voorbehoud dat degenen die in
Leiden een gewone benoeming hebben en daar wonen, geen
huishuur zullen ontvangen.
3
De RvS verlenen
Jacobus Rolandus ordonnantie van 150 gld. over een half jaar huishuur,
verschenen 1 nov. 1628. De 30 gld. die door hem verleden winter
aan
verwarmings- en
verlichtingskosten zijn voorgeschoten ten behoeve van genoemde
vertalingscommissie, krijgt hij ook vergoed.
4
HHM verlenen
Jacob Hackfort, vaandrig in de compagnie van kapitein
Olivier
Bentinck in dienst van de hertog
van
Palts-Neuburg, een paspoort om zich vrij binnen de Republiek
te
verplaatsen om zijn privézaken te
regelen.
5
De ambtenaren van de griffie, de deurwachters van de Kamer van HHM, de hellebaardiers, tamboers en soldaten van de garde van Z.Exc. en ten slotte de koetsiers van Z.Exc. en diens echtgenote ontvangen naar gewoonte een nieuwjaarsgift. De RvS zal ordonnantie doen depĂȘcheren.
6
Schaffer leest een aan hem geschreven brief voor van ambassadeur
Joachimi
d.d. 4 jan., waarin deze zich excuseert voor het verzoek een
specificatie
te overleggen van
de door hem gemaakte kosten van zijn overkomst en verblijf alhier,
en een beraming te maken van de door hem nog te maken
onkosten.
Gedeputeerden
Eck,
Noortwijck,
Beaumont,
Ploos,
Eijsinga,
Haersolte en
Clant worden gecommitteerd een
schatting van deze kosten te maken en HHM een beraming voor een
redelijke
toelage voor te leggen. HHM zullen daarna besluiten.
7
Gedeputeerden
Noortwijck,
Ploos,
Eysinga,
Haersolte en thesaurier-generaal
Van
Goch brengen verslag uit van hun onderzoek naar de
remonstrantie van de Landschap
Drenthe
betreffende de nog te verrichten afrekening met de
RvS,
niet vanaf het jaar 1600, maar vanaf 1599.
HHM besluiten dat Drenthe met de RvS mag liquideren vanaf het jaar 1599, conform de resoluties d.d. 23 en 24 april 1621.
8
Gijsbert van Heert, kapitein op het schip en het jacht van Z.Exc., verzoekt HHM
om uitbetaling van dertig maanden achterstallig
kostgeld van een oorlogsschip op de
Maas of
een vergoeding van ongeveer
10.000 gld.
HHM sturen het verzoek naar de
Admiraliteit te Rotterdam
voor advies uit welk middel de suppliant betaald kan worden.
9
De gecommitteerden van de Landschap
Drenthe schrijven dat de bevelhebber en de soldaten die garnizoen
houden op de nieuwe
schans
Ter Hole alsmede de venters aldaar,
weigeren
imposten op de verbruikte levensmiddelen
te betalen. Ze vragen om maatregelen.
Het verzoek wordt doorgestuurd naar de RvS, met de opdracht de gecommitteerden behulpzaam te wezen in het opleggen van de imposten.
10
De gedeputeerden van de generale vergadering van HHM zullen de gebruikelijke leggelden ontvangen.