06 - 01 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen een brief d.d. Parijs 22 dec. 1628 van
Sommelsdijck,
Vosbergen en
Langerack.
Er wordt geen besluit genomen.
2
Phillips Doublet verklaart de instructie voor het ambt van
ontvanger-generaal te hebben gelezen. Hij
aanvaardt deze en legt de eed af.
Zijn benoemingsbrief zal worden uitgevaardigd.
3
Commissaris
Hartman verzoekt HHM de rekening van zijn diensten in
Glückstadt en
Krempe op te
nemen
en
commissaris
Hogenhouck rekenplichtig te maken
voor 20.000
rijksdaalder die hij van de Hartman ontvangen heeft. Ook de in
ontvangst genomen kwitanties voor
44.040
pond
kaas dienen verrekend te worden.
De memorie en de rekening worden ter controle en voor een beslissing doorgestuurd naar de RvS.
4
De
Directeurs van de Levantse Handel
te Amsterdam sturen per brief d.d. 1 jan. het rekest terug van
Cornelis Witsen, hoofdconsul in Aleppo, met de mededeling dat zij blijven
bij hun eerdere advies.
Alvorens te besluiten zullen het rekest en de bijgevoegde stukken ter vergadering van HHM worden voorgelezen.
5
Het verzoek van scheepskapitein
Jan Janssen van der Kerckhoff om een schadevergoeding voor het verlies van een boeier, de
uitbetaling van zijn loon, en om een ander schip waarmee hij weer
in 's lands dienst kan varen, wordt voor
advies doorgestuurd naar de
Admiraliteit te Rotterdam
.
6
Op de declaratie van de reis van
Eck naar de
Admiraliteit te
Amsterdam
en die
in het
Noorderkwartier
te Hoorn op 28 nov.
1628
en de daaropvolgende dagen, alsmede naar
Brielle
op
17
dec. 1628, wordt ordonnantie verleend.
7
Jan Antonisz. Bisdom uit Steenbergen verzoekt de voorraad zaad, haver,
gerst en andere vruchten die hij onlangs gekocht heeft, te mogen
verkopen aan
weerszijden
van de grens met uitzondering van een aantal in een
recent plakkaat genoemde plaatsen.
Het verzoek wordt afgewezen.
8
Nicolaes Snouckaert krijgt een duplicaat van de weerlegging van zijn eerdere
verzoek door de procureur van de curator van de minderjarige
kinderen
van
Cornelia Rooswycx.
9
De boden van HHM verzoeken en krijgen net als vorig jaar een nieuwjaarsgift.
10
Jacob van Nispen, generaalmeester van de Munt, vraagt om zijn declaratie,
zoals eerder was besloten, alleen door de
thesaurier-generaal
te laten onderzoeken en deze niet met de overige generaalmeesters
van
de
Munt te bespreken.
HHM besluiten dat de thesaurier-generaal de declaratie zal onderzoeken, maar zo nodig het advies van de generaalmeesters mag vragen.
11
Jasper Lieffhebber die als kapitein onder admiraal
Haultain
in dienst van de
koning van
Frankrijk is
geweest,
verzoekt HHM om de betaling van 6.636 gld. aan verblijfskosten van
Franse
edelen en soldaten.
Dit bedrag zal met andere oude schulden van de Admiraliteiten worden betaald uit de subsidies van de provincies volgens de binnenkort op te stellen repartitie.
12
Om de RvS de door
Pieter
Dionijs gemaakte stukken geschut te laten onderzoeken, willen
Jan de Ryckaert c.s. twee stukken
geschut die door de schout van
Amsterdam aldaar naar de conciërgerie zijn
gebracht,
hiernaartoe laten brengen.
HHM staan dit toe. Indien
Dionijs
nog andere stukken geschut heeft gemaakt, moet de RvS die ook
inspecteren en testen.
13
Secretaris
Huigens zet uiteen dat de inwoners van de dorpen
Stabroek en
Berendrecht na de gedeeltelijke opening van de
licenten door de vijand zijde, vis en andere levensmiddelen
naar
Zandvliet gebracht hebben. Zij zijn daarover
lastiggevallen door de nabijglegen garnizoenen vanwege het eerder
door
HHM uitgevaardigde verbod op deze handel. Omdat de dorpelingen
daarvan
niet op de hoogte waren, verzoeken zij
de RvS af te zien van strafvervolging.
HHM laten de secretaris weten dat de RvS op dit punt naar goeddunken mag besluiten.
14
Brouwer en
Hans de Hase,
bewindhebbers van de
VOC, geven gehoor aan de oproep van HHM om ter
vergadering opheldering te geven. Ze hebben de door
Speult nagelaten originele
documenten
meegebracht. Ze verzoeken HHM
commissarissen aan te stellen
aan
wie zij de documenten kunnen voorleggen voor het maken van een
inventaris.
Verder vragen zij een
einde
te maken aan het proces tegen de rechters en de raden
van
Amboina
[Ambon] en vonnis
te wijzen. Zij maken duidelijk dat de afgevaardigden van de
VOC
gereed zijn om met
Joachimi af te reizen naar
Engeland, maar dat deze bezending
zal worden bemoeilijkt zolang deze zaak nog sleept. Brouwer en
De Hase dringen erop aan de
vrijgeleide van de voornoemde afgevaardigden op naam uit te
vaardigen, in het bijzonder die voor voormalig gouverneur
Carpentier, of de toegezonden
akte te garanderen. Zij denken niet veilig
te zijn
zonder een dergelijk document.
De documenten van Speult gaan voor inventarisatie en onderzoek naar
Joachimi en de gecommitteerden van HHM. Het overige wordt in beraad gehouden.