08 - 03 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 5 maart op het rekest d.d. 24 feb. van adellijke en niet-adellijke gereformeerde ingezetenen van de vorstendommen
Gulik
[Jülich] en
Berg, die zich beklagen over een
onrechtvaardige behandeling vanwege hun geloof.
De RvS heeft hierover overlegd met Z.Exc., maar zij zien niet wat zij kunnen doen, behalve de katholieke geestelijkheid van
Kleef onder bedreiging van retorsiemaatregelen ertoe bewegen
een einde te maken aan de slechte behandeling van de gereformeerden
in Berg
en
Gulik. De regering van de
keurvorst van
Brandenburg zou dan plakkaten moeten uitvaardigen waarin
de
katholieke eredienst in Kleef verboden wordt op dezelfde straffen
en
verbeurdverklaringen als voor de
gereformeerden in Gulik en Berg gelden.
HHM gelasten de RvS om het voorstel discreet uit te voeren en daartoe de regering van de keurvorst aan te schrijven.
2
HHM verlenen vrijheer
Frans van Spiering een paspoort om met zijn bedienden, koetspaarden, wagen en
bagage van
Düsseldorf naar de
Republiek en terug te reizen.
3
Het stadje
Ratingen in het vorstendom
Berg heeft in verband met
de geleden schade van de
Kleefse stadhouder en
raden in
Emmerik
[Emmerich] een
sauvegarde en
kwijtschelding van de contributies voor de
duur van één jaar gekregen. HHM wordt verzocht deze
kwijtschelding te erkennen en
baron de
Gent op te
dragen zich
daarnaar te schikken.
HHM sturen dit rekest naar de RvS voor advies.
4
Johannes Bogermanus die in
Leiden aan de vertaling van het
Oude Testament werkt, wordt op diens verzoek ordonnantie
gedepêcheerd voor 611 gld., te weten 300 gld.
voor
een half jaar traktement verschenen op 1 maart, 150 gld.
huishuur, 100 gld. voor een klerk, 42 gld. 10 st.
verwarmingskosten tijdens de vergaderingen te zijnen huize en
tenslotte
18 gld. 10 st. voor papier en een aantal boeken.
5
Kapitein
Hans Wilhelm van Schorlemer die eerder door de
Kleefse stadhouder en
raden in
Emmerik
[Emmerich] is geschorst, krijgt
op zijn rekest
van HHM het bevel zich tot nader order bij zijn compagnie in
Soest
[in Westfalen] te vervoegen.
6
De gedeputeerden van
Zeeland delen HHM mee dat zij bericht hebben gekregen van
vice-admiraal
Holaert dat het
garnizoen van
Hulst aanzienlijk versterkt is. Ook zijn in
die stad achttien grote sloepen aangekomen die vijftig soldaten
kunnen
vervoeren.1 Er worden nog tien soortgelijke vaartuigen
verwacht.
De
gedeputeerden vrezen dat de vijand een aanval op
één
van de eilanden van
Walcheren plant. Een
dergelijke invasie kan niet worden belet met de schepen die
op
dit moment op de Zeeuwse en
Brabantse wateren
patrouilleren. Er zijn te weinig schepen en de vaarwegen zijn te
uitgestrekt om de vijand de doorgang te beletten.
De gedeputeerden van Zeeland vragen HHM om vóór de aanvang van de
vergadering morgen
twee afgevaardigden van de
Admiraliteit te
Rotterdam
in 's-
Gravenhage te
ontbieden,
om HHM te informeren of de Admiraliteit
zolang de bedreiging duurt enkele schepen of jachten kan
missen.
HHM zullen de Admiraliteit schrijven twee personen te sturen, in wier bijzijn vice-admiraal Holaert zal worden gehoord.
7
HHM lezen het concept van een plakkaat dat ingezeten scheepstimmerlieden - meesters en gezellen - verbiedt buiten de Republiek aan de slag te gaan en degenen die al zijn vertrokken, beveelt naar huis terug te keren.
HHM stellen het plakkaat vast.2
8
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
schrijft d.d. Hoorn 28 feb. dat zij de oorlogsschepen onder haar bevel gedurende de hele winter op de vastgestelde plaatsen in dienst heeft gehouden. Verder deelt ze mee dat het schip dat met drie schepen van de andere Admiraliteiten onder het bevel van
Cleuter zal worden gesteld, binnen acht dagen klaar zal zijn.
HHM stellen deze brief en de drie brieven van de andere Admiraliteiten ter hand aan
Bas en
Beaumont, die in overleg
met Z.Exc.
moeten nagaan of het haalbaar is om de vier schepen naast hun
eerder vastgestelde opdracht in te zetten voor de bevrijding van de
gevangenen in
Algiers,
Tunis en
Palermo.
9
De burgemeesters en raden van
Hoorn vragen HHM d.d. 6 maart om schepen en mensen te sturen naar
Algiers en
Tunis om de gevangenen
aldaar te bevrijden, om van de talrijke klachten van vrienden
en
verwanten van de gevangenen af te zijn.
Dit verzoek wordt naast verschillende particuliere verzoeken
Bas en
Beaumont ter hand
gesteld, die met de
kwestie van de
gevangenen belast zijn.
10
Pieter de Leeu, dijkgraaf van de Horstermeer, schout van Nederhorst en
gezworen landmeter, die één of twee schepraderen
voor een
watermolen heeft ontworpen conform het octrooi d.d. 30 mei 1626
dat op 6 dec. 1626 is uitgebreid3, krijgt op
dezelfde voorwaarden als in het eerste
octrooi
zes maanden om zijn ontwerp te
perfectioneren.
11
HHM verlenen
Pieter Blanckeroort, geweldige van de Hollandse wachtschepen voor de kust van
Vlaanderen, ordonnantie van twee maanden
traktement.
12
Ontvangen is een brief van advocaat-fiscaal mr.
Pieter Crap d.d. Hoorn 6 maart, met de maandstaten van sept., okt. en
nov. 1628.
Er wordt geen resolutie genomen.
13
Ontvangen is een brief van
Langerack d.d. Parijs 25 februari.
Er wordt geen resolutie genomen.
14
Schaffer deelt HHM de inhoud mee van een aan hem geschreven brief van
graaf
Ernst Casimir
van Nassau d.d. Leeuwarden 12/22 februari. Deze vraagt
HHM
Hendrick
Best
uit Emden het geld terug te betalen, dat deze heeft uitgeleend om
een deel van de in
Rheiderland
gelegerde troepen van kapitein
Roussel naar de
Elbe te brengen, krachtens het bevel van HHM aan
graaf
Ernst Casimir d.d. 20 nov. 1628.
De beslissing in deze wordt aan de RvS gelaten.
15
Noortwyck brengt HHM ervan op de hoogte dat
Georgio de
Henyn in het gevolg van de extraordinaris
ambassadeurs in
Frankrijk mee naar de
Republiek is gekomen.
Henyn is in persoonlijke dienst geweest van de
graaf van Olivares en bezit dus
kennis van
geheime staatszaken, die van pas kan komen in de strijd tegen
de
koning van
Spanje.
Bas en
Beaumont worden
gecommitteerd Henyn in het bijzijn van Z.Exc. horen en hierover te
rapporteren. Ze mogen andere personen vragen daarbij aanwezig te
zijn.