09 - 03 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Z.Exc. brengt HHM op de hoogte van een missive van commandant
Erentruiter d.d.
Emden 14/24 feb., inhoudend dat de
burgerij van die stad al twee en een half jaar geen
vergoeding meer heeft ontvangen voor de inkwartiering van het
garnizoen, die daarover
mort en steeds onwilliger wordt logies
te
verlenen. Erentruiter dringt aan op prompte betaling. Daarnaast
heeft hij op aandringen van de magistraat van Emden 25 musketiers
uit
het garnizoen van HHM als een
voorwacht net buiten
Wolthusen
maar binnen het schootsveld gelegerd, tot nader order van HHM of
Z.Exc.
De RvS moeten op het eerste punt al het nodige doen om de
Staten van Friesland
te bewegen tot het betalen van de verschuldigde logiesgelden. Het tweede punt moet de RvS onderzoeken, bespreken met Z.Exc. en daarna advies uitbrengen.
2
Het stadsbestuur van
Hoorn verzoekt
Noortwyck en
Beaumont in een missive d.d. 27
feb. de
voor
HHM lopende zaak van de reders van schipper
Jan Albertsz.
Raven tegen consul
Witsz. ter hand te nemen en hierover te
rapporteren.
Noortwyck en Beaumont beloven dit.
3
Agent
Mibassen meldt in een brief d.d. Calais 3 maart dat de kapers van
Duinkerke de laatste twee maanden vijftig
schepen
van ingezetenen hebben
gekaapt, waartegen schepen van de Republiek niet optreden.
De brief gaat naar
Brunincx en
Schaffer, die de
overwegingen moeten samenvatten en rapporteren.
4
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 7 maart op het aan Z.Exc. gerichte rekest van de
schout van Turnhout, gecommitteerde van het platteland van
Brabant onder contributie. Deze doet zijn beklag
over de grote afpersing door hen die het geschut
bedienen, die
eerder in dienst waren en zich buiten verlof op het platteland
ophouden. De RvS en Z.Exc. achten het ingediende voorstel van de
advocaat-fiscaal om
de situatie te verbeteren nuttig, maar
zij koesteren ook enige bedenkingen. Ten eerste aarzelt de RvS
gearresteerde soldaten over te laten aan de genade van een schout
waarmee het krijgsvolk weinig binding heeft. Het zou beter zijn
hem
slechts informatie over de arrestanten te laten inwinnen en die op
te
sturen aan de zijde die de arrestant in dienst heeft. De
commissie
van deze schout zou moeten ophouden wanneer de troepen in
Brabant of
het aangrenzend gebied te velde zijn. Tot slot lijkt het de RvS
beter
om in plaats van één twee officieren aan te stellen, één van
elke
zijde, om partijdigheid te vermijden.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 7 maart op het rekest van kapitein
Jacob van Mangelman in verband met de aflossing van een obligatie, daags ervoor
aan HHM gepresenteerd.
HHM besluiten conform het advies dat de obligatie uitsluitend kan worden afgelost uit de
Gulik
[Jülich]se contributes.
6
Jacob Claesz. Ketel, officier van de pachters van een kwart van de konvooien en
licenten te Amsterdam heeft het land enige tijd
geleden een grote dienst bewezen
door
ontrouw en malversaties van verschillende cherchers aan
het
licht te brengen. Acht zijn er afgezet, vier
geschorst. Ook heeft Ketel de opbrengst van de konvooien en
licenten bevorderd. Voor dit alles is
hem
slechts 600 gld. toegekend. Daarom verzoekt hij HHM hem te benoemen
tot
chercher. Als tegenprestatie wil hij HHM twee
nieuwe
inkomstenbronnen bekendmaken.
Ketel ontvangt een voorschrijven aan de
Admiraliteit te Amsterdam
voor een benoeming tot chercher in een vacant ambt.
Brunincx en
Schaffer worden
gecommitteerd met de
suppliant te
spreken en HHM te rapporteren over de twee nieuwe middelen. Daarna
zullen HHM hierover beslissen.
7
Johan de Gryse, heer van Cerbais, hoogbaljuw van het Vrije van Sluis,
deelt HHM mee dat het vanouds in het
Vrije van
Sluis
gebruik was dat bij een overlijden zonder erfgenamen
de
hele erfenis aan de graaf van
Vlaanderen toeviel,
met uitsluiting
van de
man of vrouw van de overledene. De hoogbaljuw van het Vrije, die
instond voor de ontvangst en de administratie van dergelijke
erfenissen, ontving een derde van de erfenis, terwijl de
overige twee derden toevielen aan de graaf, die nu
door
HHM vertegenwoordigd wordt. Onlangs was er sprake van een aantal
van dergelijke sterfhuizen, waarbij echter de man of
vrouw
van
de overledene dat recht aanvocht op grond van het vierde
artikel
van
een ordonnantie en keur van de successie uit 1619, gemaakt door
Albertus en
Isabella,
graven van
Vlaanderen. De
Gryse
verzoekt HHM te
verklaren dat in het Vrije van Sluis niet de nieuwe, maar de oude
keur van
kracht blijft en de rechten van de hoogbaljuw en HHM worden
gehandhaafd.
HHM sturen het rekest voor onderzoek en advies naar de RvS.
8
Mathys Treurniet c.s., werkmeesters en voormalige aannemers van
forticicatiewerken, verzoeken HHM de volledige of gedeeltelijke
betaling van de achterstallen, te weten ongeveer 70.000
gld., opdat de suppliant c.s. niet worden geruïneerd.
HHM machtigen de RvS de suppliant te betalen uit de consenten van de provincies in de 500.000 gld. waarom is verzocht ter betaling van de achterstallige fortificaties.
9
Paul Pietersz. uit Husum verzoekt een voorschrijven aan de
koning
van Denemarken voor de teruggave van zijn schip en
lading. Dit schip was hem
binnengaats van
Het Vlie nabij
de
Spekhoek
door
kapitein
Frederick van Bocholt (varend op
commissie van de koning van Denemarken) afgenomen. Daarna werd het
te
Enkhuizen
geëquipeerd.
HHM voldoen aan het verzoek.
10
Ontvangen is een brief met berichten van vice-admiraal
Wembrich van Berchem geschreven op volle zee vanaf het schip
Frederick
Hendrick d.d. 17 februari.
Er wordt geen resolutie genomen.
11
Agent
Brederode schrijft d.d. Bazel 13/23 februari.
Er wordt geen resolutie genomen.
12
De edelen en gereformeerden van de vorstendommen
Gulik
[Jülich] en
Berg schrijven dat zij de resolutie van
HHM d.d. 8 maart gelezen hebben. Zij vrezen dat
deze
hun situatie niet zal verbeteren en verzoeken HHM om nadere
maatregelen.
HHM gelasten de RvS een soortgelijke brief aan de
hertog van Palts-Neuburg te schrijven als de RvS gisteren aan de
Kleefse stadhouder en raden in
Emmerik
[Emmerich] gevraagd is te
doen.
13
Onder verwijzing naar de resolutie van 16 jan. verlenen HHM
Willem Versteech, stempelsnijder van de Munt in het hertogdom Gelderland, een
octrooi van acht jaar met de gebruikelijke clausules en straffen.
Hij moet een triomfpenning maken naar aanleiding van de
overwinning
op
de
zilvervloot.
14
HHM zullen op de begrafenis van
Martini, in zijn leven eerste raad van de
Raad
van
Brabant
, aanwezig zijn.
15
De afgevaardigden van
Zeeland delen HHM mee dat de
Gecommitteerde
Raden van Zeeland
iemand zonder belangen in
Vlaanderen hebben
aangesteld om conform de resolutie van HHM d.d. 20 jan. met
Bruninxs en
twee gedeputeerden van de RvS, de in
het staatse deel van Vlaanderen gelegen
landen te
verponden. De Gecommitteerde Raden vragen zich af waarom de
verponding niet geldt voor de landen in
het staatse deel van
Brabant.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
16
Meerman,
Camerling,
Bicker en
Trompet, allen
extraordinaris
gedeputeerden van
de
Staten van Holland en ter vergadering aanwezig, laten weten dat de
Staten van Holland
met
spijt
uit
de brief van agent
Mibassen
kennisnamen dat
de vijand de Republiek zoveel schade berokkent op zee en dat de
oorlogsschepen van HHM daartegen niet optreden. Ook het
feit
dat er in de laatste twee maanden geen enkel wachtschip voor de
kust
van
Vlaanderen heeft gelegen waardoor de vijand
vrij
voor de
rede van
Calais kon verschijnen, baart de
Staten van Holland zorgen.
Zij geven HHM ten eerste in overweging om luitenant-admiraal
Dorp en de vice-admiraals
Lieffhebber en
Quast, nu op zee, te ontbieden om
rekenschap
te geven van
hun
doen en laten en om hun scheepsjournalen te kunnen onderzoeken.
Ten tweede zouden de
Admiraliteiten moeten worden geschreven om informatie over de
kruisers en wachtschepen: wanneer ze zijn ingezet, voor hoe lang ze
zijn bevoorraad en wanneer ze terugkeren.
HHM verzoeken de gedeputeerden van Holland het eerste punt van hun propositie te bespreken met Z.Exc., waarna HHM hierover zal beslissen. Op het tweede punt besluiten HHM conform het voorstel de Admiraliteiten te schrijven.
17
Vice-admiraal
Holaert deelt HHM in het bijzijn van de gecommitteerden van de
Admiraliteit te Rotterdam
die
gisteren zijn ontboden, de details mee van de voorbereidingen door
de
vijand in
Hulst om met sloepen iets
tegen de
eilanden van
Walcheren te ondernemen. De
Admiraliteit in
Zeeland
beschikt over te weinig oorlogsschepen om
daartegen iets te kunnen beginnen.
HHM committeren
Vosbergen om samen met de gecommitteerden van de
Admiraliteit te Rotterdam deze zaak in al zijn facetten met Z.Exc.
te
bespreken en hierover te rapporteren. Laatstgenoemde
gecommitteerden wordt eveneens verzocht ernstig te overwegen voor
korte tijd enkele binnenschepen of jachten beschikbaar te stellen
om de
Admiraliteit in Zeeland te helpen een vijandelijke
aanval
af te slaan.
18
De gouden penning die aan
Wolff jr. wordt geschonken weegt twee once, vijf engels en veertien
asen à 38 gld. per once, in totaal 86 gld. 6 st. Met het
fatsoen
daarbij à 4 gld. komen de kosten op 90 gld. 6 st. Aan
ontvanger
Doublet of voormalig commies
Schas
zal ordonnantie worden gedepêcheerd.
Bij deze penning krijgt Wolff ook een met blauwe en
gouden zijde ineengevlochten lint, waarvoor kamerbewaarder
Herdersum
5
gld. mag declareren.