09 - 04 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op verzoek van advocaat-fiscaal
Sille betaalt de vergadering de suppliant, overeenkomstig de in
de resolutie d.d. 22 jan. vastgestelde voet, 400 gld. vooruit. Er
wordt
hem hiervan een akte voor ontvanger-generaal
Doublet opgesteld.
2
Advocaat-fiscaal
Sille compareert en deelt mee dat hij krachtens de autorisatie
van HHM d.d. 5
april agent
Carleton en hofmeester
Misseldum gevraagd heeft of zij
nog bruikbare
elementen hadden voor zijn instructie, die samen met hetgeen hij al
aan
materiaal heeft, zal dienen om zijn eis te formuleren tegen
de
rechters
van
Amboina
[Ambon]. Beiden hebben
geantwoord niets
meer te
hebben. Misseldum heeft er nog aan toegevoegd
dat
hij hiervoor geen commissie meer had.
De vergadering besluit hierover te spreken met haar laatste extraordinaris ambassadeurs in
Engeland,
Rantwijck en
Pauw,
alvorens een verdere beslissing te nemen.
3
Ontvangen is een brief van de heer van
Oosterwyck d.d. Venetiƫ 24 maart. HHM nemen geen besluit.
4
De gedeputeerden van
Utrecht leggen de vergadering een kopie van een missive van
Gasper Scherer d.d. 's-Gravenhage
2 april en een
te
Utrecht uitgegeven biljet voor. Hierin staat te lezen dat wie een
paspoort
nodig heeft om vanuit
Brabant,
Vlaanderen etc. naar
Holland,
Zeeland etc. te reizen en vice versa, of een
sauvegarde
om op het platteland te gaan wonen of een tenietdoening van
strafvervolging, deze kan verkrijgen bij
Steven
Boon.
HHM besluiten de twee stukken aan de RvS te geven om informatie over deze zaak in te winnen en er advies over uit te brengen.
5
HHM lezen de instructie voor de heer
Feit die overeenkomstig de resoluties van HHM d.d. 6 en 7 april
naar
Emden zou vertrekken.
HHM besluiten de instructie aan de RvS te geven om er, na overleg met Z.Exc., over te adviseren.
6
HHM lezen het voorstel van
Ludolff van Lintzenich om iets te doen aan de misbruiken en malversaties die
bestaan rond de scheepsvrachten en de trekpaarden die gehuurd
worden om
ten
behoeve van het leger gebruikt te worden.
De vergadering laat een beslissing over aan de RvS.
7
Op het verzoek van de kinderen en de erfgenamen van de
heer van Boetzelaer, verlenen HHM voorschrijven aan de burgemeesters en raad van
Nijmegen, met het verzoek de supplianten het
pandgeld voor de
"ambtmannij" van
Maas en Waal te blijven betalen
en
die functie toe te kennen aan een van de meerderjarige zonen van de
overledene, omwille van diens goede diensten voor het land. Een
soortgelijk voorschrijven wordt hen, mutatis mutandis, verleend aan
de
Kanselier en raden van
Gelderland
.
8
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 6 april over de op 13 maart bij HHM ingediende memorie. Hierin werd voorgesteld dat alle paarden die vanuit neutrale steden en landen, zoals
Holstein,
Mecklenburg,
Oldenburg en
andere, naar andere landen en plaatsen aan de andere kant van de
Rijn gebracht werden, niet beschadigd mogen worden
door
de staatse garnizoenen. De RvS ziet niet in waarom van de bestaande
plakkaten afgeweken moet worden of dat deze veranderd moeten
worden.
Het is immers niet zeker dat het land voordeel
ondervindt
van het voorliggende voorstel.
De vergadering neemt geen besluit.
9
Davidt de Solene verzoekt ontslag te mogen nemen als
kwartiermeester en aanbevolen te worden bij Z.Exc. voor een plaats
als
kapitein.
De vergadering vraagt advies aan de RvS.
10
HHM lezen een deductie van de
Admiraliteit te Amsterdam
.
HHM besluiten deze morgen punt voor punt te behandelen.
11
De vergadering keurt het concept voor de eed van de raden van de Colleges ter Admiraliteit goed.
12
Ontvangen is een missive van het
Hof van Gelderland
d.d. Arnhem 25 maart, waarin wordt aanbevolen
Johan Reindertsz., voormalig rijdende bode van de provincie, te vergoeden voor
het afgraven van een weiland en rijswaard bij
IJsseloord. Op aanwijzing van de RvS is daar een
schans
aangelegd.
De vergadering vraagt advies van de RvS.
13
Schaffer rapporteert over het onderhoud dat hij met Z.Exc. gehad
heeft
over de bescherming van
Nesserland. Z.Exc. is, net
zoals hij de RvS gezegd heeft, van mening dat indien men daar iets
zou
willen bouwen, het bestand zou moeten zijn tegen
een
aanval van het keizerlijk leger.
De vergadering besluit de zaak in deze omstandigheden te laten rusten.
14
Eck en
Schaffer wordt verzocht
met
Uusling te spreken, diens
voorstel te
horen en er verslag van te doen.