02 - 05 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op de remonstrantie van resident
Camerarius verlenen HHM een paspoort voor de uitvoer van
de vier of vijf schepen die maarschalk
Falckenberch in
de Republiek voor de
koning van
Zweden zal
kopen,
zoals toegestaan is op 13 april. Het paspoort geldt ook voor het
geschut,
de wapens, buskruit en andere oorlogsmunitie voor deze
schepen.
2
Ontvangen is een brief met berichten van resident
Aissma d.d. Hamburg 11 april.
Er wordt geen resolutie genomen.
3
Solliciteur
De Bruijne vraagt om betaling van drie herenmaanden soldij voor de
compagnieën van de dienstdoende legerkapiteins
Malaguet en
Croismare.
De RvS zal hierover besluiten.
4
De declaratie van
Gerard van Berckel, burgemeester van Rotterdam, en
Joost
van der
Hooge, burgemeester van Middelburg in Zeeland,
als gecommitteerden van HHM betrokken bij het afsluiten van het
traktaat over de
uitwisseling en bevrijding van gevangenen op 3 aug. te
Roosendaal, wordt voor onderzoek aan de griffier
ter
hand gesteld.
De vergadering vraagt de
griffier deze declaratie te controleren.
5
HHM resumeren het advies van de RvS d.d. 14 april op de klachten van de verdreven predikanten uit het Land van
Berg. Zij hebben ook de renversalen gelezen die door de
keurvorst van Brandenburg en de
hertog
van
Palts-Neuburg aan de stenden van dat vorstendom gegeven
zijn tot behoud van de gereformeerde religie. Verder hebben ze de
traktaten van
Dortmund en
Halle nagekeken, waarin sprake is van de
handhaving
van de gereformeerde religie. Ook is in het traktaat van
Xanten nadrukkelijk bedongen dat de beide vorsten
zich op het punt van de gereformeerde religie zouden houden aan de
genoemde traktaten.
HHM committeren
Rantwijck,
Noortwyck en
Vosbergen om met de gezanten van
beide vorsten
over
de klachten van de verdreven predikanten te spreken en te vernemen
hoe men aan de verzoeken
van de supplianten
tegemoet kan komen.
6
Hendrick Jansz. c.s., werkmeesters, vragen in een rekest om de betaling van
33.000 gld. voor de werken aan de forten
De
Rovere,
Pinssen en
Moermont.
De RvS zal hierin besluiten en de gedeputeerden van
Holland en
Zeeland verzoeken om de stipte
betaling van de leningen ten laste van de Generaliteit voor
deze fortificaties.
7
HHM verlenen
Elias Trip, koopman te Amsterdam, voorschrijven aan de
koning
van Denemarken om het schip Den Vliegenden
Arent van schipper
Jacob
Maertensz.
vrij door de
Sont en de
Belt te
laten passeren. De lading
bestaat uit zestien gotelingen, vier stenen kanonnen, twintig
musketten, duizend pond
buskruit,
een kabel en een kabeltouw en andere benodigdheden. Deze goederen
zijn bestemd voor
Lübeck en moeten dienen voor de uitrusting van
het
schip Den Rijcxappel. Trip moet wel
borg stellen bij de
Admiraliteit te Amsterdam
dat
dit schip
met
zijn uitrusting naar de Republiek komt.
8
De Bewindhebbers van de
Noordse Compagnie
vragen in een rekest twee of drie oorlogsschepen te mogen uitrusten voor hun eigen verdediging en de kosten te mogen korten op het konvooigeld of om een vrijstelling van het konvooigeld in 1629.
De vergadering vraagt advies aan de gedeputeerden van de Admiraliteiten.
9
De werkmeesters en de aannemers van de werken bij
Steenbergen en
Blauwgaren vragen om de betaling van hun
ordonnanties voor een bedrag van 21.000 gld. dat zij contant
besteed
hebben.
HHM wachten het bericht van de RvS over deze werken af.
10
HHM onderzoeken het rekest van de
weduwe van kolonel
Utenhove en
zien de retroacta hierop na. Zij en haar kinderen hebben
een bedrag van 1.400
gld.
in twee termijnen gekregen en HHM wijzen om deze reden het
verzoek af.
11
HHM wijzen het verzoek om een kleine gift van
Johannes Baers, predikant te Vreeswijk ofwel de Vaart, af.
12
HHM lezen het rekest van resident
Aissma, waarin hij schrijft dat HHM op 25 april besloten hebben
tot acceptatie van de door hem getrokken
wisselbrieven van 800 rijksdaalder. Hij verzoekt de gedeputeerden
van
Holland opdracht te geven tot betaling
door
ontvanger
Reael te Amsterdam. Deze
maken
daartegen bezwaar, tenzij door de RvS de wissels ter waarde van
ongeveer
20.000 gld. op het jaar 1629 gevalideerd worden, hoewel ze eind
1628
door
de ambassadeurs in
Frankrijk en
Engeland getrokken waren.
HHM vragen de RvS om advies.
13
Aucke Reinckes, schipper uit Makkum, verzoekt opnieuw om de
betaling voor het transport vanuit
Glückstadt naar de
Republiek van enkele eerder uit
Stade gekomen zieke soldaten.
HHM wachten op een bericht van commissaris
Snouck, die het geld voor het transport van de soldaten
uit Stade zal krijgen van
Philippe
Calandrini.
14
HHM lezen de klacht van de
Generaals van de Munt
over het gedrag van hun collega
Jacob van Nispen, alsmede
Nispens rekest ter verdediging.
De vergadering stelt Nispe de klacht ter hand en de Generaals het rekest. Zij moeten hun
mening aan HHM laten weten, die
dan de
nodige maatregelen zullen treffen.
15
HHM lezen een remonstrantie van de
Generaals van de Munt. Ondanks het plakkaat van HHM d.d. 7 aug. 1628 tegen de
florijn van
Emden en het schrijven van HHM aan de
magistraat
van deze stad, circuleert deze munt nog steeds in de Republiek en
heeft de magistraat het
slaan niet gestaakt.
Het genoemde plakkaat wordt uitgebreid en opnieuw uitgevaardigd zodat de invoer van die florijn nogmaals duidelijk verboden wordt. De provincies zal worden geschreven hun ontvangers op te dragen de stadsbesturen te manen zich in te spannen voor de naleving van dit plakkaat. De
ontvanger-generaal wordt opgedragen toe te zien op de uitvoering.