11 - 05 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Vosbergen deelt mee dat kwartiermeester
La
Prime
hier is aangekomen vanuit het leger. Hij is door
Z.Exc. gecommitteerd om naar
Genève te
gaan om
vandaar de
jonge prinsessen
van Portugal1 hierheen
te
brengen.
La Prime zal zich met een brief van HHM tot de
Admiraliteit in Zeeland wenden
met het verzoek hem met het eerste oorlogsschip naar
Frankrijk te
brengen.
HHM zullen hem een open patent meegeven voor alle scheepskapiteins
in
dienst van HHM om hem en de prinsessen, vanuit
Genève in
Le Havre of een andere Franse
haven
aangekomen, veilig naar de Republiek te brengen. Tot slot verzoeken
HHM de
koning van Frankrijk en de
koningin-moeder de prinsessen
vrije doorgang
te
verlenen en zo nodig hulp te bieden ter voorkoming van vertraging
van de reis.
2
Ambassadeur
Joachimi schrijft d.d. Londen 3 mei met een toevoeging d.d. 5 mei,
onder meer dat hij toestemming heeft gekregen voor de
Admiraliteit in het Noorderkwartier om
in
Mounts Bay het geschut te mogen opvissen van een
oorlogschip dat verloren is gegaan.
HHM zullen de Admiraliteit op de hoogte stellen. De brief wordt
Huigens ter hand gesteld om er de punten uit te halen die
bespreking behoeven.
3
Voormalig ontvanger-generaal
Johan Doublet legt een staat van 300.000 gld. voor, waarvan
Holland
vier vijfde en
Zeeland
een vijfde zouden lenen ten behoeve van de
Generaliteit, voor de werkzaamheden in 1628 aan de forten en
verdedingswerken tussen
Bergen op Zoom en
Steenbergen.
Holland is nog 48.000
gld., Zeeland 30.750 gld. schuldig.
HHM vragen de gedeputeerden van
Holland en
Zeeland deze achterstallen te
betalen.
4
De dorpen in de ambten
Solingen,
Elberfeld
[Wuppertal] en
Bornefeld
vragen HHM de kwijtschelding van de contributies te bekrachtigen
die hun is toegestaan door de regering van de
keurvorst
van Brandenburg. Tevens verzoeken ze HHM overste
Gent te bevelen niet tot inning
over te gaan
Dit rekest gaat naar de RvS voor advies.
5
Deterich Rollman van Datenberch, ridder in de Maltezer Orde en commandant te
Niederwesel, verzoekt om vrijstelling van de
contributies in
Kleef en om vrijlating van de
boeren
die in verband met de contributies zijn opgepakt.
HHM vragen advies aan de RvS.
6
Mr.
Gualterus Castrichom stelt zich kandidaat voor de functie van fiscaal
van luitenant-admiraal
Heyn en
diens vloot.
HHM benoemen de suppliant als fiscaal en verlenen hem een commissie volgens de bepalingen van de resolutie d.d. 8 mei. In plaats van 65 gld. zal hij evenwel 75 gld. per maand verdienen.
7
HHM verlenen
Christoffel Hartochvelt, koopman te Amsterdam, voorschrijven aan ambassadeur
Joachimi om met behulp van diens
tussenkomst
het schip Sint Pieter van schipper
Willem
Groen en de ingenomen lading terug te krijgen. Dit schip
werd op
de terugweg uit
Frankrijk door de Engelsen in
beslag genomen en
te
Dover in
Engeland
opgebracht.
8
HHM verlenen Cornelis Jansz. den Jongen
van Beets, Nederlands schipper, voorschrijven aan de magistraat
van
Veere om een kort geding in het proces tegen
Johan Sloe uit
Edinburgh in
Schotland. Van Beets heeft beslag laten leggen op
een schip dat eerder door een Schot was
afgenomen
en te Edinburgh tot rechtmatige buit was verklaard.
9
HHM hebben in hun resolutie d.d. 28 april aan de
administrator van Maagdenburg beloofd dat hij in
Amsterdam 4.789 gld. en
in
Stockholm een wissel van 2.500 gld. zou
ontvangen.
HHM machtigen de voormalige ontvanger-generaal
Doublet om met een Amsterdams
koopman te
onderhandelen over het ter beschikking stellen van deze bedragen en
de
terugbetaling te beloven tegen een redelijke rente uit het eerste
geld dat door de provincies wordt betaald aan de subsidies voor
de
koning van
Denemarken.
10
Marienburch deelt mee dat de vijand na het vertrek van de garnizoenen
uit de IJsselsteden vanuit
Wezel,
Ringenberg en
Lingen
voortdurend
aanvallen uitvoert via de
IJssel wat de oversteek
en
het scheepvaartverkeer zo onveilig maakt, tot nadeel van het land
en
grote zorg van de inwoners van
Overijssel.
HHM schrijven de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
daarheen twee bewapende smakschepen te sturen (een in de buurt van
Elst en een nabij
Wijhe) ter beveiliging van de IJssel. Volgens de
staat van oorlog moet de
genoemde
Admiraliteit een aantal schepen ter beschikking houden ter
beveiliging van de IJssel.
11
Ontvanger-generaal
Doublet legt een staat voor van de achterstallige betalingen van de
provincies in de verzochte 300.000 gld. voor het uitdiepen van de
IJssel en voor de bouw van het fort aan de haven
van
Steenbergen. De decharges op dit bedrag zijn reeds
op
23 april 1626 uitgegaan. Hij bepleit namens
Capelle en
Hertevelt, raden van State, de
betaling van de fortificaties van
Emmerik
[Emmerich],
Rees,
Groenlo,
Blauwgaren en andere.
De gedeputeerden zullen bij hun principalen aandringen op betaling van de fortificatiewerken. HHM verzoeken de RvS hen door middel van brieven te steunen.
12
HHM lezen het rekest van
Maycken Chyffers, weduwe van
Nicolaes
Daemsz. uit
IJzendijke in
Vlaanderen, en de
andere documenten die de suppliante voorgelegd heeft om haar
verzoek kracht bij te zetten. Conform het oude Vlaamse
gewoonterecht
wenst ze ongestoord de nalatenschap van haar echtgenoot te mogen
behouden.
Dit
betekent
dat de hoogbaljuw van het
Vrije van Sluis haar
ongemoeid moet laten en zich niet moet beroepen op de resolutie van
HHM
d.d. 11 april, die hij op oneigenlijke wijze heeft verkregen.
HHM stellen het verzoek met de bijgevoegde stukken ter hand aan de hoogbaljuw, met het verzoek binnen veertien dagen na de insinuatie te antwoorden.