16 - 05 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 1 mei op de brief van commissaris
Hoogenhouck d.d. Glückstadt 19 april, waarin deze verzocht het
garnizoen van die stad te betalen en te blijven instaan voor
het
onderhoud. De RvS meent dat de reeds gemaakte hoge kosten gezien
het belang van de stad gerechtvaardigd zijn en blijven. Men
moet
een
zo groot mogelijk aandeel van de subsidies voor de
koning
van
Denemarken gebruiken voor de bescherming van
Glückstadt en niet voor andere doeleinden
aanwenden zolang
deze
stad niet voldoende heeft.
De aanwezige gedeputeerden zullen bij hun principalen aandringen op de betaling van subsidies voor
Denemarken.
2
Jan Lambrechsz. Ruyse,
Symon Lecevyn,
Claes Stevensz.
Vroom,
Allert Pietersz.
Vry,
Jacob Jacobsz. Kaese,
gezworen koopmansbodes
van de steden in het
Zuiderkwartier
op
Antwerpen, en
Pieter
Willebeeck,
Bastiaen van Biesthoven,
Passchier
Woutersz., gezworen koopmansbodes van Antwerpen op de
steden in het
Zuiderkwartier, krijgen voorlopig toestemming om over land en
water in beide
richtingen tussen het Zuiderkwartier en Antwerpen te reizen via
Willemstad en
Lillo. De
commandanten van beide plaatsen krijgen het bevel de
genoemde bodes zonder enige belemmering te laten passeren.
Pieter Barentsz. Hartochvelt,
Roeloff Roelofsen de
Lange,
Wybrant Andriesz. Bornstrae,
Anthony
Willemsz. Bontekoe,
Goossen Jansz.
van
Flory,
Jan Syvertsz.
Kolm,
gezworen koopmansbodes reizend van
Amsterdam op
Antwerpen, en
Adam
Vinckelroij,
Jacques Meringh,
Mathys
Jansz.,
Guilliaeme Smits, gezworen
koopmansbodes
reizend van
Antwerpen op
Amsterdam, wordt voorlopig hetzelfde toegestaan van
Amsterdam op Antwerpen vice versa.
3
Naar aanleiding van het nadere verzoek van
Frans Cornelisz. van Alckmaer, beslist de vergadering het appointement d.d. 4 april
hiermee uit te
breiden, dat de suppliant dienst mag doen op het
wachtschip van de Generaliteit bij
Texel. De reden
voor deze beslissing is de hoge leeftijd van de suppliant en de
hinder
die hij ondervindt van de talrijke verwondingen die hij opliep in
dienst van HHM.
4
De baljuws, burgemeesters en schepenen van de steden
Axel,
Terneuzen en
Biervliet
verzoeken HHM in een missive d.d. Terneuzen 11 mei een aantal
commissarissen te sturen voor de vernieuwing van de magistraat en
het
afhoren van de rekeningen.
HHM committeren
Lodestein,
Huissen en
Vosbergen
om zo snel mogelijk vanuit
Zeeland naar de
genoemde
steden te vertrekken.
5
Ontvangen is een brief met berichten van
Philippe de Vilers, commandant van Willemstad, d.d. Willemstad 14
mei.
Er wordt geen resolutie genomen.
6
Het stadsbestuur van
Hoorn stuurt met een brief d.d. 19 april een lijst mee van de
ingezetenen
die in
Tunis en
Algiers in
Barbarije
[Marokko] gevangenzitten, met
het verzoek
maatregelen te treffen voor hun vrijlating.
Deze zaak wordt uitgesteld.
7
HHM lezen de memorie en de aantekeningen van thesaurier-generaal
Van Goch (die op dit moment in het leger is), bij de declaratie van
Reael voor de onkosten als gevolg
van zijn
gevangenneming
in
Jutland en zijn reis naar
Praag,
Wenen en de terugreis, alsmede de schatting van
de waarde van de
verloren inboedel.
HHM committeren
Bas en
Rode om de declaratie en
de schatting
nader te onderzoeken en er verslag over uit te brengen.
8
HHM lezen het rekest van
Johannes van Walbeeck, die met medeweten van de burgemeester van
Amsterdam in het gezelschap van
Laurens
Reael naar
Denemarken is gereisd en
op
de terugweg schipbreuk heeft geleden. Hij vraagt om een vergoeding
voor
de geleden schade ten bedrage van 1.400 gld.
HHM stellen dit rekest ter hand aan
Bas en
Rode om te onderzoeken
en er verslag over
uit te
brengen.
9
Het stadsbestuur van
Bremen verzoekt d.d. 13 maart om zonder enige
belemmering een hoeveelheid rogge te mogen uitvoeren uit de havens
van
Vlaanderen.
Het verzoek wordt afgewezen.
10
De Bewindhebbers van de
Noordse Compagnie
verzoeken nogmaals om voldoende konvooi of toestemming om zelf enkele schepen voor hun verdediging uit te rusten. In ruil voor dat laatste vragen zij wel de onkosten te mogen verrekenen met het konvooigeld of minstens vrijgesteld te worden van de betaling voor het lopende jaar van het inkomend konvooi.
HHM vragen advies aan de
Admiraliteit te Amsterdam
.
11
HHM lezen de commissie voor mr.
Gualterus Castrichom, fiscaal op de vloot die ingezet zal worden voor
Duinkerke, op de
Noordzee of
elders
waar nodig. HHM keuren de commissie goed. De nieuwe fiscaal
legt daarop de eed af.
12
HHM lezen de commissie voor
Ferdinandus Alleman, secretaris op de vloot die ingezet zal worden voor
Duinkerke, op de
Noordzee of
elders
waar nodig. HHM keuren de commissie goed. De nieuwe
secretaris legt daarop de eed af.
13
Bogislav XIV, hertog van Pommeren, verzoekt d.d. slot
Stettin [Szczecin] 5 feb. een hoeveelheid wijn
voor zijn
hofhouding vrij over de
Rijn door de Republiek
te
mogen voeren.
De
keurvorst van Brandenburg verzoekt d.d."Elbin zu Collu" 17/27
jan.
24 tolvoeder rijnwijn voor zijn hofhouding vrij
over
de
Rijn door de Republiek te mogen voeren.
De
graaf zu Schwarzenberg verzoekt d.d. 4 juni 1628 toestemming om een
hoeveelheid wijn voor eigen gebruik vrij over de
Rijn
door de Republiek te voeren.
HHM wijzen deze verzoeken af.
14
Thomas Stoughton vraagt in een rekest om van de
Admiraliteit te
Rotterdam
het geld te mogen ontvangen van de
geconfisqueerde en verkochte goederen, waarvan een gedeelte per
ongeluk niet was aangegeven.
HHM wijzen dit verzoek af.
15
Op het verzoek van
Adriaen van der Tocq, boekhouder van de VOC ter Kamer Rotterdam, zal worden
geschreven aan
Gerridt van
Berckel, commissaris
van
deze zijde over de gevangenen te water. Hij moet al het mogelijke
doen
om
Jan van der Tocq, zoon van de
suppliant die te land is
gevangengenomen en die in
Stabroek onder
graaf Salazar vastzit, deel te
laten uitmaken van de gevangenenruil.
16
De gedeputeerden van
Holland leggen een verklaring af conform de gisteren genomen
resolutie van HHM over de zaak van de
administrator van
Maagdenburg. Zij gaan ermee akkoord het krediet van de
Generaliteit met dat van hun provincie te versterken en 4.789 gld.
te
lenen alsmede 2.500 gld. om per wissel over te maken op
Stockholm. Dit geld is bestemd voor de
reis van de administrator naar
Zweden, zoals
bepaald is in de resolutie van HHM d.d. 28
april.
De gedeputeerden stellen daar als voorwaarde tegenover dat zij het
genoemde kapitaal met de rente en de transactiekosten van de
wissel
mogen verrekenen met hun quote in de subsidies voor de
koning
van Denemarken.
HHM machtigen de
Gecommitteerde Raden van Holland
of hun gecommitteerden om de 4.789 gld. en de 2.500 gld. te lenen en een wissel te sluiten op Stockholm. Tevens beloven ze dat
Holland
het totaalbedrag met rente en transactiekosten mag verrekenen met de subsidies voor de Deense koning. De
ontvanger-generaal krijgt de opdracht deze resolutie op te volgen.
17
Van der Dusse,
Schaffer en
Berchem,
uit het leger in
Vught teruggekeerd,
verzoeken ter vergadering
na mondelinge en schriftelijke last van Z.Exc. en de gedeputeerden
van HHM in het leger d.d. 13 mei, om de sluiting van de licenten
op
levensmiddelen tussen de
Schelde en
de
Maas,
en in het bijzonder op
Breda. Ten
tweede
vragen ze voortgang te maken met de fortificatiewerken rond
Bergen op Zoom en
Steenbergen.
Ten
derde stellen ze voor de zesduizend waardgelders te lichten waarom
in
een
petitie door de RvS is verzocht. Ten vierde dringen ze aan op de
onmiddellijke oplevering, zonder enige uitzondering, van de twee
eerste
vijfden van de legerlasten, waarvoor op 7 maart decharges
zijn
uitgegaan. Ten vijfde vragen ze de compagnieën van de oude nieuwe
lichting van tienduizend man terug op volledige sterkte te
brengen,
net als
de
nieuwe lichting van dit jaar.
HHM antwoorden dat op de eerste twee punten al het nodige is gedaan. Het derde punt wordt uitgesteld tot morgen. Wat het vierde punt betreft verklaren de gedeputeerden van de achterstallige provincies - aangezien
Utrecht
betaald heeft - hun
principalen te zullen aansporen de som contant en
volledig te betalen. HHM vragen Schaffer naar
Friesland en
Groningen te reizen om aan te dringen op betaling
en op
het
verlenen van de consenten op een aantal punten, die hem
in
zijn instructie meegegeven zullen worden. Op het vijfde punt
machtigen HHM de RvS de kapiteins van deze twee lichtingen te
schrijven
hun
compagnie te completeren en opdracht te geven tot betaling en de
monstering van deze compagnieën die in garnizoen zijn.