19 - 05 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief van de gedeputeerden te velde d.d. 17 mei met enkele bijlagen in het
Latijn en het Duits.
HHM laten de bijlagen vertalen en duplicaten ervan naar de provincies opsturen.
2
De Gecommitteerde Raden van de
Admiraliteit in Zeeland
antwoorden d.d. Middelburg 17 mei op de missive van HHM d.d. 14 mei aangaande het sluiten van de licenten op alle levensmiddelen tussen de
Maas, de
Schelde en
Sas van
Gent en de tussengelegen kwartieren van
Brabant. Zij
hebben daarover met het stadsbestuur van
Middelburg gesproken dat met de sluiting instemt,
met uitzondering van die op de
wijnen.
HHM zullen dit de andere Admiraliteiten bekendmaken.
3
De
Admiraliteit te Amsterdam
meldt in een missive d.d. 1 mei dat zij op aanschrijven van HHM het oorlogsschip van kapitein
Dionys Trenquoij gereed hebben om de
administrator
van Maagdenburg te vervoeren.
HHM zullen de Admiraliteit laten weten dat de administrator voornemens is om morgen of overmorgen naar
Amsterdam te vertrekken en vraagt de Admiraliteit het schip gereed te
houden.
4
Ontvangen is een brief met berichten van resident
Aissma d.d. Hamburg 25 april.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
De
Admiraliteit in Zeeland
schrijft d.d. Middelburg 2 mei dat zij haar kantoren heeft opgedragen 22 st. per honderd pond te vragen op de uitgaande wol over zee.
Er wordt geen resolutie genomen.
6
HHM lezen de tweede remonstrantie van
Sixtus van Amama, gezant van de
graaf van
Oost-Friesland.
De graaf vraagt HHM om een schriftelijk bewijs of een
resolutie waaruit blijkt dat de vader en broer van de
suppliant, evenals hijzelf, herhaald maar vergeefs om de
verdrijving van het
staatse
garnizoen
uit
Emden en
Leerort hebben
verzocht. Tevens vraagt hij HHM te
verklaren dat zij met de handhaving van de
genoemde garnizoenen de soevereiniteit, het gezag en de rechten van
het
Duitse Rijk of de graaf als regerend vorst in
Oost-Friesland, niet willen aantasten. Ten slotte
vraagt
hij van HHM de verzekering dat
de garnizoenen niemand van vijandelijke zijde zullen aanvallen,
lastigvallen of beledigen.
HHM wachten het advies van Z.Exc. af.
7
Het verzoek van de
heer van Brederode om in plaats van 300 gld. 400 gld. per maand te verdienen
als kolonel, wordt afgewezen. Aangezien de suppliant op dit moment
een
kwartier van het leger commandeert, krijgt hij een toeslag van 100
gld.
per maand zolang hij daar het commando voert of in het leger dienst
doet. Deze toeslag wordt betaald door de
ontvanger-generaal uit de
legerlasten.
8
Op de remonstrantie van agent
Heimbach wordt de
keurvorst van
Brandenburg een
akte van non-prejuditie verleend inzake de aanleg van enkele
rijswerken
en kribben in de
Rijn in het ambt
Huissen (vorstendom
Kleef)
voor
zover deze op Kleefs grondgebied aangebracht worden.
9
Henderick Verburch, oudste klerk ter griffie van HHM, wordt op diens verzoek
commissie
verleend als agent. Hij zal hiervoor geen traktement
ontvangen zolang voormalig agent
Valckenburch
nog
leeft. Na diens overlijden zal over het traktement beraadslaagd
worden.
10
De vergadering beraadt zich over het voorstel van de
graaf zu Schwarzenberg d.d. 15 mei, het advies van de RvS en ten slotte de
propositie van de graaf en
baron van
Spierinck, die vandaag bij HHM zijn ingediend.
HHM zullen hierover in het bijzijn van de RvS besluiten.
11
HHM resumeren het verzoek van de
weduwe van kolonel
Uytenhove om
een eenmalige gift in verband met de goede diensten
van haar overleden echtgenoot bovenop hetgeen zij op twee
verschillende tijdstippen heeft ontvangen.
12
HHM schrijven
Langerack bij de
koning van
Frankrijk of - indien afwezig - op de aangewezen plaats
aan te dringen op
betaling van de achterstallige subsidies die de Republiek toekomen
krachtens het traktaat van
Compiègne. Tevens
heeft de
Republiek nog geld tegoed voor de vloot van
Hautein
en de schepen die voor
La Rochelle gezonken zijn.
Ten
slotte is er nog het vrachtgeld voor de schippers die de soldaten
van
de
graaf van Mansfeld overgebracht
hebben,
alsmede de betaling van het geschut van nabij
Calais gestrande oorlogsschepen.
13
HHM zullen
Joachimi schrijven te ijveren voor de terugbetaling van de 650.000
gld. met
rente die de Republiek aan de
graaf van
Mansfeld
heeft verstrekt voor de
koning van
Engeland, ten
tweede voor de voldoening van de 181.000 pond betaald aan de vier
nieuwe regimenten van het Engels secours in 1624 , ten derde voor
de
betaling van het kostgeld van de Engelse slaven die vanuit
Barbarije
[Marokko] door oorlogsschepen
van HHM naar
Engeland gebracht
zijn
en ten slotte voor de betaling van de buizen en andere schepen die
ten dienste van
de
soldaten van de graaf van Mansfeld hebben gestaan. Verder wordt
besloten ambassadeur
Oosterwyck
te
schrijven om te proberen de beloofde financiële hulp van
Venetië los te krijgen.
14
Naar aanleiding van de missives van commissaris
Hoogenhouck d.d. 12 en 19 april, zullen HHM terugschrijven dat
Paul de
Wilhem en
Cornelis van
Leeuwen hebben aangenomen de
derde
termijn à 25.000 gld. te verschaffen. Men is hier ondertussen
volop
bezig om het geld aldaar te kunnen bezorgen.
15
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 10 mei op het plakkaat van de
keurvorst van Keulen. In dat plakkaat beveelt hij zijn onderdanen geen geld meer
te geven aan de soldaten van weerszijden voor logement,
konvooi of
andere kosten. Indien deze soldaten overgaan tot geweld moeten de
inwoners de meest nabije keizerlijke legeraanvoerder verwittigen
en de
wapens opnemen om zich te verdedigen. Tevens moeten ze de
toegangen
tot
de dorpen afsluiten en barricaderen, wachtposten op de torens en
hooggelegen plaatsen zetten, de klokken luiden en elkaar
helpen.
De RvS oordeelt dat de inhoud van dit plakkaat nieuw is en dat het er waarschijnlijk op aanstichten van
Spanje is gekomen. Want hoewel zowel het Spaanse als het staatse
leger geweerd worden, laat de keurvorst wel keizerlijke troepen
toe.
Met
dit plakkaat kan men de Spaanse soldaten te allen tijde in die
neutrale
landen houden en het staatse leger verdrijven. Aangezien dit alles
strijdig is met de neutraliteit, moet volgens de RvS (onder
correctie) de
keurvorst
hiervan op de hoogte worden gebracht. Bovendien moet men laten
weten dat de
plakkaten tegen de ongeregeldheden onlangs nog vernieuwd zijn en
elke
dag stipt opgevolgd worden. Op inbreuken worden zowel in de
garnizoenen
als in 's-
Gravenhage straffen
opgelegd ten voorbeeld aan anderen naar aanleiding van klachten die
HHM namens de keurvorst
regelmatig bereiken. HHM verzoeken om stopzetting van deze
praktijken
of HHM moet zelf overgaan tot maatregelen, tot behoud van de
neutraliteit en ter bescherming van de staatse soldaten, waarover
nietmand dan deze regering iets te zeggen heeft.
HHM besluiten conform het advies en vragen de RvS deze mening aan de keurvorst bekend te maken.