20/05/1629

 
English | Nederlands

20 - 05 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Bas deelt ter vergadering mee dat hij door de burgemeesters van Amsterdam is bericht dat een officier van de koning van Zweden een soldaat van het garnizoen heeft doen overlopen. Zij hebben zowel de officier als de soldaat gearresteerd.
HHM verzoeken de burgemeesters - zonder daarmee hun autoriteit te willen aantasten - de gevangenen hierheen te sturen, om ze te kunnen vervolgen. Tevens moeten zij maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat er in hun stad niet meer geworven kan worden voor de Zweedse koning. Reeds geworven personen moeten zij de dienst doen verlaten.

2 Ontvangen is een brief van Optenoort, gecommitteerde raad ter Admiraliteit te Amsterdam d.d. Het Vlie 18 mei, met enkele bijlagen, inhoudend dat het eskader van de Admiraliteit te Amsterdam op zee een vijandelijk scheepje met twee overlopers heeft veroverd, namelijk de kapitein van het schip Guilberto Meindos uit Amsterdam en de stuurman van Vlieland.
De vergadering neemt geen beslissing.

3 De gedeputeerden van Utrecht leggen een lijst voor met de gevangen ingezetenen van hun provincie.
De vergadering voegt deze lijst bij de andere.

4 De gedeputeerden van Utrecht melden dat het graan binnen de provincie onderhands wordt ingekocht, waardoor de prijzen sterk stijgen.
HHM besluiten de Colleges ter Admiraliteit te schrijven het plakkaat tegen de uitvoer van tarwe en rogge stipt op te volgen.

5 Ontvangen is een brief met berichten van resident Aissma d.d. Hamburg 2 mei.
Er wordt geen resolutie genomen.

6 Ontvangen is een brief met berichten van commissaris Cracou d.d. Stralsund 4/14 april.
Er wordt geen resolutie genomen.

7 De Gedeputeerde Staten van Friesland verzoeken in een missive d.d. Leeuwarden 6 mei om Homme van Hettinga commissie te verlenen als vervanger van kapitein Willem Coenders, die op dit ogenblik garnizoen houdt in Leerort. Dit gebeurt conform de overeenkomst over het verwisselen van het commando tussen henzelf en de Gedeputeerde Staten van Groningen .
HHM wachten op het advies waarom is gevraagd van Z.Exc. en de gedeputeerden te velde.

8 De Admiraliteit in het Noorderkwartier antwoordt d.d. Enkhuizen 17 mei op een missive van HHM d.d. 1 mei aangaande het schip van Niclaes Budier. Dit schip werd met een lading zout op de terugweg van Cadiz door vice-admiraal Quast achtervolgd en opgebracht, aangezien het eerder van een ingezetene van de Republiek gekaapt was.
De zaak wordt uitgesteld.

9 De Admiraliteit in het Noorderkwartier geeft in een missive d.d. Enkhuizen 16 mei haar opinie over het afleggen van een nadere eed door de Colleges ter Admiraliteit, waarover hun op 27 april een missive was toegezonden.
HHM wachten de reacties van de andere Admiraliteiten hierover af.

10 Commandant Erentruiter schrijft in een missive d.d. Emden 5 mei onder andere dat het keizerlijk leger in Oost-Friesland dag na dag groeit en zich vijandig begint op te stellen tegenover de inwoners van Emden. Bovendien is het van plan Greetsiel en Oldersum, beide gelegen aan de Eems, te fortificeren. De commandant heeft zelf Larrelt en Börssum door 25 soldaten uit het staatse garnizoen laten bezetten om te beletten dat deze door het keizerlijk leger gefortificeerd worden. Het stadsbestuur vraagt hem dagelijks op te treden tegen het keizerlijk leger. De commandant vraagt HHM gecommitteerden te sturen.
De missive wordt de gedeputeerden te velde ter hand gesteld, met het verzoek hierover met Z.Exc. en stadhouder graaf Ernst Casimir van Nassau te spreken.

11 HHM lezen het rekest van de schuldeisers van de administrator van Maagdenburg, die na de laatste declaratie nog enkele waren aan hem hadden geleverd.
HHM vragen hun om een lijst met de laatste leveranties aan de administrator.

12 HHM lezen het gisteren opgestelde advies van de RvS op de missive van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 17 mei. De Admiraliteit stelt daarin voor de voorgenomen sluiting van de licenten op levensmiddelen voor enkele dagen uit te breiden tot Zevenbergen, Hooge Zwaluwe, Lage Zwaluwe, het Land van Altena en andere gebieden die aan Brabant grenzen, of minstens de uitvoer naar die gebieden te beperken. De RvS meent dat het sluiten van de licenten geen effect sorteert zolang nog enkele mogelijkheden tot sluik blijven bestaan en daarom stelt hij voor de licenten ook voor deze gebieden te sluiten en terug te vallen op het systeem van lijsten. Om fraude te voorkomen moeten één of hooguit twee schepen per plaats aangewezen worden die de volgens de lijst toegelaten voorraden, en niets meer, mogen vervoeren op straffe van verbeurdverklaring.
HHM besluiten conform het advies en zullen de Admiraliteit aanschrijven de sluiting goed in acht te nemen en te onderhouden om de inwoners geen schade te berokkenen. De commandanten en kapiteins van de grenssteden zullen hiertoe ook worden gemaand.

13 HHM lezen het advies van de RvS op een missive waarvan de inhoud door de gedeputeerden van Holland op 17 mei aan HHM werd meegedeeld met verschillende voorstellen tot het tegengaan van sluik tijdens de huidige sluiting van de licenten en de instelling van zware straffen op overtredingen. De RvS meent dat de straffen niet al te zwaar mogen zijn. Het voorstel om de schepen die met levensmiddelen naar het leger gaan te verplichten binnenlandse paspoorten te hebben, is volgens de RvS niet werkbaar in de praktijk. Het is immers een vrijleger en de schepen mogen daarheen varen zonder paspoort.

14 HHM verlenen vrouwe Helena van Putlitz op haar verzoek voorschrijven aan ontvanger Rensen om haar zo snel mogelijk de assignatie van 8.000 rijksdaalder te betalen. Deze assignatie is haar door de graaf van Schwarzenberg met toestemming van HHM op het Kriegszahlambt verleend.