06 - 07 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Namens de
hertog van Candale wordt de betaling verzocht van diens traktement, vervallen
gedurende zijn afwezigheid in het buitenland.
De vergadering kijkt de resolutie na krachtens welke hij is vertrokken.
2
Z.Exc. schrijft vanuit het leger voor
's-Hertogenbosch d.d. 4 juli. HHM nemen geen
besluit.
3
De gedeputeerden te velde schrijven d.d. 4 juli dat de kapitein van de zeventiende Schotse
compagnie verzoekt eenzelfde regeling te treffen voor de betaling
van
zijn soldij als voor het nieuwe Schotse regiment van kolonel
Heijes is gedaan.
HHM vragen advies aan de RvS.
4
Er wordt meegedeeld dat er sterke geruchten gaan dat de vijand van plan is
Grave te belegeren.
De vergadering vraagt de RvS de lijst met levensmiddelen in de magazijnen van Grave na te kijken en ervoor te zorgen dat in die stad, en ook in
Gennep, voldoende levensmiddelen en medicamenten komen om tegen een
belegering bestand te
zijn.
5
HHM lezen het rekest van
Nicolaes Budier c.s., waarin zij schrijven dat de Gecommitteerde Raden van
de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
bekendgemaakt hebben door het aanplakken van biljetten dat al wie
denkt aanspraken te hebben op het schip
van
Joachim Focke uit Hamburg en de
opbrengst van
diens
lading zout, op 5 juli moest compareren om de eis van de
advocaat-fiscaal te horen. De supplianten beweren dat hun alles
toekomt.
De supplianten vragen alle verdere procedures op te schorten totdat een besluit is genomen over de casuspositie van HHM inzake van inwoners van de Republiek gekaapte schepen die door neutralen in
Duinkerke gekocht worden.
HHM schrijven de betrokken Admiraliteit alle procedures aangaande het schip en de opbrengsten op te schorten totdat een besluit is genomen over de casuspositie.
6
Fiscaal
Castricum en secretaris
Alleman
krijgen het bevel
zich naar de kust van
Vlaanderen te begeven om
volgens hun commissie
voorlopig onder de
vice-admiraal
hun functie uit te oefenen te
stellen totdat de nodige schikkingen zijn getroffen aangaande het
bevelhebberschap op zee.
7
Ontvangen zijn een missive van vice-admiraal
Quast, geschreven aan boord van het schip Den
Hollantschen
Thuyn bij de Hoofden [Nauw van Calais] d.d. 29 juni
en een
missive van ambassadeur
Joachimi
d.d. 15 juni,
gericht aan luitenant-admiraal
Heyn. Deze
missive,
die als gevolg van het overlijden van Heyn door de vice-admiraal
werd ontvangen en geopend, handelt over
het
aanvallen van Engelse schepen die op
Spanje
varen.
HHM schorten een besluit op.
8
HHM lezen het rekest van de schout, schepenen en regeerders alsmede de ingelanden van
Halsteren, waarin zij verzoeken geen resolutie te nemen op het rekest
van de officieren van polders als het
Oude Land,
het
Westland en de
Sint
Omcommerspolder
zonder hen te horen.
Het rekest wordt de RvS ter hand gesteld om mee overwogen te worden in het advies over het rekest van de genoemde officieren.
9
Op verzoek van
Jan van Vickeroert en
Joachim van Vickeroert,
kooplieden te
Amsterdam, verlenen HHM voorschrijven aan de
koning van
Zweden om toestemming te verlenen voor de uitvoer van
driehonderdvijftig
last rogge uit
Reval
[Tallinn].
10
Op verzoek van
Claes Maertensz. Manner c.s. verlenen HHM voorschrijven aan de
koning van
Denemarken aangaande de teruggave van een schip dat hun
door
het
garnizoen van
Glückstadt op de
Elbe is afgenomen.
11
Geresumeerd is het op 4 juli bij HHM ingediende rekest van
Anna Marij Berck, vrouwe van Famars. Het jaarlijks lijfpensioen van 250 gld.,
toegekend aan haar overleden
echtgenoot, wordt overgezet op
Charles Philippe de Famars, haar
zoon, onder
dezelfde voorwaarden en restricties als in de oorspronkelijke
pensioenbrief.
12
De vergadering wijst het verzoek af van de Amsterdamse kooplieden
Pauwel de Wilhem en
Cornelis van Leeuwen om
ten behoeve
van de
koning van Denemarken
tweeduizend
musketten,
duizend
harnassen en pieken, en zijdgeweren voor drieduizend man uit te
mogen voeren.
13
Op verzoek van voormalig agent
Falckenburch verlenen HHM hem gratis paspoort om met een dienaar en met
zijn bagage door
Brabant en andere vijandelijke gebieden naar
Spa te reizen en vice versa.
14
De voormalige pachters van een kwart van de konvooien en licenten vragen in een rekest de betaling van 884 pond 7 sch. 6 d., hun aandeel in 3.000 gld. als opbrengst uit een confiscatie in
Delfshaven van 335 Engelse karsaaien.
HHM stellen
Johan van Yck, ontvanger-generaal van de Admiraliteit te Rotterdam, het
rekest ter hand om de
supplianten hun deel uit te betalen, tenzij hij gegronde redenen
heeft om
dat niet te doen.
15
Op verzoek van
Melchior van den Perre en
Laurentius Aquilius,
voormalige
secretarissen van
Rantwijck en
Pauw, extraordinaris ambassadeurs
bij de koning
van
Groot-Brittannië, kennen HHM hun een beloning van 200 gld.
toe
bovenop
de
reeds ontvangen 300 gld. als vergoeding voor hun moeite en
arbeid.
HHM zullen ordonnantie verlenen.
16
HHM lezen het rekest van
Jehan Sanisson, predikant in de Franse kerk te 's-Gravenhage. Hij heeft
103 gld.
voorgeschoten aan
Pierre
Rocquier, een bedrag dat
hem,
blijkens de afrekening en het restcedel van
Jan
Schas d.d. 13 maart, toekomt voor zijn dienst te velde
in
1626.
HHM ordonneren voormalig ontvanger-generaal
Doublet het genoemde bedrag onmiddellijk uit te betalen.
17
De vergadering vraagt secretaris
Huygens wat sinds 22 juni gebeurd is in de zaak van kapitein
Morray, die te
Amsterdam
vastgehouden wordt voor het doen van enkele lichtingen voor de
koning
van Zweden. Het stadsbestuur van Amsterdam heeft op
aanschrijven
van de
RvS ermee ingestemd de gevangene met een akte van non-prejuditie
naar
's-
Gravenhage te sturen, maar dit is nog niet
gebeurd.
HHM vragen de RvS de gevraagde akte te versturen en de arrestant daarna zo snel mogelijk naar 's-Gravenhage te laten brengen en te verhoren.
18
Secretaris
Huijgens deelt namens de RvS mee dat de Raad gehoord heeft dat de
zoutzieders in
Zeeland in hun verzoek d.d. 19 juni
gevraagd
hebben de
uitvoer van zout naar
Brabant toe te staan.
1De RvS meent
dat
daartegen geen bezwaar zou zijn, mocht zout net als andere waren in
Lillo overgeladen kunnen worden. Aangezien dat
niet
mogelijk is en het aanleiding kan geven tot frauduleuze praktijken,
adviseert de RvS tegen dit verzoek.
Tevens stelt de RvS voor de uitvoer van wijn evenals van alle andere levensmiddelen te verbieden, aangezien men vernomen heeft dat dagelijks gesmokkeld wordt onder voorwendsel van uitvoer van wijn.
De vergadering stelt een beslissing uit tot een beter moment.
19
Geresumeerd is het gisteren ontvangen verzoek van de
koning van Denemarken d.d. 31 mei om de maandelijkse subsidies voort te zetten
totdat
de
keizer het gesloten verdrag
heeft
geratificeerd.
Een beslissing wordt uitgesteld.
20
Schultetus, resident van de koning van Denemarken, compareert en
verzoekt HHM om
zeer goedgunstig in te stemmen met twee maanden subsidie die reeds
vervallen zijn. Verder vraagt hij HHM om hem door
ontvanger-generaal
Doublet een lijst te laten geven
met alle
subsidies die tot op de dag van vandaag aan de
koning van
Denemarken betaald zijn. Tevens biedt hij zijn afscheid
aan,
omdat hij door de koning is teruggeroepen. Hij voegt eraan toe
de
belangen van de Republiek te zullen behartigen bij de koning.
Op het eerste punt antwoordt de vergadering dat het in de huidige omstandigheden, te weten dat de koning vrede heeft gesloten en HHM in oorlog zijn en bovendien bezig met het beleg van de grote en machtige stad 's-
Hertogenbosch, niet mogelijk is dit verzoek in te willigen. Op het tweede
punt, willen HHM tegemoetkomen aan de vraag van de koning, maar
dit
kan vooralsnog niet gedaan worden, aangezien er nog enige
betalingen in
de lijst opgenomen moeten worden waarvan de vergadering nog niet
precies op
de
hoogte is. Wat het derde punt betreft, bedanken HHM de resident en
wensen hem met de gepaste complimenten geluk op zijn terugreis.
212
De Bije en
Olphert Barentsz., uit
het leger
teruggekeerd met geloofsbrieven van
Z.Exc. d.d. 3 juli, wijzen de
vergadering op het grote geldgebrek van de gecommitteerden in het
leger. Verschillende
ordonnanties voor het uitvoeren van de werken zijn nog onbetaald.
Tevens worden dagelijks verzoeken gedaan om nieuwe werken te
ondernemen, waarvan ook
ordonnanties verleend zouden moeten worden. De galerijen in de
approches en in het
kwartier van graaf
Ernst Casimir van
Nassau en
andere
extraordinaris oorlogsmiddelen moeten in stand gehouden worden. De
leningen
voor de ammunitietros en de legerwagens kunnen niet verkregen
worden,
afgezien van de grote kosten voor het bouwen van molens, het
afdammen
van de
Dieze en het droogleggen van de polders
rond
's-
Hertogenbosch. Voor al deze noodzakelijke
ondernemingen is er geen geld aanwezig, waardoor het land groot en
onherstelbaar nadeel zou kunnen ondervinden. Hoewel er op dit
moment
reeds geld onderweg is, verzoeken beide gecommitteerden toch om op
regelmatige basis geld te sturen.
Aangezien Z.Exc. van verschillende kanten te kennen is gegeven dat het keizerlijk leger naar de Republiek komt, en omdat enerzijds in het leger geen soldaten gemist kunnen worden en anderzijds de
Waal, de
IJssel, de moerassen en de meest
bedreigde grenssteden met waardgelders en garnizoenssoldaten
niet
verdedigd kunnen worden tegen een gecombineerd uitheems -
vijandelijk leger, stelt Z.Exc. voor om een commissaris aan te
stellen
die
kolonel
Morgan en de twee Duitse kolonels
die bij hem zijn,
in dienst moet nemen, met dien verstande dat het aantal soldaten
niet
hoger komt dan zesduizend. Hierbij zijn de vierhonderd Engelsen
die zich nu nog
in
Engeland bevinden en over wie door ambassadeur
Joachimi is geschreven,
inbegrepen. De
indienstneming zou slechts gelden voor drie lange maanden.
Wat de kwestie van de rekruten aangaat, laat Z.Exc. opmerken dat de genomen resolutie niet doeltreffend is. Deze resolutie stelde dat de kapiteins wier compagnieën door strijd of sterfte sterk gereduceerd waren, hun eenheden voor rekening van het land mochten aanvullen, met een vergoeding van driekwart van het normale bedrag per hoofd. Z.Exc. stelt daarentegen voor om, rekening houdend met het komende warme weer en de daarmee gepaard gaande ziekte, de te verwachten grote tol aan manschappen door het naderen van de vijandelijke stellingen en het optrekken van het keizerlijke leger, een commissaris naar Engeland te sturen om daar tweeduizend soldaten te lichten die hier te lande verdeeld kunnen worden over de getroffen compagnieën, temeer omdat duidelijk is dat de soldaten in Engeland goedkoop te werven zijn. De Franse regimenten zou men dan toestemming moeten geven om door hun officieren duizend man te laten werven tegen 8 gld. per hoofd.
Op al deze voorstellen verwacht Z.Exc. een snel antwoord.
De vergadering stelt een besluit uit tot morgen.
22 3
De gedeputeerden van
Friesland en
Groningen dringen nogmaals aan een
commissie uit te vaardigen voor kapitein
Hommo van
Hottingha als commandant van
Leerort
voor
de
duur van drie jaar, ter vervanging van
Willem
Coenders. Deze wisseling is conform het akkoord tussen
beide
gewesten over het commando in de forten van Leerort,
Bourtange,
Langakkerschans
[Nieuweschans] en
Bellingwolde.
HHM ontbieden beide genoemde officieren op de vergadering binnen drie weken. Coenders zal ontslagen worden als commandant van Leerort en er zal
hem daarvan een akte naar zijn wensen verleend worden. De genoemde
Hottinga zal op dezelfde eed en instructie
dienen
als zijn voorganger. De
graaf van
Oost-Friesland
zal op de hoogte gebracht worden van deze maatregel. In geen geval
geldt
deze beslissing als een goedkeuring van het gesloten akkoord tussen
Friesland
en
Groningen
, dat
HHM
conform het advies van de RvS d.d. 14 april als nadelig voor het
gezag van het land
beschouwen.