05 - 07 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Commissaris
Cracou schrijft d.d. Elseneur [Helsingør] 7/17 juni en 12/22
juni.
Op deze missiven noch op de meegestuurde stukken wordt een beslissing genomen.
2
Tercule deelt mee dat de quote van de provincie
Overijssel
in het vierde vijfde
van de
legerlasten
klaar ligt in baar geld. Verder klaagt hij dat de aanbestede
werken
voor de vergroting van de redoute van
Avereest
niet
begonnen worden. Indien de vijand iets van plan is aan de
grenzen
van
Overijssel, dan kan hij van deze redoute
gebruikmaken.
De vergadering bedankt de gedeputeerde voor de eerste mededeling. Wat het tweede punt betreft, vraagt men hem dit bericht aan de RvS door te geven.
3
De burgemeesters en raad van
Stralsund schrijven d.d. Stralsund 20 mei. HHM nemen geen besluit.
4
HHM lezen de nadere petitie van de RvS, waarin HHM verzocht wordt onmiddellijk het nodige te doen voor de betaling in baar geld van wat nog ontbreekt van de 1.000.000 gld. die in okt. 1628 bij petitie verzocht zijn voor de legerlasten van dit jaar. Tevens moeten HHM erop rekenen dat de bestaande petitie van 1.000.000 gld. met een aanzienlijk bedrag moet worden verhoogd. Nu meteen moet een bedrag van 500.000 gld. goedgekeurd worden en in ijltempo opgebracht worden voor de betaling van de noodzakelijke uitgaven van het leger.
De vergadering zendt deze petitie naar alle provincies, met de vermaning deze te onderzoeken en zo spoedig mogelijk hun gedeputeerden last te geven betreffende deze zaak.
5
President
Beaumont wijst erop dat
Mathijs
Treurniet c.s.
zeer sterk aandringen op de betaling van de eerste termijn van de
fortificatiewerken die zij dit jaar bij
Steenbergen
aangenomen hebben. Door wanbetaling blijven deze werken stilliggen
en er
is
een groot verloop onder de arbeiders, tot grote schade van de
supplianten en het land.
De supplianten wordt verzocht zich tot de RvS te wenden, die op zijn beurt bij
Holland
en
Zeeland
zal aandringen op de betaling van
hun quoten in de 100.000 gld. die zij beloofd
hebben voor deze werken ten laste van
de
Generaliteit te lenen.
6
President
Beaumont deelt mee dat ambassadeur
Camerarius
sterk aandringt op een goede behandeling van kapitein
Morrae,
die
vastzit omwille van lichtingen in de Republiek voor de
koning van Zweden.
De vergadering wil van de RvS vernemen wat sinds 22 juni in deze zaak is gebeurd.
7
Rantwijck rapporteert dat resident
Carlaton klaagt
dat de zaak van
Amboina
[Ambon] de laatste
twee maanden
niet
is gevorderd. Men heeft hem geantwoord dat dat gebeurde op eigen
verzoek, aangezien de hoop bestond dat de getuigen van de
aanklagers
vanuit
Engeland hierheen zouden gezonden worden.
Carlaton van zijn kant bracht daartegen in dat er
nog
andere zaken te doen stonden in dit proces. Verder wordt nog gemeld
dat
de resident de rechters, of toch de meerderheid daarvan, om
opschorting
had verzocht.
De zaak wordt daarbij gelaten.
8
Rantwijck deelt mee dat hij krachtens de resolutie d.d. 16 juni
geprobeerd heeft resident
Carlaton
over te halen
de
zaak van ritmeester Sir
Tomas
Lucasz., aangaande
het
geld dat in de kist van wijlen
Colwal werd
gevonden,
over te laten aan de bemiddeling van enkele personen uit de
regering.
De resident antwoordde dat hij daarop niet kon ingaan en dat hij de
redenen van deze weigering schriftelijk bij HHM zou indienen.
9
Op het rekest van
Hillebrandt Dircxs, burgemeester van Harlingen, verlenen HHM voorschrijven aan
de
koning van Denemarken en die
van
Zweden aangaande de vrije uitvoer van twaalfhonderd last
rogge
uit
Danzig
[Gdansk] naar de Republiek.
10
HHM horen de voormalige ontvanger-generaal
Doublet over het rekest van
Frans
Ghijsbrechtsz.,
commies ter recherche in het fort 's-Gravenwaard, aangaande
de
500 gld. die
Schagen in 1621 van
hem ontvangen
heeft
en die met het land verrekend zijn.
De voormalige ontvanger-generaal krijgt de opdracht 500 gld. over te maken aan de
Admiraliteit te Amsterdam
, die deze waar nodig zal verdelen.
11
De
koning van Denemarken verzoekt in een missive, geschreven in zijn hoofdkwartier in
"Ohe an der Masse" d.d. 31 mei, het maandelijks
subsidie voort te
zetten.
HHM nemen geen besluit.
12
Resident
Schultetus legt de vergadering de artikelen voor van de vrede tussen de
koning van Denemarken en de
keizer.
HHM nemen geen besluit.
13
HHM lezen de memorie van resident
Schultetus, waarin hij verzoekt om de uitbetaling van twee maanden
subsidie. Tevens vraagt hij een staat te mogen ontvangen van de
ontvanger-generaal, van alle
betalingen die HHM
gedaan hebben aan de
koning van
Denemarken en voor de verdediging van
Glückstadt.
Een beslissing wordt uitgesteld.
14
Ontvangen is het antwoord van de burgemeesters en regeerders van
Amsterdam d.d. 3 juli op de missive van HHM d.d. 29 juni, met daarbij
gevoegd een lijst met geschenken die
Eck als
gezant
van plan is mee te
nemen naar
Moskovië om aan de
grootvorst te overhandigen. Het
gaat om wapens, zilverwerk, zijde,
wollen lakenstof en een zilveren lamp met gouden ketting die
toebehoort
aan de
WIC
. De gezamenlijke
waarde
wordt geschat op 20.000 à
25.000 gld.
HHM besluiten de geschenken te verminderen tot een waarde van 16.000 gld. en machtigen de burgemeesters om de genoemde lamp met de gouden ketting te kopen van de WIC. De overige geschenken worden in 's-
Gravenhage verzorgd.
15
Op aangeven van de griffier van de
Hoge Raad
,
Rosa, rapporteert griffier
Musch
dat de
genoemde Hoge Raad krachtens de missive van HHM d.d. 17 mei, het
proces
tussen de reders van De Gecroonde Leeuw,
eisers, en
Cornelis Witsz.,
hoofdconsul in
Aleppo,
onderzocht heeft. Desgewenst is de Raad bereid hierop in te gaan,
maar
hij acht het raadzaam beide partijen te laten verschijnen voor
enkele
commissarissen om te proberen een schikking te treffen.
De
vergadering wordt gevraagd haar mening in deze kenbaar te
maken omdat de Raad gevraagd is in dit proces te vonnissen. Ook wil
de Raad weten of HHM al geprobeerd hebben de partijen tot
overeenstemming te brengen.
HHM machtigen de Hoge Raad om beide partijen zo mogelijk tot een schikking te brengen. De vergadering verklaart dat zij eerder daartoe geen poging heeft ondernomen.
16
Huygens en andere gedeputeerden van HHM rapporteren dat zij
krachtens de gisteren genomen resolutie commies
Van den
Brouck gehoord hebben over zijn voorstel aangaande de
uitvoer
van graan uit
Moskovië naar de
Republiek.
Zijn voorstel luidt:
I
Eck, die als gezant naar Moskovië gaat, moet in zijn
instructie gelast worden met alle mogelijke middelen de
grootvorst
ertoe te bewegen om de Republiek het alleenrecht te geven op de
inkoop en de uitvoer van graan uit de gebieden onder zijn gezag en
dit
tegen de prijs die de gezant zal overeenkomen met de
grootvorst.
II Elk jaar moet de prijs van het graan naar gelang de omstandigheden verhoogd of verlaagd worden.
III HHM moeten een persoon machtigen om namens de Republiek het graan van de grootvorst in Moskovië te ontvangen.
IV Een door HHM aan te stellen commissaris verleent de kooplieden die graan willen gaan halen in Moskovië, een biljet. Zij zullen krachtens dit biljet, waarop de hoeveelheid en de kwaliteit van het te halen graan vermeld staan, dit graan van de te machtigen persoon in Moskovië ontvangen. Op die manier kan de graanhandel met Moskovië voor elke bewoner van de Republiek opengehouden worden.
HHM houden dit voorstel in beraad en bedanken commies Van den Brouck.