08 - 07 - 1629
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De gedeputeerden van de
Grote Visserij
van
Delft en
Rotterdam compareren en delen mee dat
zeven
vijandelijke schepen op de
Noordzee reeds acht
schepen
veroverd hebben, waaronder twee koopvaarders en een visser
wiens
schip in de grond is geboord. De supplianten vragen ter bescherming
van de vissers vice-admiraal
Lieffhebber, die
met
een aantal schepen in het
Goereese Gat ligt, te
bevelen gedurende tien of twaalf dagen naar de
Doggersbank te varen om de terugkerende
haringvaarders
te beschermen. Daarna kan hij weer in zijn sector kruisen.
HHM schrijven de
Admiraliteit te Rotterdam
haar schepen die volgens de staat van oorlog de kust van
Vlaanderen moeten bewaken of de visserij moeten beschermen, te laten
uitvaren om hun plicht te doen. Tevens moet vice-admiraal
Lieffhebber zich naar de Doggersbank begeven en
tien
of twaalf dagen de haringvaarders beschermen. Na afloop van die
termijn
moet hij naar zijn sector terugkeren. Indien hij ter
plekke geen gevaar bemerkt, moet hij onmiddellijk koers zetten naar
deze sector. HHM verwachten regelmatig rapport van de
vice-admiraal.
2
De heer van
Oosterwyck schrijft d.d. Venetiƫ 22 juni. HHM nemen geen besluit.