15 - 07 - 1629
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Gedeputeerden te velde
Nobel en
Haersolte compareren en
verzoeken de
vergadering dringend,
krachtens hun geloofsbrieven van Z.Exc. en de overige
gedeputeerden te
velde d.d. 12 juli, om meer geld naar het leger
te sturen voor
de talrijke verdedigingswerken tegen het vijandelijk
ontzettingsleger
en voor de approches naar de stad. Zij stellen tevens voor om in
deze
gevaarlijke tijden de Zweedse troepen te
Emden,
het
regiment van kolonel
Morgan (dat
eerdaags in
Het Vlie zal aankomen, naar men zegt) en dat van
kolonel
Ferents voor een periode
van drie of
vier
maanden aan te nemen. Deze versterkingen moeten niet alleen dienen
om
het land te verdedigen tegen de vijand, maar ook tegen de
keizerlijke
troepen, die volgens de berichten onder de
graaf van
Montecuculi naar de grenzen van de Republiek komen
afzakken
om een grote afleidingsmanoeuvre uit te voeren. De waardgelders
zijn niet
opgewassen
tegen dit leger, omdat de lichting niet volledig is en het geen
goede
soldaten zijn, en bovendien kunnen ze niet versterkt worden met
troepen
uit het leger zonder de belegering in gevaar te brengen.
De vergadering zal hierover morgen verder beraadslagen in aanwezigheid van de RvS.
2
De RvS wordt verzocht een staat op te maken van de laatste nieuwe lichting en van de waardgelders, om te weten waar de pijnpunten liggen.