03 - 08 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Raetsfelt, teruggekeerd uit
Enkhuizen, rapporteert
dat hij conform de resolutie d.d. 30 juli onderhandeld heeft met de
soldaten die aldaar uit
Denemarken zijn
aangekomen,
maar
dat hij niet tot een vergelijk is kunnen komen over de
voorwaarden. Een kapitein van deze eenheden is in
's-
Gravenhage aangekomen,
terwijl een tweede onderweg is om zelf met HHM te onderhandelen.
Ondertussen zijn de soldaten naar
Utrecht
gestuurd, met de belofte dat, mochten hun kapiteins geen akkoord
bereiken, zij voor rekening van het land terug naar Enkhuizen
zullen
worden gebracht. Een
burgemeester van
Kampen is
naar
Enkhuizen gekomen en heeft daar laten weten dat zijn stad door
slechts
twee compagnieën beschermd wordt, met het verzoek enkele eenheden
daarheen te sturen. Raetsfelt wilde hierover eerst de mening van
HHM inwinnen.
De RvS wordt gemachtigd om met beide kapiteins te onderhandelen om hun compagnieën drie maanden in dienst van HHM te nemen op de voorwaarden die zij zullen overeenkomen. Een beslissing over het garnizoen van
Kampen wordt overgelaten aan Z.Exc., die door HHM op de hoogte wordt
gebracht.
2
HHM resumeren de kwestie van de wisseling van het commando te
Leerort. Voor kapitein
Homme van
Hettinga, ter vergadering
ontboden, zal als
nieuwe commandant een commissie en een instructie worden
gedepêcheerd. Deze documenten
gaan naar
Eysinga,
Schaffer en
Jensma, de gedeputeerden van HHM
in
Emden,
of, in geval van hun afwezigheid, naar de
Gedeputeerde
Staten
van Friesland
en
van
Groningen
. Daarbij gaat het verzoek om de aanstelling
op te schorten tot de
graaf
van
Oost-Friesland door middel van een akte heeft ingestemd
met de benoeming. HHM zullen Hettinga bij de graaf aanbevelen, wat
de
Gedeputeerde Staten van beide provincies ook gevraagd wordt te
doen.
Wanneer deze akte
ontvangen
is, zal in naam van HHM door de drie gecommitteerden of door de
Gedeputeerde
Staten Hettinga de eed op de commissie en instructie worden
afgenomen.
Coenders, de huidige
commandant, moet vervolgens een inventaris en ontvangstbewijs van
het
geschut, de wapens, munitie en ander materiaal dat hem door de
graaf in bewaring is gegeven, overleveren. Het driejarig commando
van
Hettinga zal ingaan op het moment
dat Coenders
de
goederen op een behoorlijk patent heeft overgedragen en uit Leerort
is vertrokken. Verder besluiten HHM dat de akte van de graaf bij de
griffie van HHM in bewaring moet worden gegeven.
3
De bespreking van de propositie van de
ontvanger-generaal betreffende de betaling van de dertien compagnieën
die eerder waren gerepartieerd op de contributies (die momenteel
door de legers aan beide zijden zijn opgeschort en bovendien ter
betaling van de rente moeten worden aangewend), wordt
uitgesteld.
4
De verpachting van een kwart van de konvooien en licenten wordt vastgesteld op 20 augustus. De gedeputeerden van
Zeeland verklaren in deze niet gelast te zijn, maar hopen dat op die
datum wel te zijn. De biljetten worden ondertussen opgehangen en de
gedeputeerden van de
Admiraliteiten beschreven om bij deze verpachting behulpzaam te
zijn.
Hun wordt
tevens verzocht een generale staat van hun inkomsten in te
dienen.
5
De sluiting van de konvooien en licenten op levensmiddelen wordt vanaf 9 aug. met een maand verlengd conform de op 19 juli vastgestelde voet.
Beaumont verklaart gelast te zijn een
uitzondering te maken voor de wijnen, aangezien de redenen
voor
deze sluiting vervallen zijn en zo beter tegen fraude bij de
uitvoer van wijn kan worden opgetreden.
HHM schrijven de
Staten van Zeeland
hun tegenargumenten kenbaar te maken en de sluiting in landsbelang te handhaven.
6
De gedeputeerden van
Holland stellen voor om alle fraude bij de invoer van tabak te
vermijden en alle soorten met een stuiver en een oord te belasten,
omdat anders
toch
alles als slechte tabak wordt gedeclareerd.
Een beslissing wordt opgeschort.
7
De gedeputeerden van
Holland zijn gereed om hun consent te geven voor de 500.000
gld. aan legerlasten waarom is verzocht bovenop de eerste
1.000.000 gld., alsmede voor de
petitie van 600.000
gld. ter betaling van de soldij van de extraordinaris aangenomen
soldaten. Ze
verzoeken de andere provincies zich ook bereid te verklaren.
De overige gedeputeerden zeggen nog niet zover te zijn. Een beslissing wordt opgeschort.
8
Op verzoek van
Court van Numen, burger en paardenkoopman te Groningen, verlenen HHM
toestemming voor de uitvoer van 24 paarden naar
Frankrijk tegen betaling van 's lands
rechten. De suppliant moet verklaren
dat
de paarden voor de sluiting zijn aangekocht. Hij moet bovendien
borg
stellen (binnen twee maanden na vertrek van de paarden te voldoen)
dat deze paarden uitsluitend naar Frankrijk worden vervoerd.
9
HHM verlenen
Barent Rodenburch, geboren te Wezel, op zijn verzoek een voorschrijven aan de
graaf zu Schwarzenberg, gezant van
de keurvorst van
Brandenburg.
10
De keten voor de
graaf zu Schwarzenberg weegt 21 oncen 1 1/4 engels à 36 gld. per once. Inclusief
het fatsoen bedraagt de keten 825 gld.
11
HHM verlenen schipper
Crijn Jansz. uit Graft bij Alkmaar op diens verzoek een voorschrijven
aan de
koning van Denemarken in
verband met de
teruggave van
zijn schip.
12
Ontvangen is een brief met berichten van de gedeputeerden in
Arnhem d.d. 1 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
13
Gelezen wordt de remonstrantie van de
Admiraliteit te Amsterdam
. Ten eerste is een aantal provincies haar nog geld schuldig in het tweede miljoen van het jaar 1628:
Gelderland
18.576 gld. 10 st.,
Utrecht
44.346 gld.
7 st. en
Groningen
34.974 gld. 15 st., zijnde de
helft
van
69.949 gld. 10 st. Ten tweede blijft
Friesland
in gebreke wat
betreft de betaling van
zijn
quote in de
oude gerepartieerde schulden van 1626 en 1627 en van de schepen die
in de staat van oorlog op deze provincie zijn gerepartieerd. Ten
derde
vraagt de
Admiraliteit de overige Colleges te bevelen de lastgelden correct
te innen van de vaart op
Barbarije
[Marokko], zowel ten
oosten
als
ten
westen van de
Straat van
Gibraltar, alsmede de schepen die deze Straat
passeren. Dat geld moeten ze vervolgens ontvanger
Houyffyser doen toekomen, die
daarmee
de 12.000 gld.
kan
aflossen die uitgegeven zijn voor de afwikkeling van de financiële
zaken van de
consul in Algiers en die
in Tunis. Ten vierde verzoekt de
Admiraliteit om wat contant geld, in mindering te brengen op haar
quote in
het
tweede miljoen dat voor dit jaar is geconsenteerd. Ten vijfde
zou de
Admiraliteit twee bekwame personen willen nomineren
waaruit
een tweede secretaris kan worden gekozen op hetzelfde
traktement
en met dezelfde voordelen als
de huidige secretaris heeft.
Wat de eerste twee punten betreft zal een vermanende brief geschreven worden aan de provincies die in gebreke blijven. Wat het lastgeld aangaat, zullen HHM de andere Admiraliteiten aanschrijven dit aan
Houyffijser te doen toekomen. Een beslissing op de twee laatste punten
wordt uitgesteld.
14
Noortwyck en de andere gedeputeerden rapporteren dat zij conform de
resolutie d.d. 2 aug. de
graaf zu
Schwarzenberg
het afscheid hebben bezorgd en tevens de gouden keten hebben
gegeven.
Ze
hebben de gezant verklaard waarom de resolutie d.d. 24 juli niet in
het
afscheid is opgenomen.
De graaf heeft hun om
misverstanden te vermijden verzocht klachten tegen de
keurvorst van Brandenburg niet ontvankelijk te verklaren zonder voorafgaand bericht
aan diens raden wanneer deze in 's-
Gravenhage of
wanneer de gedeputeerden van HHM in
Emmerik
[Emmerich] zijn. Daarnaast
vroeg hij HHM hun
mening
te geven op de eventuele ontruiming van de kleine steden in
Gulik
[Jülich],
Kleef,
Mark,
Berg,
Ravensberg en
Ravenstein.
HHM bedanken de gedeputeerden en nemen beide punten in beraad.