2
HHM resumeren de kwestie van de wisseling van het commando te
Leerort. Voor kapitein
Homme van
Hettinga, ter vergadering
ontboden, zal als
nieuwe commandant een commissie en een instructie worden
gedepĂȘcheerd. Deze documenten
gaan naar
Eysinga,
Schaffer en
Jensma, de gedeputeerden van HHM
in
Emden,
of, in geval van hun afwezigheid, naar de
Gedeputeerde
Staten
van Friesland
en
van
Groningen
. Daarbij gaat het verzoek om de aanstelling
op te schorten tot de
graaf
van
Oost-Friesland door middel van een akte heeft ingestemd
met de benoeming. HHM zullen Hettinga bij de graaf aanbevelen, wat
de
Gedeputeerde Staten van beide provincies ook gevraagd wordt te
doen.
Wanneer deze akte
ontvangen
is, zal in naam van HHM door de drie gecommitteerden of door de
Gedeputeerde
Staten Hettinga de eed op de commissie en instructie worden
afgenomen.
Coenders, de huidige
commandant, moet vervolgens een inventaris en ontvangstbewijs van
het
geschut, de wapens, munitie en ander materiaal dat hem door de
graaf in bewaring is gegeven, overleveren. Het driejarig commando
van
Hettinga zal ingaan op het moment
dat Coenders
de
goederen op een behoorlijk patent heeft overgedragen en uit Leerort
is vertrokken. Verder besluiten HHM dat de akte van de graaf bij de
griffie van HHM in bewaring moet worden gegeven.