04/10/1629

 
English | Nederlands

04 - 10 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM lezen het verzoek van Jean Leonard de Malet, heer van de Beken. Hij vraagt om een officie in 's- Hertogenbosch of - als tegenmaatregel voor het onrecht dat hem door de vijand is aangedaan - om autorisatie enkele goederen van de paapse geestelijkheid op het platteland te aanvaarden.
Tegen het eerste punt van het verzoek wordt bezwaar gemaakt. Het verzoek gaat naar de RvS voor advies op het tweede punt.

2 De Engelsman Jan Houwels verzoekt om een paspoort om naar Engeland te vertrekken.
Hij zal het verzoek aan de RvS moeten richten.

3 Brunincx zal naar de premie voor Johannes Heuvelmans' nieuwe uitvinding van de waterspuit onderzoek doen en hierover rapporteren.

4 Ontvangen is een brief met berichten van resident Aissma d.d. Hamburg 22 september.
Er wordt geen resolutie genomen.

5 Ontvangen is een brief met berichten van ambassadeur Joachimi d.d. Londen 15 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.

6 HHM lezen de propositie van ambassadeur De Beaugy die gisteren mondeling is gedaan.
Dit voorstel zal aan de RvS ter hand worden gesteld om na overleg met Z.Exc. hierover, te adviseren.

7 Aeltgen Dircxs, weduwe van Claes Jansz. Crul, pachtster van het dennezout voor het Zuider- en het Noorderkwartier, klaagt over de grote schade die zij ondervindt van het sluiten van de licenten op levensmiddelen. Zij verzoekt ter betaling van de pacht te mogen volstaan met het geld dat zij heeft ontvangen en nog zal ontvangen. Eerder zijn anderen met een dergelijke concessie begunstigd.
HHM zullen dit verzoek aan de RvS ter hand stellen voor advies.

8 Ontvangen is het schriftelijke antwoord van Adriaen Pietersz. Raep en Jan Symonsz. Blauhulck d.d. Enkhuizen 2 okt. op de brief van HHM d.d. 29 sept. betreffende de staat van de zinkschepen die naar Texel zijn teruggekeerd. Daarnaast geven ze advies over de equipage van deze schepen om alsnog voor het voorgenomen plan te worden ingezet.
Een duplicaat van deze brief zal voor onderzoek en advies aan de Admiraliteit te Amsterdam en in het Noorderkwartier worden gestuurd.

9 Het verzoek van kapitein Joris van Cats om te worden ingezet voor de reis naar Tunis en Algiers ter bevrijding van de aldaar gevangen ingezetenen van deze landen wordt afgewezen. Er zijn al kapiteins aangewezen.

10 HHM lezen het verzoek van John Christiaen en William Pouwell, Engelse soldaten onder de compagnie van wijlen kapitein William Hayes. Ze willen een paspoort om naar Engeland te kunnen vertrekken.
Dit verzoek wordt voor een beslissing aan de RvS ter hand gesteld.

11 Ter vergadering wordt het rapport van kapitein Anthony van der Haept ingeleverd over het wedervaren van de zinkschepen.
Een duplicaat van dit rapport zal ter hand worden gesteld aan de Colleges ter Admiraliteit te Amsterdam en in het Noorderkwartier , om te berichten over hetgene dat op zee is gepasseerd voorzover zij daarvan in kennis zijn gesteld.

12 HHM zullen nogmaals schrijven aan de Admiraliteit te Rotterdam , Amsterdam en in Zeeland om advies over de toedracht van de zaak die hun geruime tijd geleden is toegestuurd betreffende de schepen die in de havens van Vlaanderen door neutralen zijn gekocht.

13 Ter vergadering compareren de opgeroepen gedeputeerden van de Admiraliteit te Rotterdam . Zij voeren verschillende redenen aan waarom binnen Wezel geen kantoor van de konvooien en licenten mag worden opgericht. Mocht dat al wel zijn gebeurd, dan dient dit weer te verdwijnen. In plaats daarvan moeten commiezen ter recherche worden ingezet zoals voor de overgang van Wezel te Emmerik [Emmerich] en Rees en zoals ook nu nog.
Daarop heeft Jacob van Neck, gecommitteerde van de Admiraliteit te Amsterdam, verschillende redenen aangevoerd om het kantoor dat daar reeds is opgericht te handhaven en het beheer ervan aan de Admiraliteit te laten.
De partijen ter weerszijden moeten schriftelijk hun argumenten aanvoeren. Na bestudering hiervan zal worden beslist.

14 Teruggekeerd uit het leger compareren Van der Dusse en Van Beaumont ter vergadering. Ze hebben een brief bij zich van Z.Exc. d.d. 's-Hertogenbosch 2 oktober. Ze lichten HHM in over de huidige situatie aldaar en die van het leger, alsmede over het leger dat door graaf Ernst van Nassau nabij Arnhem wordt bijeengebracht. Ze voegen daaraan toe dat Z.Exc. bezorgd is over de verdrijving van de vijand van de Veluwe en het doen verlaten van de pas over de IJssel. Verder verzoeken ze beide legers van geld te voorzien en melden ze dat voor het leger van Z.Exc. ten minste 150.000 gld. nodig is voordat het kan afmarcheren. Ten tweede verzoeken ze al het nieuwe in het voorjaar en daarna gelichte volk in dienst te houden zolang de vijand op de Veluwe is of de pas over de IJssel bezet houdt en in het bijzonder de Zweedse troepen en de regimenten van Ferentz, Rosecrantz en Hollick. Het is door de zwakheid van het leger zonder het aanhouden van het volk niet mogelijk iets tegen de vijand uit te richten. Al zou het mooi zijn om met de vijand in onderhandeling te treden, men zou dat het best kunnen doen met de wapens in de hand.
De gedeputeerden worden voor hun moeite bedankt. Op het eerste punt wordt besloten ontvanger-generaal Doublet een staat te laten maken van de betalingen door de provincies aan legerlasten voor het lopende jaar waarom door middel van een petitie door de RvS is verzocht. De ontvanger moet tevens een staat maken van de betaling door Gelderland , Holland en Utrecht aan de 700.000 gld. die door hen extraordinaris voor de lichting van twaalfduizend man voor de aanvang van de belegering zijn beloofd. Ook zullen de in gebreke blijvende provincies worden gemaand hun achterstallen prompt aan te zuiveren en alle provincies om de consenten te betalen van de extraordinaris gelichte en in dienst genomen militie. Op het tweede punt besluiten HHM het antwoord van de gedeputeerden van HHM in het leger op hun brief betreffende het afdanken van de Zweedse troepen, af te wachten.