15/10/1629

 
English | Nederlands

15 - 10 - 1629

1

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ontvangen zijn brieven van Z.Exc. d.d. 14 okt. waarin deze zegt de brief op te sturen van graaf Ernst van Nassau betreffende het verlaten van de schansen op de Veluwe (maar deze is nog niet gevonden). Z.Exc. zou van HHM graag vernemen, wat er met zijn leger moet gebeuren.
Een beslissing wordt enkele dagen opgeschort. HHM laten het bij hetgene gisteren aan Z.Exc. geschreven is.
Vanwege de passages over de afdanking van de Zweedse troepen wordt deze brief aan secretaris Hugens ter hand gesteld om de RvS mee te delen deze zaak met maarschalk Falckenburch te bespreken en Z.Exc. de uitkomst hiervan te schrijven, zoals eerder is opgedragen.

2 Gedeputeerden uit deze vergadering zullen de ambassadeurs van Frankrijk, Zweden en Venetië berichten over het vertrek van de vijand van de Veluwe. Daartoe worden Noortwyck en Vosbergen gecommitteerd. Ook zullen de provincies worden aangeschreven God daarvoor publiekelijk in de kerken te doen danken. Met deze uiting zal worden volstaan.

3 Secretaris Hugens is opnieuw door de RvS gestuurd, om te spreken over de betaling van de compagnie paarden van markies van Rouillac. De RvS zal hem een maand soldij betalen uit het geld van de WIC . Deze som zal worden vervangen uit het eerdaags door de ontvanger-generaal ten laste van de achterstallige provincies met rente op te nemen geld. De ontvanger-generaal wordt daartoe gemachtigd.

4 HHM lezen de brief van de gedeputeerden in Gelderland d.d. Doesburg 12 okt., over de aankomst van het leger te Angerlo, het kamperen te Drempt, de vijandelijke schermutselingen daags te voren met 26 compagnieën cavalerie en tweeduizend man infanterie, en het vangen van kapitein Mariobankis die onverhoeds was aangevallen. De gedeputeerden verzoeken om geld voor de werken aan de bruggen en andere zaken en om de maand soldij van overste Rosencrants, volgens bijgaande memorie te verschijnen op 15 okt. Wat betreft het verzoek om geld laten zij het bij de recente aansporingen van Gelderland , Utrecht en Overijssel . De troepen van overste Rosencrants dienen conform de last aan de RvS te worden betaald uit het door de WIC verschafte geld.

5 HHM lezen de brieven van Lochteren en Gerard van Arnhem d.d. 3/13 okt., met de bevestiging van de berichten van het vertrek van de vijand van de Veluwe en het houden van de Landschapsvergadering daags erop.

6 De brief van overste Gent uit Soest [in Westfalen] van 2 okt. over het verrassen van Kamen en wat hem door overste-luitenant Jan van Horst geschreven was over de neutraliteit met de Katholieke Liga, gaat voor advies naar de RvS. Ook moet hij letten op het verzoek tot inkoop van enkele ijzeren stukken aldaar. Na bestudering van de desbetreffende stukken en het advies van Z.Exc. waarom door de overste is verzocht zal hierover worden besloten.

7 De vrouwen, kinderen en de ouders van de gevangenen te Tunis en Algiers verzoeken Pieter Cornelissen uit Waterland twee of tenminste nog een oorlogsschip in te zetten naast de drie voor deze reis reeds bestemde onder commandeur Cleuter.
Jacob Jansen Duijnkercker verzoekt mede gecommitteerd te worden voor deze reis.
Jan Wendelsen die hiertoe al eerder werd aangewezen, verzoekt om een instructie.
De gedeputeerden van Holland willen om deze verzoeken eerst nader te kunnen bestuderen, uitstel van een beslissing.

8 Pelgrim en Backaert, schepenen te 's-Hertogenbosch, beklagen zich mondeling en schriftelijk over de licentmeesters en hun commiezen aldaar. Van de boeren van de Meierij van 's-Hertogenbosch eisen zij licent van ingevoerd graan, fruit, boter en eigen gewassen, alsmede van olie, zout, zeep, stokvis en andere waren die zij gewoon zijn uit te voeren en ook van inlandse goederen die zij uit de stad naar de Verenigde Provincies voeren. De tollenaars van Gorinchem, Schoonhoven en elders vorderen tol van de inwoners van 's- Hertogenbosch. De schepenen verzoeken HHM op te treden tegen deze afpersing en om teruggave van hetgene de ingezetenen is afgenomen.
HHM zullen hierover advies en informatie inwinnen bij de gecommitteerden in het leger en bij de Admiraliteit te Rotterdam .

9 De Bewindhebbers van de WIC stellen voor Servasius Carpentier te beëdigen als raad van de WIC in Indië en hem commissie te depêcheren. Ook overhandigen zij een geschrift met het verzoek de WIC, de aangevangen procedures ten spijt, nu en in de toekomst te handhaven. Carpentier wordt de eed afgenomen. HHM geven opdracht tot het opmaken van zijn commissie. Het verzoek van de Bewindhebbers wordt in aanmerking genomen. De gedeputeerden van Holland en Zeeland verzoeken om een kopie.

10 Jacob Anthonissen van Kessel, koopman en burger te 's-Hertogenbosch, verzoekt een hoeveelheid munitie die hij nog heeft aan commissarissen van HHM te mogen verkopen. Deze brief gaat naar de gecommitteerden van de RvS, momenteel in 's- Hertogenbosch. Nadat is vastgesteld dat deze munitie aan Van Kessel toebehoort, mag hij daarover tot zijn eigen voordeel beschikken.

11 Kapitein Crosmaire en Madagel verzoeken per memorie om betaling.
Hierover kan niet worden besloten. De zaak wordt gelaten bij hetgene eergisteren over deze en andere compagnieën die eerder op Gelderland en Overijssel waren gerepartieerd, is besloten.

12 Mathijs Mathijssen, burger te Utrecht, verzoekt om een aanstelling als kanonnier. Hij is daarvoor door de gedeputeerden van Utrecht d.d. 25 sept. schriftelijk aanbevolen.
Deze brief gaat voor een beslissing naar de RvS.

1 De resoluties van deze dag zijn door een klerk ingeschreven in S.G. 54.