16 - 10 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM lezen het verzoek van kapitein
Sybert Sybertsz. Wor. Deze deelt mee zijn dienst te verlaten op voorwaarde dat
HHM hem zijn ordinaris gage betalen.
Over de dienstvervulling door de suppliant zal eerst advies worden ingewonnen bij de
Admiraliteit te Rotterdam
.
2
Twee Franse edelen die als vrijwilligers hebben
gediend in het leger voor 's-
Hertogenbosch,
Darman en
Cambes,
wordt op
hun verzoek een paspoort verleend om over
Brabant
naar
Frankrijk te reizen.
3
Voor
Barbara Botlers, dochter van wijlen
Thomas
Botler, wordt
ordonnantie
gedepêcheerd van
50 gld. voor een half jaar traktement, verschenen op 1
augustus.
4
HHM hebben een brief met berichten ontvangen van orateur
Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 18 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
5
Lambert Lambertsz. verzoekt de vrije uitvoer van honderd ossen of stieren naar
neutrale plaatsen.
Deze wordt de suppliant toegestaan als beloning voor diens verdiensten voor deze staat, buiten de ontvangen soldij. HHM achten zijn verdiensten met deze concessie vereffend. De suppliant is daarmee tevreden.
6
Johan Clantier verzoekt om commissie als ontvanger van de konvooien en
licenten te Wezel, welk ambt op 27 aug. aan hem
is
overgedragen.
Hierover kan nog niet worden besloten.
7
HHM verlenen
Otto Noeij c.s. op hun verzoek een paspoort om daarop uit neutrale naar
neutrale landen vierhonderd vette ossen te vervoeren, tegen
betaling van 's lands rechten en na borgstelling dat deze
niet
naar vijandelijke landen zullen worden uitgevoerd.
8
HHM lezen het verzoek van
Jan van der Linden, burger te Wezel, dat wordt ondersteund door een brief van
Z.Exc. geschreven vanuit het leger
bij
's-Hertogenbosch d.d. 25 september. De suppliant wil een
aanstelling als
controleur
van
de konvooien en licenten te
Wezel of tenminste als
chercher.
HHM kunnen hierop niet ingaan.
Daarnaast verzoekt Van der Linden als beloning voor zijn trouwe
diensten bij de verovering van Wezel, nog vóór de algemene
openstelling van
deze rivier met een scheepje Nederlandse etenswaren de
Rijn stroomopwaarts te mogen varen naar neutrale
plaatsen, tegen betaling van 's lands rechten.
Dit verzoek wordt afgewezen.
9
De drie postmeesters van de Generaliteit verzoeken bodenbrood voor het overbrengen van het bericht van de verovering van
Wezel en 's-
Hertogenbosch.
HHM besluiten de twee postillons die de boodschap hebben overgebracht van het vertrek van de vijand van de
Veluwe ieder 12 gld. toe te kennen. Daarvan zal hun ordonnantie
worden gedepêcheerd.
10
Adriaen van den Cruyce wordt 24 Kar.gld. toegekend voor de adviezen die hij HHM
dit jaar wekelijks heeft overgebracht.
Hiervan wordt ordonnantie gedepêcheerd.
11
HHM hebben uit betrouwbare bron vernomen dat
Dyden, gouverneur te Wezel, ondanks de sluiting en het verbod van
de uitvoer van levensmiddelen enkele schepen met zout en andere
consumptiegoederen heeft laten passeren naar de omringende
landen.
HHM zullen de raden van State
Cappelle en
Oenema, tegenwoordig met
commissie te
Wezel, schrijven hierover informatie in te
winnen.
Indien het bericht klopt moet dit de gouverneur in de toekomst
streng
worden verboden. HHM moet hierover worden geïnformeerd om na
bestudering te kunnen besluiten naar behoren.
12
Kapitein
Dominicus van Couwerden verzoekt om betaling van zijn achterstallige soldij.
Dit wordt aan de RvS ter beslissing gelaten.
13
Francisco Valckenburch wordt uit mededogen 3 gld. toegekend, uit te
betalen door kamerbewaarder
Herdersum.
14
Mr.
Antheunis van der Wolff, eerste secretaris van
Sommelsdyck en
Vosbergen in hun extraordinaris
legatie naar de
koning in Frankrijk in de jaren
1628 en 1629,
wordt
voor zijn diensten 500 Kar.gld. toegekend,
conform
het bedrag dat de secretarissen in de extraordinaris legatie aan de
koning van Groot-Brittannië
deze
jaren hebben
genoten.
15
Noortwyck en
Vosbergen rapporteren
conform
de gisteren door HHM genomen resolutie de ambassadeurs van
Frankrijk en
Zweden het
vertrek
van de vijand van de
Veluwe te hebben meegedeeld.
De
ambassadeur van
Venetië was
niet
in
's-
Gravenhage
en van Groot-Brittannië was alleen een
resident aanwezig.
HHM bedanken Noortwyck en Vosbergen.
16
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. 11 okt. met de vraag aan HHM of bonen en erwten naar neutrale plaatsen mogen worden uitgevoerd.
Een beslissing wordt opgeschort.
17
Pieter van Beeck, koopman te Amsterdam, verzoekt HHM ontvanger-generaal
Doublet te machtigen de
wisselbrieven die
door
ambassadeur
Langerack zijn
getrokken te
accepteren en de heren
van
Holland om deze te betalen. Ze bedragen in
totaal 12.127 Kar.gld.
Het verzoek zal met de aangehechte kopieën van de wisselbrieven aan thesaurier-generaal
Goch voor onderzoek en rapport ter hand worden gesteld.
18
Joris Fortsz., commies-generaal van de konvooien en licenten, wordt als
dagelijkse vacatie in plaats van 50 st., 3 gld. toegekend
voor de tijd dat hij op last van HHM te
Crèvecoeur gelegen heeft.
Daar
moest hij de binnenlandse paspoorten onderzoeken en zuiveren van de
naar het leger gaande goederen.
19
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
d.d. Enkhuizen 11 oktober. Licentmeester
Sticke te Deventer heeft haar bericht dat de licentmeester te
Zutphen de boeren als provisie twee spint zout,
acht à tien pond kaas, alsmede zeep, boter en andere
waren
laat
meenemen. De licentmeester te
Deventer vraagt om nadere orders. De
Admiraliteit vraagt HHM naar hun mening.
Een beslissing wordt opgeschort.
20
HHM zullen in verband met het overgaan van 's-
Hertogenbosch en het verlaten van de
Veluwe door de vijand
de
Admiraliteit te Rotterdam
schriftelijk
verzoeken om informatie wat voor schepen dit College heeft liggen
op de
Maas, de
Waal en de
Rijn. Ook zullen de
Admiraliteit te
Amsterdam
en
in het
Noorderkwartier
worden gevraagd HHM te berichten over
de
schepen die zij hebben liggen op de
Zuiderzee
langs
de
Veluwe, op de
IJssel alsmede op de
Rijn. HHM willen graag weten welke schepen zonder het
land te schaden, kunnen worden afgedankt.
21
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. aldaar 12 oktober. Zij schrijft dat de oorlogsschepen onder haar leiding waarvan soldij en kostgelden ten laste komen van de verschillende provincies, niet kunnen uitvaren bij gebrek aan geld voor de kostgelden van de kapiteins en de reparaties van de schepen.
HHM zullen de achterstallige provincies manen de soldij en de kostgelden van de officiers en matrozen op de schepen die op hen zijn gerepartieerd prompt te betalen volgens de staat van oorlog te water. Daarnaast zullen HHM bekendmaken dat de heren van
Holland en
Zeeland hebben verklaard hun consenten te
lande te zullen aanwenden voor de zaken ter zee conform de
herhaaldelijke waarschuwingen, tenzij de provincies die eerder in
gebreke bleven dadelijk de achterstallige soldij en kostgelden
opbrengen, alsmede hun quoten in het tweede miljoen.
22
Ontvangen is nog een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. aldaar 11 oktober. Zij schrijft dat de
Admiraliteit te Rotterdam
, in
Zeeland
en
in het Noorderkwartier
van de goederen die ten kantore van de konvooien en licenten niet volledig werden aangegeven, alleen het verzwegene confisqueren. Ter voorkoming van onderscheid in nering doet zij dat dus ook maar.
HHM zullen de Admiraliteit te Amsterdam terugschrijven zich te houden aan de regels van het land. Zij zullen de andere Admiraliteiten sommeren de bij aanvaarding van hun commissie afgelegde eed na te volgen, om in geval van fraude of overtreding inzake de konvooien en licenten te vonnissen conform de plakkaten en de ordonnanties die op de heffing zijn uitgevaardigd. Bij weigering of nalatigheid moet worden opgetreden.
23
Ontvangen is een brief van
Olphert Barentsz.,
Jensma en
thesaurier-generaal
Van Goch d.d. 's-Hertogenbosch 13
oktober. Zij
schrijven onder
andere
dat Z.Exc. zich kan vinden in de afdanking van de
Zweedse
troepen. Hij zal patenten om te vertrekken afgeven, zodra HHM de
plaats hebben aangewezen waarheen hij ze moet sturen. Ten tweede
maakt
Z.Exc. om verschillende redenen bezwaar tegen het doorgaan met de
zaak van
Emden door hen met vriendelijke woorden in
onzekerheid te laten. Ten derde laten de gedeputeerden
weten dat Z.Exc. de
resolutie van HHM inzake de
ontruiming van de kerken op het platteland van de
Meierij
van
's-Hertogenbosch bedenkelijk vindt. De gedeputeerden
hebben
deze resolutie niet
kunnen uitvoeren omdat de bisschop afwezig is en de eerste
veertien dagen niet wordt terugverwacht. Ten vierde melden ze dat
de
magistraat te 's-
Hertogenbosch de verpachting van
de gemene middelen te 's-Hertogenbosch heeft geduld, maar daarmee
nog niet
heeft ingestemd omdat andere Brabantse steden
dit hebben afgeraden en zij van de magistraat verlangen
daartegen
te protesteren.
De RvS zal Z.Exc. de plaats aanwijzen vanwaar de Zweedse troepen zullen worden verscheept. Het tweede punt wordt in beraad gehouden. Op het derde punt besluiten HHM de gedeputeerden terug te zullen schrijven dat de terugkeer van de bisschop niet moet worden afgewacht, maar de resolutie van HHM dient te worden uitgevoerd en de publieke kerken op het platteland moeten in bezit genomen worden ter uitoefening van de gereformeerde religie. Z.Exc. wordt verzocht daarbij de helpende hand te bieden opdat de paapse geestelijkheid tijdens de voortgang van dit grote werk geen eigendomsrechten aanvoert. Op het vierde punt gelasten HHM de gedeputeerden de magistraat te 's-Hertogenbosch bij zich te ontbieden en deze onomwonden aan te zeggen dat zijn verklaring over de verpachting van de gemene middelen HHM zeer heeft bevreemd. Ingeval de magistraat die koers blijft varen zullen HHM maatregelen moeten treffen. De magistraat moet het beleid van HHM ondersteunen.
24
Ter vergadering compareren de raden van State
Schotte en
Walta met commies
Verhaer. Ze delen HHM mee conform
de
autorisatie van HHM van 12 okt. met de
hofmaarschalk van
de
koning van Zweden de door hem ingediende punten te hebben
besproken. Hij verzoekt op zijn kosten om
dertien
of veertien schepen waarmee de Zweedse troepen van
Zwartsluis naar
Pruisen verscheept kunnen worden.
Ten tweede zouden de troepen vrij tot aan boord
van deze schepen moeten worden gebracht door een
commissaris van de monstering in dienst van HHM. Ten derde moet de
hofmaarschalk ingeval HHM
meer volk uit hun dienst ontslaan, een regiment volk worden
overgelaten. Ten vierde dringt hij erop aan het contract dat door
Eysinga en
Jensma met hem is
gesloten geheel na te volgen, naast hetgeen ze hem mondeling
nog hebben beloofd.
HHM machtigen de RvS bij deze volkomen om in alle redelijkheid het schriftelijke contract en andere zaken met de maarschalk af te handelen. De RvS wordt verder verzocht Z.Exc. de plaats aan te wijzen waarheen de troepen moeten worden gezonden om te worden ingescheept, waarop HHM zijn patenten kunnen afgeven.
25
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 11 okt. op de stukken die door ambtman
Ahr aan HHM zijn gegeven.
HHM besluiten conform het advies op het eerste punt betreffende de vermindering van het krijgsvolk van overste
Gent dat hij daartoe eigenlijk al had moeten overgaan, zonder
omwegen en conform zijn schriftelijke last. Gent zal te
Emmerik
[Emmerich] worden betaald door de
regering
van de keurvorst van Brandenburg, dus hij moet zich aldaar
vervoegen. Ambtman
Ahr moet hierin met de grootst mogelijke discretie optreden ter
bevordering van deze zaak. Op het
tweede punt betreffende de bezetting van
het Huis Sevenaer [te
Zevenaar] zullen HHM eerst
het advies van
graaf
Ernst Casimir van Nassau en
de
gedeputeerden te velde op de
Veluwe
inwinnen. Op
het derde punt, de klacht over de verbanning van geestelijken en
andere
personen uit Emmerik, blijven HHM bij het besluit van Z.Exc. op
advies van de gedeputeerden te velde bij
's-
Hertogenbosch. HHM vertrouwen erop
dat ambtman Ahr zich met het antwoord tevreden zal stellen.
26
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Rotterdam
d.d. 15 oktober. Ze verzoekt HHM de instructie te handhaven of de nadere order uit te vaardigen dat een Oost-Indiëvaarder die door de schout van de stad
Delft op verzoek van de Admiraliteit is gearresteerd, aan haar
wordt
uitgeleverd. De Admiraliteit heeft vier van de gevangen
medeplichtigen vanwege
samenzwering en andere strafbare feiten opgehangen. De
magistraat van Delft weigert de genoemde gevangene uit te leveren
omdat
het een burger betreft. Het stadsbestuur heeft hem uit voorzorg
gearresteerd
en dringt erop aan dat hem de informatie en de bekentenissen
van de geëxecuteerden worden toegezonden, om tegen de
gevangene te kunnen
procederen.
Na beraadslaging over deze brief ten opzichte van het derde artikel van de aangevoerde instructie besluiten HHM aan de Admiraliteit te Rotterdam terug te schrijven dat het derde artikel in dit geval niet van toepassing is en dat het te
Amsterdam en elders, anders wordt toegepast. Daarom dienen zij aan die
van Delft een kopie van de informatie en de bekentenissen van de
geëxecuteerden op te sturen, waarmee tegen de gevangene te
Delft
naar behoren
kan worden geprocedeerd.
27
HHM lezen het verzoek van
Gomes van Trier en een bericht over de bevoordeling van de
konvooien en licenten over de goederen die - gelost uit grote
schepen -
met lichters uit
Texel en
Het
Vlie
naar
Amsterdam worden gebracht. Over deze goederen
is nog 20.000 gld. tegoed.
HHM zullen het verzoek met dit bericht opsturen naar de
Admiraliteit te Amsterdam
. Zij zal deze met nadere informatie aan HHM moeten terugsturen. HHM zullen daarna pas een beslissing nemen.