20 - 10 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief met berichten van ambassadeur
Joachimi, met een bijlage d.d. Kingston 10 oktober.
Er wordt geen resolutie genomen.
2
De drossaard, burgemeesters en schepenen van de stad en landen van
Steenbergen verzoeken de ingezetenen van hun stad op een binnenlands
paspoort net zoveel slachtdieren te laten halen als zij aan eigen
provisie
nodig hebben. Die van het platteland ressorterend onder Steenbergen
mogen vijftig of zestig slachtdieren halen op voorwaarde dat zij
het
verschuldigde
licent betalen.
Een beslissing wordt opgeschort.
3
De
weduwe van Cornelis Jansz., woonachtig te Calais in Frankrijk, verzoekt opheffing van
het beslag op een korenwindmolen in
Cadzand, die
eerder vanwege HHM was geconfisqueerd. Zij verzoekt dit in kracht
van
de neutraliteit die zij altijd in acht heeft genomen.
Dit verzoek gaat voor advies naar de RvS.
4
Een beslissing op het eerder ingediende verzoek van
Pauwel de Wilhem, om een hoeveelheid wapens en oorlogsmunitie ten behoeve van
de
koning van Denemarken uit te
voeren zonder 's
lands rechten te betalen, wordt nogmaals opgeschort.
5
Volequijn Mumma, koopman residerend te Amsterdam, die last en procuratie
heeft van
Jaques Budier, koopman
te Hamburg,
c.s.,
verzoekt om mandement in cas relief d'appèl inzake een
door de
Admiraliteit te Amsterdam
in het
nadeel
van de
suppliant en in het voordeel van de
fiscaal
aldaar gewezen vonnis.
Alvorens hierover te beslissen gaat dit verzoek voor goede raad naar de advocaat-fiscaal.
6
De aanwezige dienaars van de
WIC
die de vlag van de Spaanse zilvervloot die door wijlen
Pieter Heyn was veroverd hierheen hebben gebracht, wordt ordonnantie
gedepêcheerd voor 15 gld.
7
Ontvangen is een brief van de
Gedeputeerde Staten van Groningen
d.d. 30 september.
Er wordt geen resolutie genomen.
8
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Rotterdam
d.d. aldaar 18 okt., met daarnaast advies op de haar op 15 okt. toegezonden remonstrantie van de gedeputeerden van 's-
Hertogenbosch.
HHM zullen dit laten liggen totdat ook het advies van hun gedeputeerden te 's-Hertogenbosch hierover ontvangen is.
9
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Dokkum
d.d. aldaar 29 sept. n.s., met onder andere het verzoek aan HHM om een resolutie op de stukken die hun zijn toegezonden over de zaak
Tipotius.
HHM committeren
Bas en
Eysinga deze stukken
te onderzoeken
en daarover te rapporteren. Daarna zullen HHM
hierover beslissen.
10
HHM lezen de door de gedeputeerden van de
graaf van Oost-Friesland ingediende remonstrantie. Daarin wordt HHM verzocht enkele
heren te committeren om met hen besprekingen te voeren over het
nieuwe
fort op
Bunderneuland of
Langakkerschans
[Nieuweschans]. De
Staten van
Groningen
houden vol dat het gelegen is binnen de
grenzen van
Westerwolde. De graaf
en diens gedeputeerden beweren daarentegen dat het op zijn bodem is
gelegen.
Een beslissing wordt opgeschort in verband met de absentie van de gedeputeerden van de provincie
Groningen.
11
Desgevraagd antwoordt ontvanger-generaal
Doublet dat hij
Dirck Pyl, waard in
de Hulk te
Utrecht, voor hetgene in zijn huis door HHM
is geconsumeerd voor 10.000 gld. heeft geassigneerd op de
legerlasten van de
Staten van Utrecht
.
HHM zullen de Staten schrijven dit bedrag in mindering op hun legerlasten uit te betalen. Ook zal worden geschreven aan
Gerestein - momenteel te
Utrecht - of indien
deze al vertrokken is aan
Strick,
ervoor
te zorgen dat Pijl wordt betaald.
12
Ter vergadering compareren de gedeputeerden van
Emden. Zij feliciteren HHM met het vertrek van de vijand van de
Veluwe en het verlaten van de pas over de
IJssel. Verder verzoeken zij HHM uit hun midden
enkele personen te committeren om met hen besprekingen te voeren
over
een aantal belangrijke zaken.
De gedeputeerden worden bedankt voor hun welgemeende gelukwensen. Op het tweede punt committeren HHM
Bas,
Vosbergen en
Eijsinga.
13
De raad ter Admiraliteit te Amsterdam
Lantslot overlegt het schriftelijke verzoek om de
Admiraliteit
te
machtigen te
Lünen een kantoor van de
konvooien
en licenten op te richten voor de aldaar passerende goederen, zoals
de
vijand een kantoor in de stad
Hamm heeft. Ten
tweede verzoekt dit arme College zonder krediet
HHM om een flinke som geld en te reguleren dat de provincies de
toegezegde soldij en kostgeld voor
matrozen op de gerepartieerde schepen betalen, alsmede hun quoten
in het
tweede miljoen voor de equipage en het onderhoud van deze schepen.
Ten
derde verzoekt de Admiraliteit twee gekwalificeerde personen te
nomineren om HHM daaruit een mede-secretaris voor het College te
laten kiezen. De huidige secretaris
Jacob
Laurensz.
heeft verklaard in verband met zijn leeftijd en zwakke
gezondheid
zijn
taak niet meer naar behoren te kunnen uitvoeren.
HHM besluiten op het eerste punt dat de raden in navolging van de vijand te Hamm, te Lünen een kantoor van de konvooien en licenten mogen oprichten, en daarvoor een expert-commies van recherche mogen benoemen. Het kantoor te Lünen zal net zolang blijven als het kantoor te Hamm. Op het tweede punt besluiten HHM de provincies nogmaals serieus te schrijven zo snel mogelijk het op de staat van oorlog te water toegezegde geld te betalen voor de kostgelden en soldij van de matrozen op de schepen, alsmede haar quote in het tweede miljoen voor de equipage van deze schepen. HHM zullen de genoemde redenen en de verklaring van de heren van
Holland en
Zeeland van 16 okt. herhalen. Op het
derde punt wordt de Admiraliteit gemachtigd en gecommitteerd om
twee
gekwalificeerde personen te nomineren om HHM daaruit een tweede
secretaris te laten kiezen. Overigens zal deze zolang de huidige
secretaris Reael nog leeft en traktement ontvangt, geen traktement
ontvangen
maar zich tevreden moeten stellen met de emolumenten,
inkomsten en voordelen van het secretarisambt. Daarna moet hij de
functie
vervullen zonder adjunct. HHM zien niet waarom het College door
twee secretarissen zou moeten worden bediend.
14
HHM lezen de memorie van
Johan Wendelsz., de gecommitteerde van HHM naar Tunis en Algiers om de
aldaar gevangen ingezetenen van het land te bevrijden. Hij
verzoekt
HHM enkele heren te committeren voor het ontwerpen van zijn
instructie.
Daarnaast wordt HHM in overweging gegeven om nogmaals in de
provincies af te kondigen dat eenieder die vrienden of
kinderen
in
Tunis of
Algiers gevangen
heeft
zitten, deze bij de secretarie van hun woonplaats moeten laten
aantekenen. Deze informatie wordt aan de Admiraliteiten te
Rotterdam
,
Amsterdam
en in het
Noorderkwartier
gestuurd en
uiteindelijk aan Wendelsz. overhandigd.
HHM verzoeken op het eerste punt
Van der Dusse en
Croock een
instructie te ontwerpen, met last daarin op te nemen dat
Wendelsz. uitdrukkelijk wordt bevolen de vrouw, zoon en twee
dienaars van
Wynant de
Keyser in Algiers te bevrijden en met hen op
oorlogsschepen naar deze landen terug te keren. HHM stemmen ten
tweede
in met de voorgestelde afkondiging. Deze zullen de
provincies worden bekendgemaakt, met het verzoek hier alom gehoor
aan
te geven.
15
Bruninxs heeft de brief d.d. Tunis 20 juli van
Lamberto
Verhaer, agent van HHM aldaar, onderzocht, met daarnaast
het
uittreksel uit zijn journaal beginnend met 25 mei en eindigend op
20
juli. Verhaer beklaagt zich ten zeerste dat zijn traktement niet
wordt
betaald, waardoor hij in moeilijkheden is gekomen. Hij verzoekt te
worden teruggeroepen. Ten tweede stuurt hij een
ontwerp voor een traktaat, door een ambassadeur met de zeerovers
van
Tunis aan te gaan. Ten
derde verhaalt hij over de troebelen en de oorlog tussen de
inwoners van Tunis en moren van het land.
HHM zullen ten eerste aan de
Admiraliteit te Amsterdam
schrijven het geld dat zij eerder hebben verzocht te lenen met rente ter betaling van de traktementen van de agenten te
Algiers en Tunis, alsmede de 1.000 realen die door dr.
Pynaecker van een Turk te Tunis
per wissel zijn
opgenomen, daarheen te
sturen met de oorlogsschepen onder leiding van
commies
Wendelsz.. Als het benodigde
bedrag niet
helemaal kan
worden geleend, moeten zij met de schepen tenminste het traktement
voor
Verhaar meezenden. Het tweede punt zal bij
het
opstellen van de instructie voor Wendelsz. in aanmerking worden
genomen. Het derde punt behoeft geen resolutie.
16
Ter vergadering compareren de gedeputeerden van de
VOC
. Zij reageren mondeling en schriftelijk op de brief d.d. 2 sept. van de
koning van Groot-Brittannië aan HHM, betreffende de handel op
Bantam in
Oost-Indië die zijn onderdanen van plan zijn te
continueren. De Compagnie wordt verzocht, ten eerste, zich te
onthouden van vijandelijkheden
en, ten tweede, geen Britse onderdanen in dienst te nemen op
reizen naar
Oost-Indië. Een derde punt betreft de goederen
die
bij contractatie zijn verkocht en in
Zeeland zijn. De gedeputeerden verzoeken die te
mogen leveren. Ten vierde
vragen zij de voormalige raden in
Amboina
[Ambon]
Jan
Joosten de Roij en
Roelandt
Tayller
die
aldaar zijn getrouwd, naar vrouw en kinderen te laten
terugkeren, op de belofte terug te komen als dat nodig is.
HHM besluiten op het eerste en tweede punt het schriftelijke bericht in kopie te sturen aan
Joachimi om dit mee te delen aan de koning. De koning
zal worden geantwoord in algemene termen, daarbij verwijzend naar
hetgene Joachimi de koning zal meedelen. Het
derde
punt wordt in beraad gehouden. Het vierde punt wordt opgeschort
totdat
Henrij Veen uit
Engeland
is
teruggekeerd.