20 - 11 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Geresumeerd is de brief van de RvS d.d. 10 nov. met overwegingen betreffende de inkwartiering van de regimenten van de oversten
Morgan,
Holck,
Ferentz en
Rosecrants alsmede
van 24
compagnieën infanterie in het Land van
Mark
en
Kleef. Tevens is het advies van de
RvS d.d. 16
nov.
over deze inkwartiering geresumeerd.
HHM machtigen Z.Exc. en de RvS de genoemde oversten en de kapiteins van de compagnieën op te roepen om na te gaan welke voorwaarden aan de inkwartiering verbonden kunnen worden zonder bezwaar en kosten voor de staat en zonder grote overlast voor de inwoners van de gebieden. Vervolgens mogen zij er een besluit over nemen. De heren
Essen,
Noortwyck,
Van
der
Dusse,
Vosbergen,
Ploos,
Eysinga,
Haersolte en
Schaffer worden
gecommitteerd om met Z.Exc. te overleggen over welke soldaten
voorlopig
in de steden van deze veroverde gebieden ingekwartierd zullen
worden.
Intussen moeten zij met de genoemde oversten en kapiteins
onderhandelen, om geen gelegenheid voorbij te laten gaan. Tevens
zullen
ze Z.Exc. het verzoek van kolonel
Hauterives om
bevorderd te worden tot luitenant-generaal van de Fransen in plaats
van
de overleden baron
De
Courtomée
overbrengen om
zijn
advies te vernemen.
2
De provincies zijn aangemaand hun consenten op de door Z.Exc. en de RvS gedane petitie voor 1629 bekend te maken. Alle provincies, uitgezonderd
Zeeland, verklaren daartoe bereid te zijn. De zes provincies willen
echter pas hun consenten bekendmaken als de gedeputeerden van
Zeeland
dit ook doen.
HHM besluiten
Zeeland
nogmaals ernstig aan te schrijven zijn consenten zo snel mogelijk naar zijn gedeputeerden te sturen. De gedeputeerden wordt verzocht de mening van HHM met particuliere brieven te ondersteunen.
3
De magistraat van
Harlingen verzoekt in haar brief d.d. Harlingen 4 nov. o.s. om
vrijlating van de in
Tunis of
Algiers
gevangenzittende burger
Hendrick
Doytses en
anderen.
HHM besluiten Doytses op de lijst te zetten die aan commies
Jan Wendelsz. gegeven zal worden.
4
De burgemeesters en vroedschap van de stad
Utrecht schrijven in hun brief d.d. Utrecht 2 nov. o.s. dat zij er
bij de kerkenraad van Utrecht in zijn geslaagd
predikant
Busshoff door middel van een
lening nog twee
maanden
de kerk in 's-
Hertogenbosch te laten bedienen.
HHM nemen geen besluit.
5
Ontvangen is een brief van de raad van de hertog van
Palts-Neuburg d.d. Düsseldorf 10 november. De brief is een geloofsbrief
voor
agent
Van de Veecken.
HHM besluiten Van de Veecken op zijn verzoek audiëntie te verlenen.
6
Ontvangen is een brief van de magistraat van
Stettin
[Szczecin] d.d. Stettin 8/18 augustus.
HHM besluiten de brief aan
Schaffer te geven om deze te onderzoeken en er verslag van te
doen.
7
De
RvS
is op verzoek van HHM in de vergadering verschenen en is in overweging gegeven om de kapiteins van de veertig compagnieën die in het voorjaar elk tot driehonderd man zijn vergroot, aan te schrijven hun compagnieën terug te brengen tot het eerdere aantal en voor de betaling naar 's-
Gravenhage te komen, om het land des te eerder te ontlasten van onnodige
soldij. Daarop heeft de RvS verklaard dat men dit al aan het
uitvoeren
is.
HHM laten de zaak rusten en bedanken de RvS voor zijn goede zorgen.
8
Raedtfelt compareert en verzoekt HHM zich nader te verklaren over de
gisteren genomen resolutie betreffende de middelen die de RvS kan
aanwenden tegen maarschalk
Falckenberch om hem
borg
te laten staan voor de vrachten van de schippers die toegezegd
hebben
de Zweedse troepen over te varen.
HHM handhaven de gisteren genomen resolutie.
9
Geresumeerd is de gisteren genomen resolutie over de fortificatie van
Ruhrort.
HHM besluiten Z.Exc. en de RvS te machtigen vóór de komende winter Ruhrort te voorzien van enkele werken die een vijandelijke aanval tegenhouden, en in de lente deze plaats flink te versterken. Intussen moet de RvS adviseren over de financiering ervan.
10
Schwarzenberg heeft zich schriftelijk beklaagd bij
Z.Exc. over het in beslag nemen van zijn
roerende goederen
te
Huissen door kolonel
Harwodt. De kolonel wil daaruit
300
gld.
aan kosten vorderen vanwege het kaalslaan van de
grienden dat volgens de hem door de bevolking van Huissen gedaan
had moeten worden.
HHM besluiten de retroacta op te zoeken.
11
Op het verzoek van
Bleyswijck besluiten HHM de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
te schrijven schipper
Jan
Baccardt uit Nantes te ontslaan onder borgstelling. Zijn
schip had vijftig vaten wijn aan boord voor kooplieden uit
Delft en
Rotterdam. Hij is te
Enkhuizen opgebracht omdat hij brieven van
Hamburg had om het gevaar van de Duinkerkers te
ontlopen.
12
Ter vergadering verschenen zijn de
voormalige ontvanger-generaal en de
huidige ontvanger-generaal
Doublet.
Ze moeten zo snel mogelijk een nauwkeurige staat indienen van wat
de
diverse provincies betaald hebben van de door de RvS sinds het
aflopen
van het Bestand gevraagde en door de provincies toegezegde
buitengewone
consenten. De voormalige ontvanger-generaal moet de betaling
regelen
van
de 2.000 rijksdaalder die door commissaris
Hoogenhouck in het voorjaar te
Hamburg op wissel zijn getrokken ter betaling van
het
voormalige garnizoen te
Glückstadt.
13
Op het verzoek van
Donald Mackaij, heer van Reay, machtigen HHM de RvS kapitein
Francis Traffort en zijn compagnie
van
driehonderd
man te betalen en daarna
af te danken. De kapitein stapt over naar het regiment van de
suppliant
in dienst van de
koning van Zweden
en vertrekt
met
de eerste wind daarheen. Kapitein Traffort verklaart zeer tevreden
te
zijn, zoals de overgelegde akte uitwijst.
14
Na beraad besluiten HHM de heren van
Holland te verzoeken commissaris
Jan
Wendelsz.
2.700 gld. te verstrekken, namelijk 1.500 gld. voor zijn uitrusting
in
mindering van zijn gage en 1.200 gld. ter verering van de divan van
Algiers en van
Tunis. Tevens
wordt de
heren van Holland verzocht
Wynant de
Keyser
10.000
gld. voor te schieten van wat hij nog tegoed heeft van het land,
om
gebruikt te worden ter bevrijding van zijn vrouw en kinderen. De
heren
van Holland mogen de bedragen in rekening brengen bij de
Generaliteit
op hun ordinaris en extraordinaris consenten.
15
Op het verzoek van de kapiteins
Jan Schrobop en
Pieter Maertsz. Mul, die
de Signoria
van
Venetië gediend hebben onder admiraal
Kerchoff, besluiten HHM de
retroacta na te zien.
16
Ridder
Vane, buitengewoon ambassadeur van de koning van
Groot-Brittannië, is voor de vergadering uitgenodigd en
volgens de
regels binnengeleid. Krachtens de op 18 okt. bij HHM ingediende
geloofsbrieven wenst hij HHM geluk met de overwinningen van de
afgelopen zomer. Hij verzekert HHM van de genegenheid van zijn
koning voor de Republiek. Ze zijn
aan elkaar
verbonden door het geloof, het gemeenschappelijk belang en het
verbond.
Zijn koning was bereid HHM te helpen. Vane heeft in zijn gevolg de
nog
levende Engelse getuigen in de kwestie
Amboina
[Ambon] meegenomen om zo mogelijk een einde
aan het geschil te maken.
Hij bedankt HHM voor de goede ontvangst en voor het traktement.
Hij
verzoekt enkele heren uit de vergadering aan te wijzen aan wie hij
enkele zaken kan meedelen en voorstellen. Deze zaken kunnen beter
in
een particuliere bespreking dan een openbare audiëntie
bekendgemaakt
worden.
HHM besluiten
Rantwyck,
Noortwyck,
Van
der
Dusse,
Beaumont,
Ploos,
Eysinga,
Haersolte en
Schaffer te committeren de
mededelingen te
vernemen.