16
Ridder
Vane, buitengewoon ambassadeur van de koning van
Groot-Brittanniƫ, is voor de vergadering uitgenodigd en
volgens de
regels binnengeleid. Krachtens de op 18 okt. bij HHM ingediende
geloofsbrieven wenst hij HHM geluk met de overwinningen van de
afgelopen zomer. Hij verzekert HHM van de genegenheid van zijn
koning voor de Republiek. Ze zijn
aan elkaar
verbonden door het geloof, het gemeenschappelijk belang en het
verbond.
Zijn koning was bereid HHM te helpen. Vane heeft in zijn gevolg de
nog
levende Engelse getuigen in de kwestie
Amboina
[Ambon] meegenomen om zo mogelijk een einde
aan het geschil te maken.
Hij bedankt HHM voor de goede ontvangst en voor het traktement.
Hij
verzoekt enkele heren uit de vergadering aan te wijzen aan wie hij
enkele zaken kan meedelen en voorstellen. Deze zaken kunnen beter
in
een particuliere bespreking dan een openbare audiƫntie
bekendgemaakt
worden.
HHM besluiten
Rantwyck,
Noortwyck,
Van
der
Dusse,
Beaumont,
Ploos,
Eysinga,
Haersolte en
Schaffer te committeren de
mededelingen te
vernemen.