01 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Petrus Queselius, pensionaris van het Vrije van Sluis, beweert een goed
middel ter verdediging van het land te weten.
HHM besluiten
Feit en
Ter Cuilen op te dragen
de suppliant
te horen en daarvan verslag te doen, met bijvoeging van hun
advies.
2
Mr.
Willem van Dam en
Pieter de Goyer,
voormalige
burgemeesters van Amersfoort, verzoeken om mandement van relief
d'appèl
volgens
de gebruikelijke vorm van door de RvS over hen gewezen vonnissen
d.d.
5 oktober.
Alvorens te besluiten, wordt het rapport van de RvS afgewacht.
3
Op het verzoek van de burgemeesters en bestuurders van
Schiedam besluiten HHM in te stemmen met voorschrijven aan ambassadeur
Joachimi om zich ervoor in te
spannen dat
Jacob
Gerridtsz., schipper uit Schiedam, zijn verdiende
vrachtgeld
in
Engeland verkrijgt.
4
De gedeputeerden van
Utrecht maken in de vergadering melding van de grote onbeschaamdheden
en excessen die door het nieuwe garnizoensvolk in Utrecht zowel
overdag
als 's nachts worden gepleegd onder voorwendsel van wanbetaling. De
gedeputeerden verzoeken HHM de betaling van het volk te regelen en
het
uit Utrecht te verwijderen.
Op de mededeling van commies
Verhaer dat het genoemde volk niets of zeer weinig tegoed heeft,
besluiten HHM de RvS te machtigen de volledige betaling snel te
regelen
en het volk na overleg met Z.Exc. onmiddellijk uit Utrecht te laten
vertrekken ter voorkoming van alle ongelegenheden.
5
Secretaris
Huijgens is ter vergadering verschenen en heeft namens de RvS
verzocht te vernemen of HHM van mening zijn dat die van
Wezel moeten zorgen voor de brandstof en het licht
voor de hoofdwacht in de nabijgelegen forten, zoals ze ook
verplicht
zijn te doen voor de hoofdwacht in hun stad.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.
6
Geresumeerd is de resolutie van HHM d.d. 24 nov. over het verzoek van
Jacob Jansz. Duynkercker die verzocht heeft als assistent van commissaris
Jan
Wendelsz. naar
Algiers en
Tunis te mogen gaan ter bevrijding van gevangenen
van
de Republiek aldaar.
HHM besluiten dat de suppliant in het gevolg van de commissaris mag meegaan om gebruikt te worden bij de vrijmaking van de gevangenen in zo'n kwaliteit als de commissaris goeddunkt.
7
Ontvangen is een brief met bijlagen van agent
Brederode d.d. Bazel 16/6 oktober. Hij verzoekt HHM onder andere iets
bij
te dragen aan het drukken van het Nieuwe Testament en van de
catechismus in het Grieks om daardoor de Turken des te beter tot de
kennis van de waarheid te brengen.
HHM schorten een besluit op.
8
Op het verzoek van
Anthoni van Maurick om meer dan de reeds ontvangen 100 gld. te verkrijgen en om
bovendien een maandelijks traktement te ontvangen omdat hij tijdens
het
beleg van 's-
Hertogenbosch zeer ellendig is
getroffen,
besluiten HHM dat de RvS goedgunstig moet beschikken.
9
De kerkmeesters van de kerk van
Groede verzoeken HHM de landen die bij de kerk horen, na het aflopen
van het octrooi van achttien jaar waarbij ze voor 1 gld. per gemet
verpacht zijn aan
Pieter de
Hyniosa, in het
openbaar
aan de hoogste bieder te verpachten door commissarissen van het
Vrije van Sluis
ten behoeve van de genoemde kerk en het onderhoud van
predikanten.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.
10
Het verzoek van
Gisbertus Moringius, predikant te Zaltbommel, om vergoeding te krijgen voor het
gedurende twee maanden prediken in het leger voor
's-
Hertogenbosch, gaat naar de RvS voor een
beslissing.
11
Kolonel
Cecil, burggraaf van Wimbledon, verzoekt om betaling van de wegens
afwezigheid ingehouden vier
herenmaanden gage als kapitein van een compagnie ruiters.
HHM besluiten hier niet op in te kunnen gaan.
12
Helena van Brederode, douairière van
Putlitz,
beklaagt zich
erover dat zij geen betaling kan verkrijgen van de door graaf zu
Schwarzenberg gegeven assignatie
van 8.000
rijksdaalder op de rentmeester van de
keurvorst van
Brandenburg.
HHM besluiten de graaf ernstig te schrijven ervoor te zorgen dat de suppliant betaald wordt.
13
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 27 nov. over het verzoek van de
weduwe van kolonel
Grenu die voor
's-
Hertogenbosch is
doodgeschoten.
Overeenkomstig het advies besluiten HHM haar drie maanden van het traktement van haar overleden man toe te kennen, waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd.
14
Gelezen is het verzoek van
Joos van Laren, die volgens het besluit van de Nationale Synode te
Dordrecht aangewezen was om de nieuwe vertaling
van de
Bijbel te reviseren.
HHM besluiten hem 150 gld. voor een jaar toe te kennen om de predikanten te betalen die af en toe zijn predikbeurt moeten waarnemen.
15
Gelezen is het verzoek van de mineur
Pierre Philippe, ondersteund door een brief van
Z.Exc. d.d.
19 nov., om een vergoeding te krijgen voor zijn buitengewone
diensten
bij het laten springen van een bom in de wal van
's-
Hertogenbosch en ter verzachting van de daarbij
opgelopen verwonding.
HHM besluiten het verzoek en de brief aan de RvS te geven om te beslissen.
16
De Engelse ingenieur
Thomas Odel, die beweert iets nieuws te hebben uitgevonden ter
verdediging van diverse fortificaties, verzoekt om een onderhoud
hierover.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven om met de suppliant over zijn uitvinding te spreken en er vervolgens, na overleg met Z.Exc., een beslissing over te nemen.
17
HHM schorten een besluit op over het verzoek van brugmeester
Jan Jansz. Gernou om betaling van zijn pontgasten, over het verzoek van
werkmeester
Tobias de Mulder om
betaling van
zijn
ordonnantie wegens gemaakte fortificaties te
Groenlo en het fort van
Steenbergen bij de
Dintel en over
het verzoek
van ritmeester Sir
Thomas Lucas om
betaling van
27.985 gld. 7 st. 6 p.
aan soldij voor hem en zijn compagnie.
18
Gelezen is het na overleg met Z.Exc. opgestelde advies van de RvS d.d. 29 nov. over het op 23 nov. bij HHM ingediende verzoek van de tegenpartij betreffende de gereformeerde kerken en de roomse geestelijkheid in
Emmerik
[Emmerich] en
Rees.
Gelet op het in het advies van de RvS opgenomen particuliere advies van Z.Exc., besluiten HHM de godsdienstuitoefening in de genoemde
steden te laten zoals het is. Het onderhouden en repareren van de
kerken moet echter uit de inkomsten van de geestelijkheid in deze
steden komen. HHM zullen de
Brandenburgse
regering schrijven de predikanten en andere kerkdienaren van de
gereformeerde religie eveneens uit deze inkomsten te betalen.
19
Gelezen is het nadere verzoek van de roomse geestelijkheid in
Emmerik
[Emmerich] en
Rees die beweert dat
het Land van
Gulik
[Jülich] en
Berg,
die het optreden
van
HHM zien bij het openstellen van de kloosterkerken in Emmerik en
Rees,
eveneens tot restitutie aan die van de gereformeerde religie
bewogen
zullen worden.
HHM verklaren dat als de supplianten teweeggebracht hebben dat die van de gereformeerde religie in de genoemde landen hun kerken hebben teruggekregen, HHM op hun verzoek zullen letten.
20
Jan Jansz. van Coesvelt, burger uit Enkhuizen, verzoekt enkele commissarissen van
HHM over het proces dat nog hangende is tegen
Harman
Crabbe, te mogen instrueren opdat zij erover kunnen
beslissen.
HHM maken bezwaar tegen het verzoek maar willen wel in plaats daarvan het
Hof van Holland
schrijven om snel recht te spreken, aangezien de zaak eerder door HHM naar dit Hof is verwezen.
21
President
Manmaecker meldt dat Z.Exc. hem heeft verzocht HHM in overweging te
geven de begonnen fortificaties en wal aan de
Grebbe
bij
Rhenen af te maken.
HHM stellen een beslissing uit omdat de adviezen van de provincies uiteenlopen.
22
Na beraad besluiten HHM de ordonnantie van 36.889 gld. 4 st. die zij op 29 mei geordonneerd hebben te depêcheren voor
Wijnant de Keijser ter voldoening van zijn aanspraken, te wijzigen. Van deze
som moet 10.000 gld. in plaats van door de voormalige
ontvanger-generaal, door de huidige
ontvanger-generaal
Doublet betaald
worden. De
heren van
Holland wordt nogmaals verzocht het
bedrag
van 10.000 gld. te betalen in mindering van hun ordinaris en
extraordinaris consenten.
23
Rantwijck zal kapitein
Van Giffen en
de
tegenpartij horen.
24
Gelezen zijn de retroacta over het invoeren van de verponding in
Brabant en het Land van
Cuijk. De commissie over
deze zaak wordt geschorst.
25
De heren van
Holland melden dat de
Staten van
Zeeland
op
21 nov. besloten hebben de Bewindhebbers van de
VOC ter
Kamer Zeeland
te gelasten de laatst uit
Oost-Indië door de schepen
Vlissingen en
Campvere aangevoerde peper en zijde niet
naar de contractanten te
Amsterdam te sturen, maar
naar de personen die in
Zeeland al op deze
producten hebben ingetekend
of
dit nog zullen doen. Het overschot zal men na het aanplakken van
biljetten en na het verstrijken van een passende tijd in
Middelburg veilen. Dit is strijdig
met
de resolutie van HHM d.d. 3 november. De gedeputeerden van Holland
verzoeken ten behoeve van de
Heren
Zeventien
de Bewindhebbers van de Zeeuwse Kamer te
gelasten het bevel van de Staten van Zeeland niet op te
volgen.
HHM besluiten de Staten van Zeeland ernstig te schrijven zich te houden aan de resolutie d.d. 3 nov. en dus de genoemde waren aan de contractanten te Amsterdam te laten leveren.
26
Op het verzoek van
Henricus Hondius stemmen HHM ermee in dat hij op het in koper gesneden
portret van de
koningin van
Bohemen volgens zijn
generale octrooi het privilege van HHM mag stellen.
27
In de vergadering verschenen zijn
Van Santen en
Van der Duyn,
gecommitteerde raden van
de
Admiraliteit te Rotterdam, en de
fiscaal van dit
College. Zij melden dat
Gelderland
van
zijn quote in het tweede miljoen nog 366.616 gld. 2 st.
verschuldigd
is,
Utrecht
13.510 gld. 5 p.,
Friesland
38.873 gld. 10 p.,
Overijssel
22.959 gld. 3 st. 8
p.,
Holland
100.000 gld. en de
ontvanger-generaal 25.093 gld. 1
st. 7
p.
Ze verzoeken HHM te regelen dat deze bedragen betaald worden, alsmede de 42 procent van de oude schulden van 1627, aangezien Holland zijn 58 procent daarvan al betaald heeft.
HHM besluiten de diverse provincies ernstig te schrijven hun restanten van het tweede miljoen van 1629 te betalen, evenals hun quoten in de oude schulden. HHM gelasten ontvanger-generaal
Doublet de 25.093 gld. 1 st. 7 p. zo snel mogelijk aan de
Admiraliteit te Rotterdam
te
betalen.
28
Gehoord is het verslag van
Sommelsdijck die namens de RvS de op 29 nov. bij deze raad ingediende
memorie van resident
Carlaton met
bijgevoegde
stukken heeft onderzocht. De memorie betrof het door de
koning
van Groot-Brittannië gedurende drie of vier
maanden
onderhouden van het uit
Denemarken gekomen
regiment
van kolonel
Morgan, wat op 29 juni
beloofd was.
Het
onderhouden moest gebeuren uit een door Sir
Burlamacchi voorgesteld middel
waar de Republiek
geen genoegen mee nam. Verder betrof de
memorie het door de officieren van het genoemde regiment verzochte
loopgeld alsmede wat hun rechtens toekwam voor dienst aan het
land.
HHM besluiten dat de officieren betreffende het loopgeld verwezen moeten worden naar de koning van Groot-Brittannië en dat zij voorlopig van de RvS zullen ontvangen wat zij voor hun dienst nodig hebben. Na overleg met Z.Exc. zullen zij zo snel mogelijk worden ontslagen.
Joachimi zal aangeschreven worden zijn best te doen bij de koning van
Groot-Brittannië om wat betaald is terug te krijgen uit een
ander,
door deze vorst aan te wijzen, middel, aangezien HHM begrijpen dat
de koning
beloofd heeft de soldaten gedurende de genoemde periode te
onderhouden.