21/12/1629

 
English | Nederlands

21 - 12 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 Gelezen is het verzoek van de bestuurders van het geestelijke en wereldlijke toezicht. Ze verzoeken HHM een bijeenkomst met enkele gedeputeerden van HHM en enkele afgevaardigden van de Aartshertogin te houden om te overleggen over alle problemen die zich voordoen ten aanzien van het gezag over de Meierij van 's-Hertogenbosch.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven om in overleg met Z.Exc. te adviseren.

2 De ontvanger-generaal is ter vergadering verschenen. Na berispt te zijn, belooft hij de kanonniers een maand gage te betalen.

3 De gedeputeerden van Zeeland verzoeken om Tienhoven toe te voegen aan de groep die de gebieden in Brabant onder de verponding gaat brengen, in navolging van een eerdere resolutie van HHM.
HHM schorten een besluit op totdat de RvS iemand uit zijn midden hiertoe zal hebben gecommitteerd.

4 Op het verzoek van de weduwe van kapitein en ingenieur Oom Kees stemmen HHM in met voorschrijven aan de Staten van Friesland opdat zij de 1.100 gld. krijgt die ze van deze Staten vordert.

5 Op het verzoek van de heer De Petit Bocq, luitenant van de compagnie van kapitein De Motedt, stemmen HHM in met de uitvoer van twee paarden vrij van rechten.

6 Op het verzoek van Rutger van Brenck, die zijn been in het leger bij 's- Hertogenbosch heeft gebroken, kennen HHM hem uit medeleven 40 gld. toe waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd.

7 Gelezen is de specificatie van scheeps- en wagenvrachten alsmede vergoedingen, opgenomen door Joris Fortsen, commies-generaal van de konvooien en licenten, tijdens zijn bezoek aan de diverse kantoren tussen 29 dec. 1628 en 1 dec. 1629.
HHM besluiten de specificatie aan de Admiraliteit in Zeeland te sturen om onderzocht te worden en vervolgens ordonnantie daarop te depêcheren.

8 Pieter Tonisz. de Vries, conducteur van de trein van de artillerie, die gewond is geraakt aan zijn arm door een groot stuk ijzer bij 's- Hertogenbosch, verzoekt om vergoeding van het meesterloon en om een toelage vanwege zijn verlamdheid.
HHM laten een beslissing over aan de RvS.

9 Gelezen is de declaratie van de betaling die commies Cornelis de Jonge in het leger voor 's- Hertogenbosch heeft gedaan aan Andreas Hunterus op rekening van zijn extraordinaris traktement in opdracht van de gedeputeerden.
HHM besluiten hiervan ordonnantie te depêcheren zonder het van de erfgenamen van Hunterus terug te vorderen omdat hij overleden is zonder geld na te laten.

10 Op het verzoek van koopman Philippo Calandrini om veertien Engelse gotelingen naar Frankrijk te mogen uitvoeren tegen betaling van rechten, besluiten HHM het advies in te winnen van de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten.

11 Mr. Hendrick Bisschop, voogd van de twee nagelaten kinderen van mr. Gerridt Havermans, verzoekt om betaling van 1.820 gld., deels door Havermans, deels door anderen ter betaling van de soldij tijdens het beleg van Breda. Jacob Wachtmans verzoekt betaling van 10.000 gld. om dezelfde reden.
De gedeputeerden van de provincie Zeeland, die dit bedrag onder andere moet betalen, zeggen toe hierover hun principalen goedgunstig verslag te doen.

12 Gelezen is het antwoord van de Generaliteitsrekenkamer d.d. 18 dec. op het appointement van HHM d.d. 15 dec. over het verzoek van Jacob Lucasz., ontvanger-generaal van de Admiraliteit in het Noorderkwartier. Hij verzoekt diverse door hem, tegen het reglement en de punten van bezuiniging in, op last van genoemde Admiraliteit betaalde posten en door de Generaliteitsrekenkamer in de rekening van 1627 geschrapte posten, toch goed te keuren en de terugvordering ervan door de fiscaal van genoemde Admiraliteit te laten doen.
Overeenkomstig het advies van de Generaliteitsrekenkamer besluiten HHM dat om een eenparige voet te houden de ontvangers van de Admiraliteiten de betalingen die in strijd met de punten van bezuiniging zijn gedaan, in de rekening zullen schrappen. De Admiraliteiten worden gelast enkele van hun posten terug te vorderen van personen die nog in dienst van het land zijn en die zij met geld of met liquidaties moeten betalen. De posten die betaald zijn aan personen van de Admiraliteiten en die vervallen zijn, zullen worden teruggevorderd door de advocaten-fiscaal van de Admiraliteiten, en wel binnen zes maanden nadat ze hun ter hand gesteld zijn, op straffe dat de traktementen van de ontvangers gekort zullen worden met deze posten als de genoemde termijn verstreken is, tenzij ze aan kunnen tonen dat ze hun uiterste best hebben gedaan om de posten terug te vorderen. Verder besluiten HHM dat de ontvangers alleen die traktementen mogen verhogen die met medeweten van HHM geschieden of die HHM met goede redenen naderhand goedkeuren.

13 Over het verzoek van de diakenen van 's- Gravenhage om een buitengewone subsidie te ontvangen, wordt nog niet beslist.

14 Ter vergadering verschenen is Johan Preyster, gevolmachtigde van Bremen. Hij dient een propositie d.d. 's-Gravenhage 11/21 dec. 1629 in.1
Preister bedankt HHM voor de audiëntie. Hij doet de volgende voorstellen. Het eerste en belangrijkste luidt als volgt. Het is volgens zijn volmachtgevers niet nodig HHM erop te wijzen dat Bremen zwaar onder de oorlog lijdt. Al geruime tijd kan men vrijwel niets over water of over land ondernemen zonder grote verliezen te lijden. De welvaart en inkomsten van Bremen hangen vrijwel uitsluitend van de handel af en om deze veilig te stellen worden de nodige uitgaven gedaan, bijvoorbeeld het legeren van garnizoenen in de grenssteden. De raad en gezamenlijke burgerij van Bremen zijn van mening dat het HHM als naburige vrienden en godsdienstverwanten veel meer van nut is als Bremen zijn welstand en handel behoudt dan dat zij deze met geweld aantasten. Het is bekend dat enkele jaren geleden Bremen door enkele oorlogsschepen op de volgens keizerlijk privilege aan Bremen toebehorende Wezer is afgesloten. De schepen hielden de levensmiddelen en andere waar die op weg waren naar Bremen, zo lang tegen dat het meeste bedorven of van hele slechte kwaliteit geworden was. Dit heeft kooplieden en burgers grote schade berokkend. Het zag er dit jaar naar uit dat de schepen uit Bremen zonder gevaar over de Wezer naar Bremen zouden kunnen terugkeren met de hoognodige proviand. De Admiraliteit te Dokkum heeft echter op last van HHM twee kleine schepen en een groot oorlogsschip op de Wezer gestationeerd, en wel zonder waarschuwing. Alle schepen, met uitzondering van die van de Republiek, geladen met allerlei levensmiddelen worden aangehouden en zo lang vastgehouden dat alle waar bedorven is. De raad van Bremen heeft Preister gestuurd om HHM te vragen de blokkade op te heffen. Mochten HHM in de toekomst een blokkade weer nodig vinden, dan verzoekt hij HHM de raad van Bremen hiervan op de hoogte te brengen zodat men de schade beperkt kan houden.
Ten tweede doet hij zijn beklag over de aan de grens en op andere plaatsen gelegerde officieren en soldaten. Afgelopen zomer en nog onlangs hebben uit Bourtange en omgeving weggelopen soldaten in de buurt van Bremen burgers bestolen, met neutrale waar beladen wagens aangevallen en buitgemaakt, en burgers ontvoerd en tegen losgeld vrijgelaten. Namens de raad verzoekt Preister HHM deze overvallen te verbieden en tegen te houden.
Ten derde zal het HHM bekend zijn dat de gebieden rond Bremen verwoest zijn door de oorlog. Wat over was aan gewas is door het krijgsvolk opgegeten. Het is niet mogelijk geweest brood en graan uit andere landen te laten komen, onder andere door bovengenoemde blokkade. Om het gebrek voor de bevolking af te wenden vraagt de raad van Bremen HHM om toe te staan in het komende voorjaar driehonderd à vierhonderd last rogge in de Republiek te kopen en naar Bremen te vervoeren.

15 Adolff de Waes, kapitein in dienst van het land, klaagt in zijn verzoek over het door advocaat-fiscaal Silla tegen hem aangespannen proces voor de Hoge Krijgsraad omdat zijn officieren bij het werven van zijn compagnie vijf soldaten uit andere landen hebben aangenomen en bij deze compagnie gehouden.
HHM besluiten de RvS te verzoeken de advocaat-fiscaal en de suppliant op te roepen en beide partijen te verenigen door bemiddeling en het door de fiscaal op de suppliant bij vonnis verkregen recht. Lukt dit niet, dan moet de RvS het geschil berechten.

16 Op het verzoek van Hendrick Cannarts uit Hasselt in het land van Luik besluiten HHM voor de laatste maal het traktement van zijn vader gedurende zes maanden te continueren, ingaande op het einde van de laatste concessie.

17 De predikanten van de gereformeerde kerken te Wezel verzoeken geestelijken uit Wezel en omliggende dorpen te mogen weren en predikanten van de gereformeerde kerk in hun plaats aan te stellen. Ten tweede verzoeken ze ook enkele Hussitische lutheranen, die voor de overgang naar de Spaanse kant tegen wil en dank zijn binnengekomen, te mogen weren. Ten derde verzoeken ze in het geval de genoemde lutheranen niet geweerd mogen worden, aldaar enkele compagnieën in garnizoen te leggen waarvan de kapiteins luthers zijn. Ten vierde verzoeken ze iedereen van het garnizoen te mogen gelasten nergens anders hun kinderen te laten dopen dan in kerken van de officieel erkende godsdienst.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven voor onderzoek en advies.

18 Gelezen is het verzoek van de reders van de schepen die naar West-Indië zouden gaan om zout te halen.
HHM besluiten het verzoek de aanwezige gecommitteerden van de WIC ter hand te stellen om zo snel mogelijk hun mening te geven.

19 Ter vergadering verschenen zijn De Witte en andere extraordinaris gedeputeerden van Holland. Ze verklaren dat ze, overeenkomstig de op 27 jan. goedgekeurde repartitie van de lopende schulden van de Admiraliteit tot en met 1627, hun quote van 58 procent onmiddellijk hebben betaald, niettegenstaande ze dit in drie termijnen hadden kunnen doen. Ze verzoeken de andere provincies hun quote van 42 procent in contanten aan Doublet te verschaffen om daarmee de crediteuren te betalen of in ieder geval zoveel te verschaffen dat daarmee de matrozen van de Admiraliteit te Rotterdam die nog meer dan vijftig maanden soldij tegoed hebben, betaald kunnen worden om op zee net zo sterk als vroeger te zijn.
HHM besluiten Essen, Van der Dusse, Bas, Beaumont, Tienhoven, Eysinga, Ter Culen en Winsemius op te dragen de genoemde repartitie en de betreffende resolutie na te kijken en hierover te berichten.

20 Gelezen is het advies van de RvS d.d. 19 dec. over het op 14 dec. bij HHM ingediende verzoek van de vrouwelijke religieuzen van het klooster Hooidonk. De RvS heeft bericht ontvangen dat het klooster niet een geheel vrij klooster is maar dat de nonnen die in dit klooster gaan, er hun voordeel doen. Eigenlijk zou dit klooster behandeld moeten worden als andere kloosters, namelijk dat de inkomsten ervan voor het land zijn, dat de kanonikessen alimentatie krijgen, net als de begijnen, en dat men ze laat uitsterven. Maar aangezien dit klooster eigenlijk is opgericht om nonnen te onderhouden en eerlijke families met veel kinderen te ondersteunen, is de RvS van mening de vrouwelijke religieuzen die er nu wonen, er voorlopig te laten zoals het nu is, op voorwaarde dat ze wat de uitoefening van hun geloof betreft, zich houden aan de plakkaten van de Republiek en dat bij overlijden van een van hen HHM beslissen over het vergeven van de plaats. In de loop van de tijd wordt het dan een klooster waarin nonnen met de gereformeerde godsdienst en afkomstig uit gereformeerde families onderhouden worden, net als op andere plaatsen gebeurt. Alvorens HHM een besluit nemen, adviseert de RvS de gedeputeerden die naar 's- Hertogenbosch gaan, zich te laten informeren over alle zaken betreffende dit klooster en daarvan verslag te laten doen aan HHM.
HHM besluiten Essen, Noortwyck, Van der Dusse, Beaumont, Tienhoven, Eysinga, Haersolte, Schaffer, Olphert Barentsz., Van Berchem, Jensma en thesaurier-generaal Van Goch op te dragen het bovenstaande advies, het advies dat opgesteld zal worden door de bestuurders van de Meierij van 's-Hertogenbosch, de drie door secretaris Huigens ingediende plakkaten van de Aartshertogin en de punten betreffende de stad en de Meierij van 's-Hertogenbosch te onderzoeken en er HHM over te adviseren.

21 HHM kennen de bediende van Joachimi die brieven uit Engeland heeft overgebracht, 70 gld. toe waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd.

1 De in het Duits gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3188. Een gedrukte Nederlandse vertaling is te vinden in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 979-983/folio I, 929-931.