22 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: | |
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op het verzoek van de gedeputeerden van de
Kleine Visserij
van
Brielle,
Vlaardingen en
Maassluis
besluiten HHM, ter bescherming van deze visserij, de vier
oorlogsschepen te handhaven op de staat van oorlog te water ten
laste
van de
Admiraliteit te
Rotterdam
.
Deze Admiraliteit wordt gelast de vier schepen nergens anders voor
te
gebruiken en in het geval een of meer van deze schepen
verongelukken of
voor de sloop bestemd zijn, ze met hetzelfde aantal te vervangen.
De
staat van oorlog mag echter niet zwaarder worden belast.
2
Op het verzoek van
Jan Wendelsz., gecommitteerd om naar Algiers en Tunis te gaan, besluiten
HHM de
Admiraliteit te Amsterdam
te
schrijven
de goederen die men uit het schip van kapitein
Cleuter heeft gelicht en op een
ingediende lijst
gezet, aan de suppliant of een door hem gemachtigde terug te geven.
Over de goederen die niet op deze lijst staan, mag men beschikken
volgens de regels van het land, zonder daarbij de eerdergenoemde
goederen op te houden. De reis van de suppliant mag niet worden
vertraagd omdat het land daarvan nadeel zou ondervinden.
3
Het verzoek van
Wilhelmus Georgij om wat geld voor zijn onderhoud, gaat naar de RvS voor een
beslissing.
4
Op het verzoek van
Willem Jacobsz., graveur uit Delft, besluiten HHM dat hij de in koper
uitgesneden beeltenis van
Henrica Maria, koningin van
Engeland, krachtens
zijn eerdere octrooi mag uitgeven met
privilege
van HHM.
5
Walraven van Gent verzoekt om het schoutambt van het kwartier van
Maasland in de
Meierij van
's-Hertogenbosch.
HHM bedanken hem voor zijn genegenheid voor de dienst van het land en verklaren bij gelegenheid op hem te letten.
6
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 19 dec. over het op 18 dec. ingediende bericht van
Jaecques van Loo, commies van de confiscaties in Vlaanderen, over het verzoek
van
Mathys Pietersz. uit
Zevenbergen. Pietersz.
is
met
Elisabet Boudewyns getrouwd,
de weduwe van
Joris Jansz. van de Wyen.
Pietersz. heeft
het transport
van
het hieronder genoemde geld van de
weduwe van Govert Gerridtsz. van
Gilse en van andere schulden.
Overeenkomstig het advies besluiten HHM dat er geen confiscatie zal plaatsvinden ten aanzien van de suppliant en dat hij zijn tegoeden mag vorderen van zijn debiteuren. Desniettemin gelasten HHM
Adriaen Bouwensz. uit Aardenburg de in beslag genomen 176 gld. (indien hij
deze nog niet heeft betaald ten kantore van de confiscatie) aan de
suppliant te voldoen en weer te korten op de beloofde koopsom van
de
suppliant aan Adriaen Bouwensz.
7
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 21 dec. over het op 17 dec. bij HHM ingediende verzoek van overste
Gent om te vernemen waaruit hij voortaan zijn soldaten moet
onderhouden. Het advies luidt Gent alsnog te gelasten
zijn
regiment te reduceren. Als hij zijn regiment terugbrengt op duizend
man, naast de soldaten van de inkwartiering aldaar, is dit
voldoende om
onderhouden te worden op de voet van deze inkwartiering. Gent heeft
namelijk zelf meer dan eens geschreven dat de gebieden waar hij met
zijn soldaten gelegerd is, rijke gebieden zijn waar veel meer
soldaten
zouden kunnen worden onderhouden.
Desniettemin besluiten HHM de
Kleefse stadhouder en raden te
Emmerik
[Emmerich] aan te
schrijven het krijgsvolk
van Gent te onderhouden en zijn tegoeden te betalen om volgens de
op
31 juli gemaakte afspraak met de graaf zu
Schwarzenberg gereduceerd te
worden tot duizend
man.
Blijft men in gebreke dan zal Gent genoodzaakt zijn zijn eerdere
inbeslagneming te hervatten. De bovenstaande regering moet dus
zorgen voor het onderhoud van het te reduceren krijgsvolk volgens
de
gemaakte afspraak. HHM manen de regering aan over te gaan tot
vereffening met de overste wat betreft zijn aanspraken. Verder
besluiten HHM de overste en de regering ervan in kennis te stellen
opdat zij weten wat de mening van HHM is.
8
De aanwezige gedeputeerden van de diverse Colleges hebben hun advies ingediend over de gevraagde gevangenenruil.
De verzoeken en het advies worden door de heren van
Holland meegenomen om met hun
principalen
,
in Landdag bijeen, te bespreken.
9
Vastgesteld is de eerder goedgekeurde brief die HHM willen sturen aan de graaf van
Tilly.
Gezien de overwegingen van Z.Exc. besluiten HHM in plaats van Duitse legers vijandelijke legers te schrijven.
10
Geresumeerd is de staat van wat de provincies nog verschuldigd zijn in het consent van 500.000 gld. dat gevraagd is, in plaats van de legerlasten van 1628, voor diverse legerdiensten en enkele fortificatiewerken van enkele jaren daarvoor, alsmede voor de in de zomer van 1628 duurder uitgevallen trein van de artillerie en de schepen. Ook is de resolutie d.d. 21 dec. 1628 gelezen betreffende het gevraagde consent. Onderzocht is de staat van de assignaties door de
ontvanger-generaal op
Gelderland
,
Utrecht
en
Overijssel
ter
betaling
van hun quoten in de som van 500.000 gld.
De ordinaris gedeputeerden van
Zeeland nemen een afschrift van beide staten en van de resolutie in
ontvangst om met de extraordinaris gedeputeerden van Zeeland, die
op
het
punt staan naar Zeeland te vertrekken, te bespreken opdat dezen
er bij hun
principalen
op
aandringen om
net als
de
andere instemmende provincies hun quote in de 500.000 gld. meteen
te
voldoen. HHM besluiten een afschrift van beide staten en van de
resolutie met een ernstige brief te sturen aan
de provincie
Friesland
om deze
tot hetzelfde te bewegen. De
gedeputeerden van
Friesland beloven deze brief
goedgunstig te
ondersteunen.
11
Haersolte meldt dat hij overeenkomstig de resolutie van HHM d.d. 20
dec. Z.Exc. heeft medegedeeld dat HHM erover beraadslaagd hebben om
naast de compagnieën van kapitein
Erentruter
nog
twee andere compagnieën te formeren uit de rest van de
vijfhonderd
man
krijgsvolk te
Emden. Z.Exc. maakte geen
bezwaar.
HHM besluiten de RvS te machtigen om naast de compagnieën van Erentruter zo goed en zo zuinig mogelijk twee compagnieën uit de rest van genoemd krijgsvolk te formeren zonder het land te belasten boven de 62.000 gld. die ter betaling van de vijfhonderd man te Emden waren goedgekeurd. HHM laten het aanstellen van officieren bij deze compagnieën over aan Z.Exc. omdat zij namens de Generaliteit buiten repartitie onderhouden worden. Verder besluiten HHM de provincie
Friesland
te schrijven het voorschot van eenvijfde deel van de 62.000
gld. te continueren,
Groningen
te schrijven dit te
doen voor drievijfde deel en
Drenthe
voor eenvijfde
deel. HHM beloven dit voorschot te valideren volgens eerdere
resoluties
op hun ordinaris en extraordinaris consenten alsof het bedrag in
contanten aan ontvanger-generaal
Doublet is
gegeven.
12
Haersolte meldt dat
Dyden bij hem
is geweest en
heeft verteld dat God de wapens van HHM in de afgelopen zomer
buitengewoon heeft gezegend en dat de aanval op
Wezel,
onder zijn leiding begonnen, goed is geslaagd. Z.Exc. heeft hem een
akte verleend om het bevel te voeren over het garnizoen van HHM in
Wezel. Hij vertrouwt erop dat HHM hem zullen belonen.
De gezamenlijke provincies zijn van mening dat het een zeer belangrijke zaak is. Desondanks besluiten HHM, alvorens te beslissen, het advies van Z.Exc. en de RvS in te winnen.
13
Ter vergadering verschenen is ontvanger-generaal
Doublet. Hij deelt mee dat de RvS en Z.Exc. een beslissing hebben
genomen over de inhoud van de brief van
Cappelle
en
Oenema. Overeenkomstig het
appointement van HHM
d.d.
19 dec. heeft de RvS Doublet gelast 36.286 gld. te lenen op rente
om
te
dienen tot een halve maand soldij voor de troepen die in het
Land van
Kleef,
Mark
en
Berg
zullen worden ingekwartierd. Hij kon dit bedrag niet lenen
omdat
dagelijks vele sommen geld worden opgezegd die weer vervangen
moeten
worden. Enkele dagen geleden heeft hij nog 43.000 gld. geleend voor
de
ongerepartieerde compagnieën, 16.000 gld. voor de
vestingwerken
van
Wezel en 10.000 gld. voor het afdanken van de pas
gelichte soldaten. Doublet verzoekt een van de provincies zijn
krediet
te versterken.
Het verzoek aan de provincie
Holland om het krediet van Doublet te versterken met 36.286 gld.
wordt met goede redenen afgewezen. HHM verzoeken de RvS alle
mogelijke
moeite te doen het bedrag door Doublet of op een andere manier te
laten
lenen opdat de inkwartiering zo goed mogelijk op gang kan worden
gebracht. HHM geven de RvS in overweging Cappelle en Oenema er
kennis
van te geven dat het geld zo spoedig mogelijk zal volgen.
14 2
Ter vergadering verschenen is de
RvS
. De RvS heeft de op de consenten voor de oorlog te water en te land voor 1629 aangetekende tekorten overhandigd.
HHM besluiten de RvS te verzoeken alle mogelijke moeite te doen de in gebreke blijvende provincies zowel schriftelijk als door middel van een gezant ertoe te bewegen toe te stemmen de tekorten te dekken. Verder besluiten HHM na beraad en na advies van de RvS deze Raad te machtigen voorlopig decharges te verlenen op 200.000 gld. in plaats van 250.556 gld. 13 st. 2 d., gevraagd voor de betaling van de rentes en makelaardij voor 1629 over de som van 3.711.950 gld. 5 st. 11 d., gevorderd tussen 1618 en 1628. De decharges zullen vergezeld worden van goed beredeneerde brieven van de RvS die de brieven van HHM zullen ondersteunen. Z.Exc. zal verzocht worden dit ook te doen opdat de decharges meteen worden voldaan. Om het bezwaar dat enkele provincies zullen aanvoeren bij het betalen van de rentes, namelijk dat een deel van het geld geleend is ten laste van de provincies die in gebreke blijven, weg te nemen, wordt thesaurier-generaal
Van Goch en ontvanger-generaal
Doublet opgedragen
intussen een nauwkeurige staat op te maken van het waarom en
wanneer de
bovenstaande bedragen zijn gevorderd. Zij moeten daarbij aantekenen
hoeveel de provincies die in gebreke blijven, ieder voor zich
daarvan
moeten betalen om eens deze geschillen achter te laten en de
consenten
te ontvangen.
De heren van
Zeeland,
Friesland en
Groningen
verklaren niet in te stemmen met het verlenen van de decharges.