28 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief van
Joachimi d.d. Chelsea 27 nov. met een bijlage waarin hij de grieven
naar voren brengt die de onderdanen van de Republiek hebben ten
aanzien
van de door de Admiraliteit in
Engeland gevolgde
procedures met betrekking tot de opgebrachte schepen en de door
Joachimi daarvoor gevraagde vergoeding.
HHM besluiten Joachimi te antwoorden dat hij door moet gaan met zijn inspanningen en zijn werk moet voltooien.
2
Ontvangen is een brief van de raden van State
Cappelle en
Oenema d.d. Wezel 20
dec. met een kopie van een door graaf
Willem
van
Nassau aan
hen
gerichte brief d.d. 16 dec. over de troepen en de inkwartiering in
het Land van
Kleef,
Mark en
Berg.
HHM nemen geen besluit.
3
Op het verzoek van
Maria Wiems, weduwe van kapitein
Steven
Brunsfelt,
kennen HHM haar uit medelijden 75 gld. toe waarvan ordonnantie zal
worden gedepĂȘcheerd.
4
In de vergadering verschenen is commies
Verhaer. Hij dient de door de RvS opgestelde memorie over de
rekening van
Johannes Retzer in
bij
HHM.
HHM besluiten de rekening terug te sturen naar de RvS met de machtiging erover te beslissen.
5
Agent
Heijmbach zal tegen de overhandigde ratificatie van de
keurvorst van Brandenburg
inzake de 100.000 rijksdaalder met rente, de reversiebrief van
Schwarzenberg teruggegeven worden.
De
graaf heeft bij zijn vertrek op 31 juli de betaling van dit bedrag
beloofd. Morgen zal
beraadslaagd worden over de genoegdoening voor overste
Gent.
6
Op het verzoek van
Casparus Nollens, dokter in 's-Gravenhage, besluiten HHM hem voor de komende
twaalf jaar op de gebruikelijke voorwaarden en boetebepalingen het
octrooi te geven voor twee door hem in het Nederlands vertaalde
boeken. Het ene is getiteld Opera
chirurgica en is
eerst in het Latijn geschreven door
Hieronimus
Fabritius ab Aquapendente, het andere is
geschreven door
Cabrolius en bevat
eenvoudige
anatomie. 1
7
Gelezen is het antwoord van de RvS d.d. 24 dec. op de resolutie van HHM d.d. 22 dec. waarin gevraagd werd om het advies van Z.Exc. en van de RvS over de vergoeding voor
Dieden voor de onder zijn leiding geslaagde aanval op
Wezel. Deze overwinning was voor de grenzen van
het land uiterst nuttig. Dieden behoort hiervoor een
buitengewone beloning te ontvangen, als voorbeeld voor alle
andere
militairen. De RvS zou wel net als Z.Exc. het bevel over Wezel
willen
verheffen tot een gouvernement, omdat dit zou betekenen dat
Dieden het traktement
van
een gouverneur kan ontvangen. Gouverneurs na hem die het minder
zouden
verdienen, zouden echter ditzelfde traktement ontvangen en het land
zou
ermee
belast blijven. Daarom lijkt het de RvS het beste Diden
een pensioen van
3.000
gld. per jaar en een medaille ter waarde van minstens 1.500 gld. te
geven. Het ter hand stellen van de medaille en de pensioenbrief zou
in
de vergadering van HHM moeten gebeuren.
HHM stellen een besluit uit.
8
Over het eerste en tweede punt van het ter vergadering gedane voorstel van de
afgezant van Bremen betreffende het bezetten van de
Wezer en
het
stropen door de soldaten, besluiten HHM het advies van de RvS in te
winnen. Wat betreft het derde punt, namelijk de uitvoer van drie-
of
vierhonderd last rogge, besluiten HHM de burgemeesters en
bestuurders
van
Amsterdam te vragen hoe groot de voorraad
graan in
Amsterdam is en of men zonder schade voor het land deze uitvoer kan
toestaan.
9
Gelezen is het verzoek van
Jeroen Euwoutsz., kapitein-ter-zee en mede-ontdekker van de samenzwering in
1623 tegen de staat en
wijlen
Z.Exc.. Hij
verzoekt alsnog de 16
gld.
per maand te krijgen die hem zijn toegekend totdat hij zou zijn
bevorderd of in plaats daarvan de ordinaris gage als kapitein te
ontvangen onafhankelijk van het feit of hij in dienst tewerkgesteld
is
of niet.
HHM besluiten de suppliant de 16 gld. per maand te geven als hij niet actief in dienst van het land is. Het stopt als hij in dienst van het land gebruikt wordt.
10
Ontvanger-generaal
Doublet is ter vergadering verschenen. Hij meldt namens de RvS dat
Cappelle en
Oenema de RvS
hebben
medegedeeld dat zij te
Wezel met agent
Bilderbeeck, die op weg was van
Keulen naar 's-
Gravenhage, hebben
gesproken. Bilderbeeck verklaarde ten behoeve van de Generaliteit
een
aanzienlijk bedrag in Keulen te kunnen lenen. Doublet geeft HHM in
overweging Bilderbeeck te machtigen 100.000 gld. te lenen voor de
vestingwerken te Wezel en voor de 36.268 gld. die bestemd zijn voor
een
halve maand soldij voor het ingekwartierde krijgsvolk in de landen
van
Kleef,
Mark en
Berg.
Dit te Keulen te lenen geld zou moeten worden afgelost
uit de bij nadere petitie verzochte legerlasten van 1629 en uit wat
ten
laste van de genoemde gebieden zal worden geheven.
HHM achten de lening schadelijk voor het land in deze tijd. Desniettemin volharden zij in de eerdere, door Doublet uit te voeren resolutie over het lenen van bovengenoemde bedragen.
11
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 27 dec. over het op 15 dec. bij HHM ingediende verzoek van kolonel
Haij.
HHM besluiten de kolonel op te roepen voor de vergadering om hem de in het advies genoemde redenen waaruit blijkt dat zijn verzoek gegrond is, kenbaar te maken. Nader onderzocht zal worden bij kapitein
Frans Touw, die valt onder de
Admiraliteit te
Rotterdam
, waarom het regiment van kolonel Haij niet
op
de afgesproken tijd is overgekomen en of het alleen aan het gebrek
aan
konvooischepen heeft gelegen.
12
Geresumeerd is de op 28 nov. 1624 genomen resolutie over het openbreken van het ijs in de
IJssel en de van jaar tot jaar daarvoor gemaakte kosten.
HHM besluiten de resolutie aan de RvS te geven om te onderzoeken of door de verovering van
Wezel het openbreken van het ijs nodig is. Tevens moet de RvS
melden of het
Kwartier van de
Veluwe
de
tweemaal 1.500 gld. voor het onderhoud van de hoofdwacht en voor
het
leveren van brandhout en licht voor de hoofdwacht het land in
rekening
heeft gebracht en of het Kwartier van de Veluwe loon van matrozen
ter
besturing van de ponten ten laste van het land heeft gebracht als
er 's winters geen ijs in de IJssel lag.
13
Geresumeerd is de resolutie van HHM d.d. 12 dec. 1626 over het openbreken van het ijs tussen
IJsseloord en
Schenkenschans
['s-Gravenwaard]
en vandaar tot
Gorinchem, en de kosten die
daarvoor
zijn gemaakt.
HHM besluiten dat de RvS zal onderzoeken of de in de resolutie genoemde materialen waarvoor geld is betaald, ooit zijn gekocht. Ten tweede moet de RvS nagaan of de materialen, als ze gekocht zijn geweest, goed bewaard zijn geweest en nu inderdaad vermist worden. Ten derde moet onderzocht worden of er ooit ijs is opengebroken en zo ja, tot hoever. Ten vierde moet worden nagegaan of de ambtlieden ondanks het feit dat het zachte winters zijn geweest, toch de jaarlijkse traktementen hebben ontvangen ten laste van het land. Als vijfde moet de RvS onderzoeken of het openbreken van het ijs in de
Rijn van IJsseloord tot Schenkenschans en vandaar tot
Gorinchem door de verovering van
Wezel en 's-
Hertogenbosch
helemaal of
ten dele kan vervallen om het land kosten te besparen.