27 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Uit naam van
Jan Wendelsz. wordt verzocht hem een kopie te geven van de met
Algiers en
Tunis gesloten
traktaten.
Ten tweede wordt verzocht in plaats van het negende en tiende
artikel
van zijn instructie te stellen dat alle schepen die naar
Spanje gaan en van Spanje komen en commissie van
de
prins van Oranje hebben, vrij van tol moeten zijn, ondanks het feit
dat
deze schepen zich indirect met commissie of passen van die van
Hamburg en andere vorsten in Spanje behelpen.
HHM besluiten over het eerste punt Jan Wendelsz. een kopie van de traktaten en van de tussen de
heer van Constantinopel en de Republiek in 1612 gesloten overeenkomst te geven. Over
het
tweede punt wordt besloten dat Jan Wendelsz. het negende en tiende
artikel zo mag regelen dat de Republiek er de meeste baat bij
heeft.
2
Gelezen is het verzoek van
Wijnant de Keyser en de daarin in navolging van de resolutie van HHM d.d. 18
dec. vermelde specificatie van de goederen die hij wil uitvoeren
naar
Algiers en
Tunis met de schepen
van
commissaris
Jan Wendelsz.. HHM
stemmen in met de
volgende uitvoer: 640 pond tabak, 124 stuks katoenen lijnwaad, twee
kisten met steviger lijnwaad ter waarde van 2.000 gld., wat
porselein
ter waarde van 200 gld., mits de reis van Jan Wendelsz. hierdoor
niet
wordt opgehouden en konvooi wordt betaald. HHM kunnen op dit moment
niet ingaan op het verzoek van de suppliant om Jan Wendelsz. te
gelasten die van Algiers speciaal te verzoeken om schadevergoeding
voor
de Keyser aangedane tuchtiging.
3
Wat betreft het verzoek van de
weduwe van Treurniet en
Tobias de Mulder,
werkbazen, om
betaling te ontvangen van hun tegoeden terzake van
fortificatiewerken,
besluiten HHM af te wachten wat
Zeeland
en
Friesland
zullen inbrengen van
de in plaats van de
legerlasten voor 1628 gevraagde 500.000 gld.
4
Ontvangen is een brief van de schepenen van 's-
Hertogenbosch d.d. 's-Hertogenbosch 21 dec. in antwoord op de brief van HHM
d.d. 14 december.
HHM besluiten de brief aan de RvS te geven voor onderzoek en advies.
5
Gelezen is het verzoek van
Leendert Cornelis Rave en consorten die 27 schepen met Noords hout hebben geladen
om via
Lillo naar
Antwerpen te
brengen. Ze beweren dat de
Admiraliteit in
Zeeland
de uitvoer van het hout te Lillo tegenhoudt,
ondanks het feit dat zij de rechten betaald hebben. Bovendien
hebben
zij van HHM speciaal paspoort d.d. 8 dec. verkregen voor deze
uitvoer.
HHM besluiten de Admiraliteit in Zeeland ernstig aan te schrijven te regelen dat het hout vrij doorgelaten wordt naar Antwerpen en de commandant en de konvooimeester te Lillo te gelasten daarbij te helpen. De Admiraliteit moet de mening van HHM ondersteunen. Doet zij dit niet, dan zullen HHM haar daarop aanspreken, zelfs als ze enkele tegenbevelen heeft gegeven of nog gaat geven.
6
De
Admiraliteit in Zeeland
beantwoordt in haar brief d.d. Middelburg 21 dec. de brief van HHM d.d. 6 dec. over het opbrengen van het schip van
Jan Pissot uit Duinkerke en over het schip van de Engelsman
Robert Faake.
HHM besluiten over het eerste punt dat men deze zaak nader zal bestuderen en over het tweede dat men dit antwoord als afdoende beschouwt.
7
Na beraad over het al dan niet schrijven aan de kanselier en de raden van het
Hof van Gelderland
of aan anderen die geschreven behoren te worden, om maatregelen te nemen in verband met het bevriezen van de
IJssel en de
Waal, besluiten HHM het hierover
gesloten akkoord na te zien.
8
Feit verzoekt ter vergadering
Ter
Culen, die
mede gecommitteerd is om te beslissen in het voor HHM uitstaande
proces
tussen kapitein
De Loge en
Gooswyn
Meurskens, te vervangen.
HHM besluiten dat de aanwezige heren deze zaak zullen onderzoeken en er een besluit over zullen nemen.
9
Gehoord is de informatie van thesaurier-generaal
Van Goch over de rekening van
Johannes
Retzer.
HHM raden hem aan te bevorderen dat deze rekening zo snel mogelijk door de RvS wordt afgedaan.
10
Ritmeester
Henrick Willem Gevenich beklaagt zich erover dat hij ondanks de hem gegeven
assignatie op de regering van
Brandenburg ter
betaling
van twee maanden soldij in mindering van de door de graaf zu
Schwarzenberg bij zijn laatste
afspraak beloofde
15.000 gld., nog niets van de regering van Brandenburg heeft
gekregen.
HHM besluiten deze regering ernstig te schrijven de twee maanden soldij te betalen.
11
Gelezen zijn de door de RvS ingediende punten die achter de tekorten staan vermeld bij de voor 1629 gevraagde consenten. Bij het eerste punt wordt HHM verzocht te besluiten dat voortaan de consenten, bij petitie van de RvS verzocht, vóór 1 april ingebracht moeten worden. Ten tweede wordt verzocht een tijd af te spreken waarbinnen de liquidatie van de tekorten (waarin de provincies verklaard hebben toe te stemmen) gedaan zal moeten worden en verder wanneer de betaling moet volgen. Ten derde wordt verzocht maatregelen te nemen om voor het geval de liquidatie en betaling niet binnen de gestelde termijn plaatsvinden, de betreffende provincies toch zover te krijgen.
Wat betreft het eerste punt besluiten HHM dat de consenten voortaan vóór 1 april ingebracht moeten worden. Betreffende de andere punten wordt de RvS verzocht daarover beraad te houden en vervolgens schriftelijk zijn advies bij HHM in te dienen.
12
Gelezen is een [door
Cristoffel Jansz. ingediende] remonstrantie waarin enkele middelen worden
genoemd waardoor de soldaten van de vijand aan het muiten zouden
kunnen
worden gebracht.
HHM vinden het belang van de remonstrantie gering.
13
Op het verzoek van
Philibert du Bois en
Herckeles Jansz.,
burgers uit
Amsterdam, stemmen HHM in met voorschrijven aan de
landgraaf van
Hessen opdat de supplianten door zijn gezag
betaling
krijgen van hun tegoeden bij
Herman
Christoff van
Malsburch, vazal van de landgraaf van Hessen.
14
Na beraad besluiten HHM de RvS te machtigen de decharges te verlenen van de 130.000 gld. ter versterking van
Ruhrort en
Büderich. De gedeputeerden van de
provincies hebben er met goedvinden van hun principalen in
toegestemd
dit geld op te brengen voor eind januari 1630. De decharges zullen
ondersteund worden door brieven van HHM en Z.Exc.
15
Op het verzoek van
Charles de Latseur en
Philippe Calandrin,
kooplieden te
Amsterdam, besluiten HHM ontvanger-generaal
Phillips
Doublet te machtigen om de op 7 dec. door
Oosterwyck in
Venetië
getrokken
wisselbrief ten bedrage van 3.000 gld. te accepteren. De heren van
Holland wordt verzocht te zorgen voor de betaling
van
deze wisselbrief op de vervaldag. Het mag als betaling toegekend
worden
aan hun ordinaris en extraordinaris consenten.
16
De
RvS
is ter vergadering verschenen en meldt dat men overeenkomstig de resolutie van HHM d.d. 21 dec. met Z.Exc. een advies heeft opgesteld over het bij HHM ingediende verzoek van de geestelijke en wereldlijke bestuurders van de
Meierij van 's-Hertogenbosch. Zij verzoeken HHM akkoord te gaan met een officiële
bespreking tussen enkele gedeputeerden van HHM en van de
Aartshertogin over alle geschillen
die zich
voordoen
met betrekking tot het gezag over de Meierij. De RvS voegt enkele
redenen toe waarom deze bespreking niet moet plaatsvinden.
Desondanks
meent Z.Exc. dat men zo'n bespreking wel moet houden.
HHM besluiten dat de RvS alle argumenten, vóór en tegen, moet opschrijven en samen met het advies moet indienen.